De film The Outrun is net zo echt en eerlijk als de alcoholverslaafde Rona. Zowel de film als het hoofdpersonage weten dat er geen manier is om het mooier te maken dan het is: Rona heeft een probleem. Ze weet dit, maar toch blijft het voor haar moeilijk om actie te ondernemen om de symptomen van haar verslaving te bestrijden. Ondanks dat het 29-jarige hoofdpersonage moeite heeft met het bestrijden van haar verslaving en haar pad van herstel te volgen, weet het, door Saoirse Ronan gespeelde, personage Rona in haar nuchtere periodes altijd eerlijk en realistisch tegenover haarzelf te zijn. Hier ligt dan ook direct een van de pijnlijkste punten van de film. Verslaafden weten regelmatig dat het beter is om te stoppen met het vertonen van hun destructieve verslavingsgedrag, maar het herkennen van een probleem is altijd iets anders dan het erkennen daarvan. The Outrun pakt op een unieke manier dit heftige onderwerp aan door de focus te leggen op de verleidingen van het toegeven aan verslavingsgedraag en dronkenschap. Hierbij laten de filmmakers zien dat er zeker redenen (of “zogenaamde” pluspunten) zijn om hieraan toe te geven. Toch betekent dit niet dat regisseur Nora Fingscheidt en scenarioschrijver en auteur Amy Liptrot bepleiten dat het toegeven aan verslavingsgedrag iets positief is. Het duo houdt de filmtoeschouwers niet voor de gek door eerlijk toe te geven dat er voor verslaafden pluspunten zijn om toe te geven aan hun verslavingsdrang. De filmmakers weten dat verslaafden geen problemen zouden hebben als er niets positiefs uit hun verslavingsgedrag te halen valt. In het geval van alcohol verdooft het niet alleen de pijn en de onzekerheden, want het versterkt regelmatig ook ontspannende en plezierige emoties. Dat Fingscheidt en Liptrot de focus leggen op de moeilijke periodes van herstel en de kracht van verslavingsdrang, boven de beloningen van nuchter blijven, is precies de punt van het verhaal. Op deze manier weten de filmmakers je mee te nemen in de bijzondere gedachtewereld en gemoedstoestanden van het hoofdpersonage. De regisseur weet samen met cinematograaf Yunus Roy Imer en filmmonteur Stephan Bechinger de filmtoeschouwers te laten zien dat verslaving zintuiglijke en lichamelijke signalen manipuleert en deze eigen maakt, wat resulteert in een verslaafd geloof dat je niet zonder de door jou gekozen middel(-en) kunt.
De Britse rock-‘n-roll documentaire One Hand Clapping is meer dan geschikt voor (muziek-)liefhebbers van artiest Paul McCartney en de bands Wings en The Beatles. Zo levert de film een blik achter schermen tijdens de opnamesessies in de Abbey Road Studios in Londen. De muziekdocumentaire is vastgelegd op videoband in de stijl en sfeer van de jaren 1970. Hierbij geeft One hand Clapping een weergave van het moment waarop de band Wings hun kenmerkende geluid wist te definiëren. De film doet een poging om weer te geven hoe McCartney met zijn band Wings de populaire cultuur in de jaren 1970 opnieuw heeft vormgegeven – net zoals de artiest het decennium daarvoor had gedaan met de band The Beatles. De klemtoon ligt hier op het woord poging, omdat het regisseur David Litchfield niet gelukt is om een overtuigend beeld van Wings’ culturele impact weer te geven. In plaats van een sensationele en muzikale filmervaring – vol rock-‘n-roll – bracht One Hand Clapping me een zwerm van verveling. De documentaire is voor mezelf net zo effectief als een enkele hand die probeert te klappen. Sterker nog: One Hand Clapping verdient het ineffectieve en stille geluid van een enkele hand die probeert te applaudisseren voor een mislukte film.
Krekel & Mierabella opent veelbelovend als de filmtoeschouwers een snelle en korte montage te zien krijgen waarin de krekels band zich voorbereidt op hun optreden. Helaas is deze openingsscène niet lang veelbelovend. Tijdens het kijken van deze openingsscène valt het al snel op dat het geluid, dat de filmtoeschouwers te horen krijgen, niet synchroon loopt met het geluid dat de band maakt. Hierdoor komt de geluidsbewerking van de geluidseffecten apart en niet toepasselijk over. Daarnaast helpt het ook niet dat het onduidelijk is welke geluiden behoren tot de filmmuziek en welke geluiden behoren tot de muziek die de band maakt. Voor een avontuurlijke familie en animatiefilm dat zichzelf neerzet als een muzikaal sprookje is het best zonde dat het geluid in de openingsscène al wat tegenvalt. Gelukkig weet de geluidsafdeling, onder leiding van regisseurs Luka Rukavina, Kristijan Milic en Dino Krpan, hun werk gedurende de verdere speeltijd van de film flink te verbeteren. De regisseurs en scenarioschrijver Rona Zulj weten op een creatieve manier positiviteit en muziek in allerlei fantasierijke hoeken te vinden. Zo gebruikt Ket de krekel de tralies van zijn gevangeniskooi in het mierennest als instrument. Daarnaast weet Ket met een steen op de muur van zijn gevangeniskooi bladmuziek voor toekomstige optredens uit te schrijven. De film bevat verder pakkende liedjes die door hun simpele teksten dagenlang in je hoofd blijven zitten. Het sterke en schone zangwerk van de Nederlandse cast ondersteunt dit effect. Van de Nederlandse stemmencast weten vooral Tara Hetharia en Jonathan Demoor een blijvende indruk achter te laten. Dit is deels te danken aan het feit dat dit duo de hoofdrollen spelen, maar voor een ander deel is te danken aan het feit dat zowel Hetharia als Demoor levendig, speels en overtuigend stemmenwerk afleveren.
De befaamde filmregisseur Christopher Nolan start het verhaal van zijn meesterlijke film Inception niet bij het begin. Door het filmverhaal in een niet chronologische volgorde starten, nodigt Nolan het filmpubliek uit om hem het doolhof van zijn droomachtige filmwereld in te volgen. Hierbij slaagt de regisseur er constant in om zijn filmtoeschouwers te laten twijfelen over wat behoort tot de realiteit en wat behoort tot de dromenwereld. Door het concept van dromen in een droom te gebruiken, schept de regisseur en scenarioschrijver een groots filmspektakel waarin naar beneden gaan in verschillende dromen de enige weg vooruit is. Inception is een fantasierijke ode aan de creatieve dromer. De regisseur en scenarioschrijver laat op een spectaculaire manier zien hoe mensen in hun dromen in staat zijn om werelden en verhalen te creëren die nooit in de werkelijkheid zouden kunnen bestaan. Tegelijkertijd laat Nolan zien dat iemands droom zijn eigen realiteit kan worden. Hiermee speelt de regisseur en scenarioschrijver in op het belang van het vormen van je eigen realiteit. Tegelijkterijd zeggen de filmpersonages meerdere malen in de film dat het belangrijk is om niet uit het oog te verliezen wat echt en wat een droom is. Inception vertelt verder een verhaal waarin het hoofdpersonage verantwoordelijkheid voor zijn acties leert te nemen en zichzelf leert te vergeven nadat hij een gevangenis van herinneringen heeft gebouwd om zijn verdriet en pijn in te sluiten. Deze gevangenis bevat zowel herinneringen als momenten van spijt die hij in zijn dromen wil veranderen. Door zijn verantwoordelijkheid in de realiteit te nemen, leert hij in zijn droomwereld en onderbewustzijn zichzelf langzamerhand te vergeven en zijn pijn een plaats te geven. Kort gezegd: de film bevat diverse thema’s die verhaaltechnisch en emotioneel krachtig onderbouwd zijn.
In Jurassic World: Fallen Kingdom is het grote themapark Jurassic World veranderd in een nieuwe vorm van The Lost World. Een soortgelijke verloren wereld was eerder te zien in The Lost World: Jurassic Park (1997) en Jurassic Park III (2001). Met Jurassic World: Fallen Kingdom krijgen filmtoeschouwers voor het eerst Isla Nublar, het eiland waar het originele park en Jurassic World zich bevinden, als een verloren wereld te zien. Regisseur J.A. Bayona en scenarioschrijvers Derek Connolly en Colin Trevorrow maken de eerste akte van de film spannend door de vulkaan die zich bevindt op Isla Nublar gevaarlijk actief te maken. De filmpersonages en dinosaurussen krijgen te maken met een tikkende tijdbom in de vorm van een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. Dat de dinosaurussen op Isla Nublar allemaal uitgeroeid kunnen worden, zorgt voor een interessant discussiepunt. Al heel vroeg in de film stellen de filmmakers de vraag of dinosaurussen dezelfde bescherming verdienen als andere bedreigde diersoorten of dat ze aan hun lot moeten worden overgelaten. Er zijn eindeloos veel rechtszaken aangespannen door overlevenden van de ramp in Jurassic World. Hierdoor is er een grote groep mensen die de dinosaurussen liever ziet uitsterven. Tegelijkertijd zijn er ook een redelijke groep activisten die opkomen voor de rechten van de dinosaurussen. Ondanks dat Bayona, Connolly en Trevorrow een interessant discussiepunt vroeg ter sprake brengen, doen ze te weinig met dit onderwerp. Uiteindelijk is het de droom en verwondering van een kind die abrupt beslist over het lot van de dinosaurussen die zijn teruggebracht na miljoenen jaren uitgestorven te zijn geweest. Hierbij komen we direct bij het grootste probleem van Jurassic World: Fallen Kingdom. Bayona’s vervolg op de succesvolle hergeboorte van de franchise (ook wel bekend als Jurassic World) brengt interessante onderwerpen ter sprake en bevat bijzondere ideeën voor hoe het verhaal vervolgd kan worden. Deze onderwerpen en ideeën zijn groots, maar worden helaas amper onderbouwd en ontwikkeld. Bayona regisseerde eerder al de indrukwekkende rampenfilm The Impossible (2012). De regisseur was dus zeker geschikt voor het regisseren van Jurassic World: Fallen Kingdom, omdat dit als een monsterlijke rampenfilm met dinosaurussen gezien kan worden. Ondanks dat Jurassic World: Fallen Kingdom geen regelrechte ramp van een film is, heeft Bayona me toch wat teleurgesteld met deze vijfde film uit de franchise. De film mag dan net zo vermakelijk zijn als de andere films uit franchise, maar doordat Jurassic World: Fallen Kingdom geen aangrijpend of sterk onderbouwd filmverhaal – vol met uitgewerkte onderwerpen en interessante personages – bevat, stelt deze film uit deze iconische franchise best teleur.
Ik ben opgegroeid met de originele drie Jurassic Park films. Ik heb de filmtrilogie zo vaak afgespeeld dat het een wonder is dat de DVD’s bijna krasvrij zijn gebleven. Om te zeggen dat ik enthousiast werd van de release van Jurassic World is nogal een understatement. Nog voordat Jurassic World was aangekondigd, zocht ik op het internet al naar aanwijzingen en nieuws over een vierde Jurassic Park film. Maar op dat moment was het beste wat ik kon vinden nieuws en geruchten over een geschrapte vierde Jurassic Park film waarin mensachtige dinosaurus hybriden zouden verschijnen. Toen het in 2015 uiteindelijk zo ver was had ik direct met mijn vrienden een afspraak gemaakt om Jurassic World zo snel mogelijk in de bioscoop te zien. Ondanks dat we kort daarna al hadden afgesproken om de film te zien, kon ik vanuit mijn enthousiasme het niet laten om te kijken of ik al gelekte scènes op YouTube terug kon vinden. Uiteraard lukte dit. Toen de film in de bioscoop uitgebracht was, duurde het niet lang voordat er uitgelekte scènes van het gevecht tussen de T-Rex en de Indominus Rex in lage kwaliteit te vinden waren op YouTube. Het nieuws dat ik de T-Rex, de originele T-Rex uit Jurassic Park (1993), zou zien vechten met een andere grote dinosaurus, zorgde er voor dat ik nog enthousiaster werd om Jurassic World te zien. Dit gevoel van enthousiasme en plezier ben ik nooit verloren bij het kijken van Jurassic World. Ondanks dat de film zeker zijn gebreken en kritiekpunten bevat, heeft Jurassic World – net zoals alle andere films uit deze franchise – een speciaal plekje in mijn hart.
Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.
Wild Heart is een familiefilm die vooral geschikt is voor paardenmeisjes en paardenliefhebbers. Regisseur Markus Dietrich weet op een magische manier de schoonheid van paarden weer te geven in deze film. Hierbij levert hij een spannend avontuur waarin het jonge hoofdpersonage en haar vrienden hun angsten leren te overwinnen. In Wild Heart hebben de jonge pubers te maken met angsten dat ze er niet bij zullen horen of begrepen zullen worden. Het jonge hoofdpersonage Anne vermomd deze onzekerheden door zichzelf passief agressief op te stellen tegen haar geliefden. Anne heeft, zachtjes uitgedrukt, nogal temperament problemen in Wild Heart. Desondanks wordt haar boosheid wel onderbouwd en uitgelegd. De filmtoeschouwers zullen haar boosheid en frustraties begrijpen, zelfs op de momenten dat ze haar woede onterecht uit richting haar geliefden. Wild Heart geeft op een theatrale manier de emoties van de personages weer. Hierbij worden gewaagde onderwerpen en woordkeuzes gebruikt om zo ook jonge pubers proberen over te halen Wild Heart te kijken. Helaas is het onduidelijk voor welke leeftijdsgroep deze kinderfilm het geschiktst is. De jonge personages gedragen zich over het algemeen meer als prepubers. Toch laten de stoere woordkeuzes en de gedurfde onderwerpen het lijken alsof de personages meer pubers dan prepubers zijn. De film mist een duidelijke regievisie. Het helpt Wild Heart ook niet dat het verhaal totaal niet origineel is. Ondanks deze kritiekpunten is Wild Heart een leuke film de bijzondere band tussen mens en paard mooi weergeeft.
Deadpool is teruggekeerd naar het witte doek om samen met Wolverine deel te nemen aan het Marvel Cinematic Universe. Deadpool & Wolverine is de 34ste film uit het Marvel Cinematic Universe en het eerste deel van een schijnbaar nieuwe golf X-Men films. Het is ook de eerste R-rated film uit het MCU en dat is maar goed ook, want Deadpool zou een heel stuk irritanter zijn als kindvriendelijke antiheld. Deadpool & Wolverine is niet alleen de 34ste film in het Marvel Cinematic Universe. Het is ook een direct vervolg op Deadpool (2016) en Deadpool 2 (2018). Deadpool & Wolverine heeft niet alleen de taak gekregen om een hilarische afsluitende film van de Deadpool filmtrilogie te worden. Deze derde Deadpool film moet ook een eervolle en logische reden geven voor de terugkeer van acteur Hugh Jackman als Wolverine. Jackman zagen filmtoeschouwers voor het laatst als Wolverine in Logan (2017). Aan het einde van deze film leek de acteur voorgoed te stoppen met zijn rol als held Wolverine. Zowel Jackman als Wolverine kregen een prachtig afscheid van het superheldenfilmgenre. Toch lukte het Marvel Studios en Deadpool acteur Ryan Reynolds om Jackman ervan te overtuigen terug te keren in zijn meest iconische rol. De spanningen liggen hoog, omdat zowel de filmmakers als de filmliefhebbers niet graag Jackmans beste film als Wolverine, Logan (2017), verpest zouden zien worden. De verwachtingen liggen nog hoger dan normaal doordat er de laatste tijd veel sprake van vermoeidheid en desinteresse rondom superhelden films heeft plaatsgevonden. Om deze reden brengt Marvel Studios dit jaar ook alleen Deadpool & Wolverine uit in de bioscoop. Marvel Studios hoopt op deze manier met Deadpool & Wolverine nieuwe interesse op te wekken voor het Marvel Cinematic Universe.
Abigail is een simpele, maar uiterst effectieve en grappige horrorfilm waarin niemand elkaar kan vertrouwen. In de film wordt er op een sterke manier gebruik gemaakt van metaforen. Een van de leukste en creatiefste metaforen vindt plaats tijdens de scène waarin Kathryn Newtons personage Sammy een oude Woody Woodpecker cartoon kijkt. In de cartoon zien we hoe een spook zich angstaanjagend opstelt tegenover Woody Woodpecker. In plaats van dat het kleurrijke tekenfilmfiguurtje bang wordt, doet Woody Woodpecker het spook na. Hierbij komt Woody Woodpecker enger, monsterlijker en gevaarlijker over dan het spook. Het onverwachte gevaarlijke karakter van Woody Woodpecker is een mooi metafoor voor het personage Abigail in deze film. De criminelen denken in deze film, net zoals het spook uit de cartoon, het echte gevaar te vormen. In werkelijkheid horen deze groep tweederangs criminelen bang te zijn voor Abigail, net zoals het spook uit de cartoon bang hoort te zijn voor Woody Woodpecker. In Abigail spelen de regisseurs Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillet op een fantasierijke manier met de verwachtingen van het filmpubliek waarbij ze tegelijkertijd een eigen bloederige kijk leveren op de vampierenfilm.