Na het commerciële succes van de wereldwijde filmhit The Nun (2018) was het te verwachten dat de bovennatuurlijke thriller en horrorfilm een vervolg zou krijgen. Filmmaker Michael Chaves kreeg de taak om het filmvervolg te regisseren. Chaves regisseerde eerder al The Curse of La Llorona (2019) en The Conjuring: The Devil Made Me Do It (2021). Met The Conjuring: The Devil Made Me Do It maakte Chaves de slechtste film in The Conjuring filmtrilogie. Het feit dat hij The Nun II heeft geregisseerd hielp niet bepaald met mijn lage verwachtingen. Voeg daar het teleurstellende en glansloze verhaal van de eerste film hieraan toe en mijn lage verwachtingen werden in het graf van deze spin-off franchise begraven. Toch heeft The Nun II het onmogelijke gedaan. Dit filmvervolg heeft me enigszins positief verrast. The Nun II mag dan niet zo goed zijn als de beste films uit deze franchise, maar het vervolg is verreweg niet zo slecht en slaapverwekkend als de eerste film. De film bevat schrikmomenten die niet alleen creatiever en effectiever in hun opzet zijn, maar ook angstaanjagender en bruter werken. Desondanks is The Nun II zeker geen geweldige film. Het filmvervolg bevat nog steeds een magertjes verhaal met weinig diepgang. De personages uit deze tweede film zijn minder eendimensionaal, maar bepaald interessant of origineel zijn de filmpersonages uit The Nun II nu ook niet. Gelukkig doet deze film tenminste iets interessants met de achtergrondverhalen, karakterisaties, normen, waarden en motivaties van de personages. Maar omdat dit het minste is wat een horrorfilm kan doen, laat The Nun II het filmpubliek niet achter met een al te grote of memorabele indruk.
Terrifier 2 is als film nog bloederiger en bloeddorstiger dan zijn voorganger. Regisseur en scenarioschrijver Damien Leone laat met schrikwekkende filmmomenten zien dat voor iemand die niet praat, horrorclown Art The Clown toch veel lawaai weet te maken. Van het blijven inslaan van hoofden tot de gezichten van zijn slachtoffers niet meer herkenbaar zijn tot het onthoofden en uitpeilen van hun ogen. Met al deze gruwelijke filmscènes laat Leone zien dat dit filmvervolg met de angstaanjagende seriemoordenaar Art The Clown nog misselijkmakender en grotesker is. In verlenging bewijst de regisseur en scenarioschrijver opnieuw dat deze filmfranchise niet geschikt is voor filmliefhebbers die niet tegen gore en bloederige moordscènes kunnen. Voor horrorfans wekt Terrifier 2 niet alleen meer indruk op met het grote aantal gruwelijke en brute moorden, maar ook met het verhaal dat veel meer diepgang bevat dan het verhaal uit de eerste film. Naast dat Terrifier 2 een interessanter en meer gelaagd filmverhaal bevat, zijn de personages van dit filmvervolg een heel stuk minder eendimensionaal. Sterker nog: de meeste personages uit Terrifier 2 bevatten daadwerkelijk een onderbouwd en aangrijpend karakter. Door het gewelddadige karakter van de film zal Terrifier 2 – net zoals zijn voorganger – vooral geschikt zijn voor deze specifieke doelgroep van horrorfans en filmliefhebbers. Voor deze doelgroep valt Terrifier 2 zeker aan te raden, want dit filmvervolg is in alle opzichten een stuk beter dan zijn voorganger. Met Terrifier 2 laat Leone zien dat hij weet hoe je een verknipte film moet maken die nog steeds een verdomd goede tijd oplevert.
Bed & Breakfast is geen slechte film, maar het belabberde filmeinde laat het er wel op een lijken. Voordat het rommelige filmeinde van Bed & Breakfast roet in het eten komt gooien, is deze Nederlandse romantische komediefilm een genot om te kijken. De film van regisseur Ruud Schuurman mag dan lekker cliché zijn, maar de regisseur weet samen met scenarioschrijver Anna Pauwels toch een bijzondere heldenreis neer te zetten voor het hoofdpersonage Sarah. In deze film leert het hoofdpersonage het plezier van (ontspannende) levensgeluk te herontdekken. Hierbij ondergaat Sarah een reis waarbij ze het belang van keuzes maken voor haarzelf leert in te zien. Nu klinkt deze heldenreis niet bepaald origineel, maar wat de heldenreis in originaliteit mist, wordt in de regievisie van Schuurman aangepakt. Ondanks dat Bed & Breakfast een veelvoorkomend verhaal in een typerend Nederlandse filmgenre met een niet bepaald originele heldenreis bevat, weet Schuurman met zijn regievisie toch te overtuigen door duidelijke personages met geloofwaardige karakters neer te zetten. Bed & Breakfast werkt als film doordat filmtoeschouwers geloven dat Sanne Langelaars Sarah zoveel moeite heeft met het loslaten van prestatiedruk en werkdruk. De regisseur en scenarioschrijver spelen slim in op de herkenbaarheid van de filmische situaties. Bijna iedereen kent wel iemand die een tikkeltje – of meer dan een tikkeltje – een werkverslaafde is. Via deze filmische herkenbaarheid scheppen de regisseur en scenarioschrijver een connectie tussen de heldenreis van Sarah en het filmpubliek. Op deze manier zetten de regisseur en scenarioschrijver de filmtoeschouwers aan het denken over hun eigen relatie tot werk. Het zou niet verbazingwekkend zijn als er enkele filmtoeschouwers zich door Bed & Breakfast geroepen en geactiveerd voelen om hun werk minder obsessief op te pakken of hun prestatiedruk te verminderen. Helaas zorgt het rommelige filmeinde ervoor dat alle mooie lessen en boodschappen die eerder in de film opgezet waren, verloren raken aan een opbloeiende romantische relatie die er plotseling vanaf kinds af aan er altijd al is geweest.
The Great Escaper is een tranentrekkende dramafilm waarin filmtoeschouwers net zo hard geconfronteerd worden met ouder worden als de bejaarde filmpersonages die moeten leren omgaan met de herinneringen aan hun levendige jeugd. Regisseur Oliver Parker en scenarioschrijver William Ivory geven op een filmische manier hoe bejaarden omgaan met gevoelens van schuld, schaamte en spijt als ze terugkijken op belangrijke en traumatische momenten uit hun levens. Zo geeft de film traumatische herinneringen met audiovisuele flitsen weer als nachtmerries. The Great Escaper is aangrijpend doordat het filmverhaal weergeeft dat bejaarden niet lijken te kunnen ontsnappen aan het terugkijken op hun verleden. Hier tegenover staat het hoofdpersonage Bernard Jordan die juist ontsnapt uit zijn verzorgingstehuis om de 70ste herinneringsdag van D-Day in Normandië bij te wonen en zijn gevallen kameraden te eren. Voor Bernard Jordan is dit de enige manier om zijn traumatische herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog te verwerken. In verlenging is zijn ontsnapping uit zijn verzorgingstehuis ook een poging om te ontsnappen aan zijn schuldgevoelens door het graf van een overleden vriend en kameraard te bezoeken.
Land of Bad had ook wel bekend kunnen komen te staan onder een alternatieve ordinaire filmtitel als “Survival”, omdat in deze enigszins rommelige Amerikaanse thriller en actiefilm een jonge officier alles moet doen om in leven te blijven. In Land of Bad verandert het uitgangspunt van het verhaal regelmatig. Het verhaal over een doelwit missie wordt een verhaal over overleven dat uiteindelijk weer verandert in een reddingsmissie. De rode draad in het verhaal is de overlevingsreis van Liam Hemsworths jonge personage Kinney en zijn bondgenootschap met Russell Crowe’s drone piloot Reaper. In Land of Bad speelt de afhankelijkheid van de mens van technologie een belangrijke rol in het verhaal. Door het filmverhaal af te spelen in de onvoorspelbare natuur van de zuidelijke Filipijnen weet regisseur William Eubank niet alleen het gevoel van gevaar en spanning te versterken, maar ook in te spelen op het thema van de afhankelijkheid van de mens van technologie. Toch is de film niet echt een verhaal over mens versus natuur. Het is eerder een kritiek op de behoefte van de mens aan oorlog en de toenemende afhankelijkheid van technologie in deze oorlogen. In het filmverhaal laten de regisseur en scenarioschrijver David Frigerio de personages discussiëren over de toename van technologische afhankelijkheid in oorlogsvoering. Volgens Ricky Whittle’s personage Bishop haalt technologie al het menselijk uit oorlogsvoering. Hiernaast stelt Bishop vragen over wat er kan gebeuren in oorlogsvoering als alle technologie plotseling faalt. Kinney gelooft dat technologie mensenlevens kan redden en oorlogsvoering minder barbaars zal maken. In deze discussie tussen Bishop en Kinney ontstaat de vraag of überhaupt iets menselijks aan oorlog voeren is. Oorlog mag dan in de basis man versus man zijn, maar dit neemt niet weg dat oorlog voeren in de breedste zin van het woord barbaars is. De filmpersonages – en in verlenging de filmmakers – beargumenteren dat oorlog altijd iets barbaars zal zijn. Dat is feit dat nooit zal veranderen, omdat oorlog neerkomt op een mens die een ander mens vermoordt. Hierin maakt het niet uit of een bom gooien echt beschaafder is dan een groep mensen overhoop schieten. Deze verhitte discussies vormen een belangrijke boodschap in een film waar doden en vechten de enige manier is om in leven te blijven.
De befaamde filmregisseur Christopher Nolan start het verhaal van zijn meesterlijke film Inception niet bij het begin. Door het filmverhaal in een niet chronologische volgorde starten, nodigt Nolan het filmpubliek uit om hem het doolhof van zijn droomachtige filmwereld in te volgen. Hierbij slaagt de regisseur er constant in om zijn filmtoeschouwers te laten twijfelen over wat behoort tot de realiteit en wat behoort tot de dromenwereld. Door het concept van dromen in een droom te gebruiken, schept de regisseur en scenarioschrijver een groots filmspektakel waarin naar beneden gaan in verschillende dromen de enige weg vooruit is. Inception is een fantasierijke ode aan de creatieve dromer. De regisseur en scenarioschrijver laat op een spectaculaire manier zien hoe mensen in hun dromen in staat zijn om werelden en verhalen te creëren die nooit in de werkelijkheid zouden kunnen bestaan. Tegelijkertijd laat Nolan zien dat iemands droom zijn eigen realiteit kan worden. Hiermee speelt de regisseur en scenarioschrijver in op het belang van het vormen van je eigen realiteit. Tegelijkterijd zeggen de filmpersonages meerdere malen in de film dat het belangrijk is om niet uit het oog te verliezen wat echt en wat een droom is. Inception vertelt verder een verhaal waarin het hoofdpersonage verantwoordelijkheid voor zijn acties leert te nemen en zichzelf leert te vergeven nadat hij een gevangenis van herinneringen heeft gebouwd om zijn verdriet en pijn in te sluiten. Deze gevangenis bevat zowel herinneringen als momenten van spijt die hij in zijn dromen wil veranderen. Door zijn verantwoordelijkheid in de realiteit te nemen, leert hij in zijn droomwereld en onderbewustzijn zichzelf langzamerhand te vergeven en zijn pijn een plaats te geven. Kort gezegd: de film bevat diverse thema’s die verhaaltechnisch en emotioneel krachtig onderbouwd zijn.
In Jurassic World: Fallen Kingdom is het grote themapark Jurassic World veranderd in een nieuwe vorm van The Lost World. Een soortgelijke verloren wereld was eerder te zien in The Lost World: Jurassic Park (1997) en Jurassic Park III (2001). Met Jurassic World: Fallen Kingdom krijgen filmtoeschouwers voor het eerst Isla Nublar, het eiland waar het originele park en Jurassic World zich bevinden, als een verloren wereld te zien. Regisseur J.A. Bayona en scenarioschrijvers Derek Connolly en Colin Trevorrow maken de eerste akte van de film spannend door de vulkaan die zich bevindt op Isla Nublar gevaarlijk actief te maken. De filmpersonages en dinosaurussen krijgen te maken met een tikkende tijdbom in de vorm van een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. Dat de dinosaurussen op Isla Nublar allemaal uitgeroeid kunnen worden, zorgt voor een interessant discussiepunt. Al heel vroeg in de film stellen de filmmakers de vraag of dinosaurussen dezelfde bescherming verdienen als andere bedreigde diersoorten of dat ze aan hun lot moeten worden overgelaten. Er zijn eindeloos veel rechtszaken aangespannen door overlevenden van de ramp in Jurassic World. Hierdoor is er een grote groep mensen die de dinosaurussen liever ziet uitsterven. Tegelijkertijd zijn er ook een redelijke groep activisten die opkomen voor de rechten van de dinosaurussen. Ondanks dat Bayona, Connolly en Trevorrow een interessant discussiepunt vroeg ter sprake brengen, doen ze te weinig met dit onderwerp. Uiteindelijk is het de droom en verwondering van een kind die abrupt beslist over het lot van de dinosaurussen die zijn teruggebracht na miljoenen jaren uitgestorven te zijn geweest. Hierbij komen we direct bij het grootste probleem van Jurassic World: Fallen Kingdom. Bayona’s vervolg op de succesvolle hergeboorte van de franchise (ook wel bekend als Jurassic World) brengt interessante onderwerpen ter sprake en bevat bijzondere ideeën voor hoe het verhaal vervolgd kan worden. Deze onderwerpen en ideeën zijn groots, maar worden helaas amper onderbouwd en ontwikkeld. Bayona regisseerde eerder al de indrukwekkende rampenfilm The Impossible (2012). De regisseur was dus zeker geschikt voor het regisseren van Jurassic World: Fallen Kingdom, omdat dit als een monsterlijke rampenfilm met dinosaurussen gezien kan worden. Ondanks dat Jurassic World: Fallen Kingdom geen regelrechte ramp van een film is, heeft Bayona me toch wat teleurgesteld met deze vijfde film uit de franchise. De film mag dan net zo vermakelijk zijn als de andere films uit franchise, maar doordat Jurassic World: Fallen Kingdom geen aangrijpend of sterk onderbouwd filmverhaal – vol met uitgewerkte onderwerpen en interessante personages – bevat, stelt deze film uit deze iconische franchise best teleur.
Ik ben opgegroeid met de originele drie Jurassic Park films. Ik heb de filmtrilogie zo vaak afgespeeld dat het een wonder is dat de DVD’s bijna krasvrij zijn gebleven. Om te zeggen dat ik enthousiast werd van de release van Jurassic World is nogal een understatement. Nog voordat Jurassic World was aangekondigd, zocht ik op het internet al naar aanwijzingen en nieuws over een vierde Jurassic Park film. Maar op dat moment was het beste wat ik kon vinden nieuws en geruchten over een geschrapte vierde Jurassic Park film waarin mensachtige dinosaurus hybriden zouden verschijnen. Toen het in 2015 uiteindelijk zo ver was had ik direct met mijn vrienden een afspraak gemaakt om Jurassic World zo snel mogelijk in de bioscoop te zien. Ondanks dat we kort daarna al hadden afgesproken om de film te zien, kon ik vanuit mijn enthousiasme het niet laten om te kijken of ik al gelekte scènes op YouTube terug kon vinden. Uiteraard lukte dit. Toen de film in de bioscoop uitgebracht was, duurde het niet lang voordat er uitgelekte scènes van het gevecht tussen de T-Rex en de Indominus Rex in lage kwaliteit te vinden waren op YouTube. Het nieuws dat ik de T-Rex, de originele T-Rex uit Jurassic Park (1993), zou zien vechten met een andere grote dinosaurus, zorgde er voor dat ik nog enthousiaster werd om Jurassic World te zien. Dit gevoel van enthousiasme en plezier ben ik nooit verloren bij het kijken van Jurassic World. Ondanks dat de film zeker zijn gebreken en kritiekpunten bevat, heeft Jurassic World – net zoals alle andere films uit deze franchise – een speciaal plekje in mijn hart.
Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.
Abigail is een simpele, maar uiterst effectieve en grappige horrorfilm waarin niemand elkaar kan vertrouwen. In de film wordt er op een sterke manier gebruik gemaakt van metaforen. Een van de leukste en creatiefste metaforen vindt plaats tijdens de scène waarin Kathryn Newtons personage Sammy een oude Woody Woodpecker cartoon kijkt. In de cartoon zien we hoe een spook zich angstaanjagend opstelt tegenover Woody Woodpecker. In plaats van dat het kleurrijke tekenfilmfiguurtje bang wordt, doet Woody Woodpecker het spook na. Hierbij komt Woody Woodpecker enger, monsterlijker en gevaarlijker over dan het spook. Het onverwachte gevaarlijke karakter van Woody Woodpecker is een mooi metafoor voor het personage Abigail in deze film. De criminelen denken in deze film, net zoals het spook uit de cartoon, het echte gevaar te vormen. In werkelijkheid horen deze groep tweederangs criminelen bang te zijn voor Abigail, net zoals het spook uit de cartoon bang hoort te zijn voor Woody Woodpecker. In Abigail spelen de regisseurs Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillet op een fantasierijke manier met de verwachtingen van het filmpubliek waarbij ze tegelijkertijd een eigen bloederige kijk leveren op de vampierenfilm.