Films over concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog zullen nooit honderd procent gemakkelijk zijn om te bekijken. De Slowaakse film The Auschwitz Report is hier ook zeker geen uitzondering op. Regisseur Peter Bebjak werpt in zijn film een blik op het waargebeurde verhaal van de twee Slowaken die een rapport – over de genocide in de concentratiekampen – bij het verzet brachten. Hierbij legt de regisseur de focus op de reis die de twee Slowaken doormaken om het rapport tot het verzet te brengen. Echter lijkt Bebjak tegelijkertijd ook nog een verhaal te willen vertellen over het leven in een concentratiekamp. De film heeft een speeltijd van een magere negentig minuten, waardoor The Auschwitz Report maar weinig tijd overhoudt om te praten over het daadwerkelijke onderwerp van de film: het ongeloof en onbegrip over de terreurdaden uit het rapport. The Auschwitz Report is zeker geen slechte film, maar een sterk geschreven scenario met een duidelijkere regievisie hadden de film beter kunnen maken.
Als er een filmgenre is waar regisseur Roland Emmerich bekend voor staat dan is het wel de rampenfilm. Met beroemde films als Independence Day uit 1996 en Godzilla uit 1998 wist Emmerich zich al snel neer te zetten als de ramptoerist van de (hedendaags) bekende filmregisseurs. Echter wordt een deel van zijn oudere films tot op de dag van vandaag nog gewaardeerd door een grote groep filmliefhebbers. Maar zelfs deze filmliefhebbers weten dat de recentere films van Emmerich meer teleurstellen dan zijn eerdere werk. Een goed voorbeeld hiervan is zijn recentste film Moonfall. Met een gigantisch budget leek Moonfall in eerste instantie een veelbelovende terugkeer naar het genre te zijn voor Emmerich. Met Moonfall laat de filmmaker zien dat geen enkel budget de consequenties van een repetitief oeuvre kan voorkomen. Het oeuvre – of al het werk gedurende de loopbaan van Roland Emmerichs carrière – kan teruggeleid worden naar dezelfde cliché basisprincipes waarmee hij zijn verhalen verteld. Bijna geen enkel aspect aan Moonfall is origineel of goed uitgewerkt – zeker niet voor een regisseur die bekend staat voor het maken van rampenfilms. Emmerich wilde met Moonfall opnieuw graag een rampenfilm maken – en in zekere zin is dit hem ook gelukt. Alleen niet op de manier waarop hij hoopte. De echte ramp is namelijk het bestaan van de film.
He shoots. He scores. Regisseur en documentairemaker Geertjan Lassche weet met zijn nieuwste documentaire Louis een ontroerend, intiem en (vooral) informatief portret neer te zetten. Ik ben zelf geen groot voetbalfanaat en kijk (bijna) geen voetbalwedstrijden. In eerste instantie sprak deze documentaire over Louis van Gaal me dus ook zeker niet aan. Doordat veel recensenten met lof spraken over de film, besloot ik toch een recensie-exemplaar aan te vragen bij Dutch FilmWorks. Louis is namelijk al sinds 15 juli 2022 te koop op Blu-ray en DVD. Mijn dank aan Dutch FilmWorks voor het versturen van een recensie-exemplaar.
Hit the Road is een van de beste films die ik in de laatste paar jaren heb bekeken. Daarnaast behoort de film ook tot mijn lijst van de beste films aller tijden. Nog nooit heb ik zo’n prachtig filmisch portret gezien over een familie die afscheid moet nemen van een van hun familieleden. Hit the Road is de film die het best weergeeft hoe het lege nest syndroom voor ouders aan kan voelen. Het lege nest syndroom ontstaat wanneer kinderen, jongeren of jongvolwassen mensen het huis – of in dit geval leven – van hun ouders verlaten. Hit the Road weet naast het lege nest syndroom aan te kaarten, ook op het onderbewustzijn van de toeschouwers te spelen, waarbij het informeert en activeert om na te denken over de toestand in Iran. Hit the Road mag dan op enkele momenten langdradig of langzaam overkomen, maar dit is onderdeel van de charme van de Iraanse film. Al jaren wacht ik op een roadtrip film dat meer een tragikomedie is, dan (alleen) een feel-good film. Het speelfilmdebuut van Panah Panahi weet dat zeker te bereiken. Sterker nog – Hit the Road blinkt uit als een tragikomedie met een gouden hart.
John Carpenters Halloween uit 1978 wordt (terecht) beschouwd als een van de meesterwerken van het slasher filmgenre. Halloween (1978) wist dit subgenre van de horrorfilm naar nieuwe hoogtes te brengen. Net zoals The Texas Chain Massacre uit 1974 wist Halloween (1978) een iconische seriemoordenaar, die op gruwelijke manieren zijn slachtoffers stalkt en vermoordt, te scheppen. Er zijn al veel vervolgen uitgekomen op de allereerste Halloween-film, maar tot nu toe leek geen enkel vervolg of remake echt dicht bij het niveau van John Carpenters meesterwerk te komen. Met Halloween (2018) kwam hier voor het eerst echt verandering in. Regisseur David Gordon Green weet met zijn Halloween-film het verhaal van John Carpenters Halloween perfect te vervolgen. Tegelijkertijd zorgt Green er ook voor dat zijn Halloween-film als een losstaand deel bekeken kan worden. Het is zeker mogelijk om eerst Halloween uit 2018 te kijken, zonder dat je de originele film van John Carpenter hebt gezien. Halloween (2018) werkt dus beide als een losstaand deel en een vervolg – wat best knap is voor een moderne slasher film.
Op 1 april 2000 werd het (toen) nieuwste boek van de (overleden) befaamde filmrecensent Roger Ebert uitgebracht. De titel van dit boek was “I Hated, Hated, Hated This Movie”. Het boek bestond uit een verzameling van Roger Ebert’s recensies van films die volgens hem koste wat kost vermeden moeten worden. Het gevoel wat Roger Ebert beschreef in zijn boek komt honderd procent overeen met hoe ik het nieuwste avontuur van superheld Thor ervaarde. Het is vrij simpel. Ik haat, haat, haat Thor: Love and Thunder. Voordat jullie nu jullie vurige boze reacties onder deze recensie gaan plaatsen, wil ik graag uitleggen waarom Thor: Love and Thunder voor mij de slechtste Marvel Studios-film (tot op heden) is. Er zullen meerdere recensenten, filmliefhebbers en trouwe lezers zijn die in de mythe geloven dat kritiek – en in verlenging journalistiek – altijd (zo ver mogelijk) objectief geschreven moet zijn. Hate to break it to you, maar dat is minder het geval dan je denkt. Elke vorm van journalistiek – en zeker kritiek in de vorm van recensies, essays en opinies – is geschreven vanuit een subjectieve mindset. Wat er geschreven kan worden kan gebaseerd zijn op objectieve feiten. Maar de journalist en recensent beschrijft (on-)bewust het artikel, de recensie en dergelijke op de manier wat zijn, haar of diens mening het beste weergeeft. Wat ik met deze spoedcursus (zelf aangeleerde) journalistiek en kritiek probeer uit te leggen: het is mijn mening dat ik Thor: Love and Thunder een slechte film vind. Dat is in mijn ogen gebaseerd op technische aspecten en verhaalkeuzes die niet werken. Echter kunnen andere mensen hier over heen kijken of zelfs de overtuiging hebben dat deze kritiekpunten niet kloppen. Helaas voor de liefhebbers van Thor: Love and Thunder moet ik dus nogmaals aangeven dat dit geen positieve recensie zal worden. Echter zal ik de film eerlijk beoordelen, en ook de positieve aspecten van de film benoemen. Want ondanks dat Thor: Love and Thunder een hele, hele, hele slechte film is, bevat het ook enkele krachtige onderdelen.
Het verhaal van On the Basis of Sex is als film de afgelopen jaren (nog) actueler en belangrijker geworden. Zo heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof de eerdere Amerikaanse abortuswet, die het recht op abortus veiligstelden, teruggeroepen. Hierdoor hebben vrouwen in Amerika niet langer zelf het recht om te beslissen over hun eigen lichaam. Het terugdraaien van de abortuswet laat zien dat Amerika nog steeds moeite heeft om niet te discrimineren op basis van geslacht. On the Basis of Sex vertelt juist het revolutionaire verhaal van Ruth Bader Ginsburg en haar missie om het discrimineren op basis van geslacht tegen te gaan. De eerste keer dat ik de film zag vond ik de film niet bijzonder goed, maar eerder middelmatig. Dat ik niet onder de indruk was kwam vooral door de (terechte) kritiek op de voorspelbaarheid van het verhaal. Nu ik de film opnieuw heb bekeken, realiseer ik me dat de voorspelbaarheid niet veel wegneemt van het verhaal. In plaats daarvan bouwt het juist verder op aan het thema van de film. Het thema van On the Basis of Sex gaat over dat het strijden voor gelijke rechten altijd van belang zal zijn – zelfs als elke grondwet een voor een moet worden aangepast. Dit maakt de film echter niet automatisch perfect. Zo loopt het verhaal duidelijk problemen op in het voorspelbaarheid van het verhaal.
Voordat Fantastic Beasts and Where to Find Them uitkwam werd in oktober 2014 al een tweede deel aangekondigd. Warner Bros. en J. K. Rowling zullen veel vertrouwen hebben gehad in de franchise. Ergens is dit best te begrijpen, want de Harry Potter-franchise (bestaande uit films, boeken en nog veel meer) was toen al een redelijk aantal jaren een wereldwijd succes. Na het denderende succes van Fantastic Beasts and Where to Find Them zullen Warner Bros. en J. K. Rowling wel de dollartekens in hun ogen hebben zien rollen. Het zal me niet verbazen dat de (lichtjes) teleurstellende box office van Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald, vraagtekens opbracht bij Warner Bros. en J. K. Rowling. Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald bracht ruim 659.9 miljoen Amerikaanse dollars op en werd daarmee de tiende best verdienende film van 2018. Ondanks dat werd Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald de minst commerciële succesvolle film uit de Wizarding World-franchise. Dit veranderde pas toen Fantastic Beasts: The Secrets of Dumbledore uitkwam in 2022, want alleen dat deel bracht nog minder geld op dan Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald. De film werd kritisch ook minder goed ontvangen dan de vorige delen uit de Wizarding World-franchise. Zo zou het plot overladen zijn onnodige en ingewikkelde details die dit deel verbinden met de eerdere – en toekomstige – films. Dit is een kritiekpunt waar ik het zelf ook mee eens ben. Fantastic Beasts: The Crimes of Grindelwald is in mijn ogen ook een van de slechtste films uit de Wizarding World-franchise.
Door de teleurstellende box office van Fantastic Beasts: The Secrets of Dumbledore vraagt Warner Bros. zich af of het nog nut heeft om nieuwe delen voor de Fantastic Beasts filmreeks te maken. Het is best jammer dat de Fantastic Beasts filmreeks nu kritisch en commercieel teleurstelt, want dit is niet altijd het geval geweest. Het eerste deel van de Harry Potter spin-off filmreeks – Fantastic Beasts and Where to Find Them – werd kritisch goed ontvangen. Daarnaast werd de film ook een box office succes. Het is niet gek dat Fantastic Beasts and Where to Find Them het grootste succes van deze drie delen behaalde. Deze eerste film is namelijk gemakkelijk het beste deel van de filmtrilogie te noemen. Fantastic Beasts and Where to Find Them weet als enige Fantastic Beasts-film tot bepaalde hoogte de kracht van de Harry Potter filmfranchise te behalen. Tegelijkertijd schiet Fantastic Beasts and Where to Find Them regelmatig op dezelfde vlakken tekort. Zo zijn enkele bijpersonages nogal eendimensionaal uitgeschreven. Daarnaast worden de verschillende verhaallijnen, maar magertjes met elkaar verbonden. Toch blijft Fantastic Beasts and Where to Find Them een uiterst vermakelijke en magische film.
The King’s Man is een film dat in de basis gaat over het ontstaan van een onafhankelijke inlichtingendienst tijdens de gruwelijke gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog. Door de beschrijving van het verhaal verwacht je een spannende race tegen de klok waarbij de helden strijden om de catastrofes van de Eerste Wereldoorlog zo goed als mogelijk te beperken. Ondanks dat The King’s Man een geweldige opzet voor een verhaal heeft, maakt het zijn spannende beloftes niet waar. Toch is The King’s Man goed te kijken zonder enige voorkennis van de eerdere uitgekomen films, en het stripboek waar de films op zijn gebaseerd. Het is echter sterk aan te raden om The King’s Man niet als eerste film van deze franchise te kijken. Vooral niet als je een goed beeld wil krijgen van hoe krachtig of spectaculair de films uit deze franchise kunnen zijn. The King’s Man is op dit moment namelijk de zwakste schakel van deze franchise.