Voor een dramafilm oogt The Great Silence regelmatig ook als een thriller en horrorfilm. Hierbij wordt er vooral in gespeeld op het angstaanjagende rouwproces, waarbij schuldgevoelens snel afgewisseld worden met gebeden voor vergiffenis. In The Great Silence speelt regisseur Katrine Brocks namelijk met het concept van verantwoordelijkheid bij rouwverwerking. Want kan er überhaupt iemand aangewezen die direct verantwoordelijk is bij een ongelukkig ongeval? Brocks lijkt in deze speelfilm deze vraag te willen onderzoeken. Hierbij speelt ze met haar film The Great Silence ook in op religieuze thema’s als hervorming en herrijzenis. De regievisie van Brocks is een van de sterkste aspecten uit deze film. The Great Silence bevat daarnaast een krachtige acteerprestatie van de nog steeds geweldige actrice Kristine Kujath Thorp. De actrice weet samen met Brocks te laten zien hoe religie gebruikt (of eerder misbruikt) kan worden om rouwverwerking en schuldgevoelens te vermijden. Naast Kujath Thorp weten ook Elliott Crosset Hove en Karen-Lise Mynster te overtuigen met hun acteerprestaties. De grootste sterren van de film zijn toch de crewleden van de geluidsafdeling. Ze leveren briljant en groots geluid af. De geluidsafdeling werk laat The Great Silence klinken als de luidruchtige kalmte voor een nog grotere oorverdovende stille storm. De juiste afwisseling tussen nerveuze repetitieve kleine geluiden en grootse stille momenten, zorgt voor meerdere momenten waar de filmtoeschouwers hun schreeuwende gedachten over dit filmverhaal niet meer kunnen beheersen. De film is dus op het technische gebied van geluid simpelweg een meesterwerk. Toch is deze Deense dramafilm door enkele minpunten niet volledig een meesterwerk geworden.
Casper en Emma en de Gouden Ring is een zomerse muzikale film waar familieplezier en vriendschap centraal staan. Ondanks dat deze Noorse familiefilm vermakelijk is, kan er zeker gezegd worden dat dit geen meesterlijke kinderfilm is. Dat hoeft de film in principe ook niet te zijn. De cast en crew lijken dit te hebben geweten. Ze hebben daarom de focus gelegd op het vertellen van een zo’n vermakelijk, avontuurlijk en humoristisch filmverhaal. Casper en Emma en de Gouden Ring mag als film dan cliché en niet bepaald buitengewoon zijn, maar het slaagt er wel in om het hele gezin te vermaken. Casper en Emma en de Gouden Ring bevat daarnaast een mooi thema over het accepteren van je leeftijd. Regisseur Marianne Sand laat sterk zien hoe ouder worden lastig kan zijn. Sand speelt hierbij ook met een narratief waarin een van de personages zijn innerlijke jeugdigheid terug weet te vinden, terwijl hetzelfde personage ook het levensproces van ouder worden, leert te accepteren. Casper en Emma en de Gouden Ring speelt niet alleen met een avontuurlijk filmverhaal vol ontdekkingen rondom Atlantis, maar ook met de melancholische complexiteit van ouder worden. Ook spelen vriendschap en familie een belangrijke rol in deze Noorse kinderfilm. Doordat Casper en Emma en de Gouden Ring zowel onderwerpen voor volwassenen en (jonge) kinderen bevat, kan ik vol overtuiging zeggen dat dit een leuke familiefilm is. De film is niet een filmisch hoogstandje, maar wel een vermakelijke film dat geschikt is voor een leuk familie-uitje.
Cocaine Bear is het perfecte voorbeeld van een film die niet goed zijn voeting weet te vinden gedurende zijn speeltijd. Regisseur Elizabeth Banks lijkt moeite te hebben gehad met het uitvogelen van het verhaal dat ze met haar komedie horrorfilm wilde vertellen. Het resultaat is een rommelige film bestaande uit willekeurige verhaallijnen en gebeurtenissen die magertjes verbonden aan elkaar zijn. Toch mag er zeker gezegd worden dat Cocaine Bear regelmatig potentie toonde om een goede horrorfilm te kunnen zijn geworden. De humor en grappen uit deze komedie horrorfilm halen vooral de kracht van Cocaine Bear naar beneden. Helaas zijn er nog veel meer kritiekpunten op te noemen over deze film. Zo zorgen Banks en scenarioschrijver Jimmy Warden voor een slap verhaal waarbij de toon alle kanten op schiet. De film bevat ook nog te veel slaapverwekkende personages. Gelukkig weten de acteurs Alden Ehrenreich en O’Shea Jackson Jr. samen nog enig vermaak te brengen met hun personages. Cocaine Bear is niet een verschrikkelijk slechte film, maar het is wel een van de teleurstellendste die ik in een lange tijd heb gezien. De film had een goede horrorfilm kunnen zijn geworden. Helaas zijn Banks en Warden met Cocaine Bear een andere richting opgegaan. Een richting waarbij het verhaal volgepropt zit met domme grappen, onnodige verhaallijnen en saaie personages.
Christopher Nolans nieuwste film Oppenheimer is een groot succes. Zo heeft de film wereldwijd al ruim 569 miljoen Amerikaanse dollars opgebracht. Hiermee is Oppenheimer de (Amerikaanse) film over de Tweede Wereldoorlog met de hoogste bioscoopomzet aller tijden geworden. De iconische filmmaker en regisseur verslaat hiermee zijn eerder uitgekomen eigen film Dunkirk. Dunkirk was hiervoor de Tweede Wereldoorlog film met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Zo bracht die film ruim 527 miljoen Amerikaanse dollars op. Oppenheimer heeft ook al meer bioscoopomzet opgebracht dan Steven Spielbergs oorlogsfilm klassieker Saving Private Ryan. Deze Spielberg film staat met een opbrengst van ruim 482 miljoen Amerikaanse dollars op de derde plaats van Tweede Wereldoorlog films met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Oppenheimer is niet alleen een commercieel succes. Nolans nieuwste film wordt ook uitstekend ontvangen door recensenten. Daarnaast lijkt ook het alledaagse filmpubliek onder de indruk te zijn van Oppenheimer. Maar wat maakt Nolans nieuwste film zo’n groot succes? Is het deels te danken aan de marketing hype die het ontving samen met Greta Gerwigs Barbie film? Voor een bepaald deel zal dit zeker het geval zijn geweest. Toch heb ik zelf het gevoel dat het succes van Oppenheimer meer te danken is aan de grootse naam die Nolan voor zichzelf heeft weten te maken. Met films als The Dark Knight, Inception en Interstellar heeft de filmmaker zichzelf weten te vestigen als een gerenommeerd filmmaker. Daarnaast lijken filmtoeschouwers op zoek te zijn naar originelere genrefilms. Het afgelopen jaar heeft laten zien hoe de normaal sterk bezochte superhelden films het zwaarder verduren te hebben gekregen. De sterk bezochte superhelden films zijn omgewisseld voor een diverse reeks van sterk bezochte speelfilms. Zo lijkt het succes van films als Barbie en The Super Mario Bros. Movie te vertonen dat filmtoeschouwers op zoek zijn naar nieuwe potentiële filmfranchises. Het succes van vervolgen als Creed III en John Wick: Chapter 4 laat zien dat een groot filmpubliek zeker interesse heeft om vervolgen in een langer lopende filmfranchise te bezoeken. De wens naar kwalitatief en innovatief sterke blockbusters werkt nauw samen met de releasedata van deze films. Door films als Creed III en John Wick: Chapter 4 in rustigere maanden te plaatsen, hebben deze films de kans gehad om zo’n succes te worden. Hierbij heeft mond-tot-mondreclame ook een belangrijke rol gespeeld. Het is bizar dat Oppenheimer – een biografische thriller en dramafilm over de vader van de atoombom – het zo goed doet tijdens enkele van de drukst bezochte filmmaanden van het jaar. Het is bijna een ongekend wonder. Het succes van Oppenheimer lijkt aan meerdere redenen te danken te zijn, waarvan de grootste toch wel de kwaliteit van de film lijkt te zijn. Zo lukt het Nolan om in zijn nieuwste speelfilm om het titulaire hoofdpersonage net zo raadselachtig en mysterieus te portretteren als de massamoordwapens waarvoor hij bekend is komen te staan. Nolan laat met Oppenheimer zien dat er niet genoeg woorden – of eerder dialogen en visuele beelden – zijn die J. Robert Oppenheimers leven kunnen omvatten. Nolans nieuwste speelfilm is zeker een meesterwerk met gebreken. Dit neemt niet weg dat Oppenheimer een film is die de wereld niet snel zal vergeten – net zoals de echt gebeurde evenementen uit deze biografische film niet vergeten zijn tot op de dag van vandaag.
Once Upon a Time … in Hollywood is een van Quentin Tarantino’s best geregisseerde films. Daarnaast is het ook een van zijn volwassenste en, voor hem, buitengewoonste films. Once Upon a Time … in Hollywood is vooral meer volwassen en buitengewoon, doordat de focus van zijn regievisie verschoven is. De focus van het verhaal ligt ditmaal minder op het bloederige spektakel vol actiescènes en scherp geleverde iconische dialogen. In plaats daarvan legt Tarantino de focus op het verfilmen van een audiovisueel poëtische liefdesbrief aan het snel veranderende filmlandschap van de jaren 1960. Tarantino heeft met Once Upon a Time … in Hollywood een eerbetoon gegeven aan de laatste gouden jaren van Hollywood. Hierbij speelt de regisseur met diepgaande thema’s rondom de opkomst en afgang van populaire filmacteurs. Daarnaast laat hij zien hoe filmgenres als de Western hun loodje begonnen te leggen door de toename van televisie- en massacultuur. Naast dit alles weet de sterke filmmaker ook nog een bijzonder portret weer te geven van het leven van Sharon Tate. Hierbij weet Tarantino op een subtiele en mooie manier weer te geven hoe de dood van deze actrice de veranderingen in de filmindustrie van de jaren 1960 sneller heeft laten verlopen. Dit laat de filmmaker zien door juist in zijn verhaal met de echt gebeurde geschiedenis te spelen. Door waargebeurde moorden en gruwelijke evenementen anders uit te laten spelen, laat de filmmaker op een melancholische, maar prachtige manier zien dat de grote veranderingen in Hollywood altijd zouden hebben plaatsgevonden. Zelfs al zouden onschuldige iconen uit de filmindustrie in een alternatieve realiteit gespaard zijn gebleven. Hiermee speelt de filmmaker in op de bijzondere geaardheid van Hollywood en de filmwereld in zijn geheel: een wereld altijd in ontwikkeling. Een wereld die niet gestopt kan worden door individuele tragische gebeurtenissen, maar hierdoor wel enorm kan veranderden. Once Upon a Time … in Hollywood is hiermee een sprookjesachtige hertelling geworden van een belangrijk tijdperk uit de filmgeschiedenis, waarbij Tarantino de ware geaardheid van de filmindustrie bloot weet te stellen.
Transformers: Rise of the Beasts bevat helaas niet hetzelfde niveau van emotionele diepgang en aangrijpende verhaallijnen zoals zijn voorganger – Bumblebee uit 2018. Toch biedt dit vervolg zeker wel hetzelfde gehalte van spectaculaire actie. Eigenlijk bevat Transformers: Rise of the Beasts nog meer brute actiescènes dan Bumblebee. Daar ligt de grootste kracht van dit vervolg. Tegelijkertijd is dit ook het grootste minpunt van deze film. Hoe kan het grootste pluspunt van een film direct ook zijn achilleshiel zijn? Let me explain. Bumblebee wist een mooie balans te vinden tussen actiescènes, emotionele diepgang en een aangrijpend verhaal. Als filmkijker werd je hierdoor nog meer meegenomen in deze filmwereld, waardoor elke actiescène ook aanvoelde als een noodzaak. Transformers: Rise of the Beasts streeft ernaar om dezelfde balans te vinden, maar als puntje bij paaltje komt, kiest regisseur Steven Caple Jr. om de actiescènes voorrang te geven. In principe is dit geen groot drama, want dit is uiteindelijk een sciencefiction-actiefilm. Toch had ik zelf gehoopt op een Transformers film die, net zoals Bumblebee, een betere samenhang wist te vinden tussen brute actie en aangrijpend verhaal. De actiescènes zijn ook zeker weer explosief en spectaculair aanwezig, maar de emotionele kern van het verhaal komt hiermee op een tweede plaats te staan.
Marlowe bevat een nogal nietszeggend verhaal en een – zachtjes uitgedrukt – rommelige regievisie. Toch moet ik eerlijk toegeven dat ik tot op zekere hoogte wel heb genoten van het kijken van deze film. Marlowe is als film verreweg van perfect. Sterker nog, de film is niet bepaald heel goed te noemen, maar dit neemt niet weg dat ik toch wat plezier uit deze film heb kunnen halen. Dit is grotendeels te danken aan het acteerwerk van de cast en het visuele uiterlijk van deze filmwereld. Van de cast steelt hoofdrolspeler Liam Neeson uiteraard de show. Neeson is ondertussen al boven de zeventig jaar oud. De acteur benadrukt met een stuk dialoog van zijn personage Philip Marlowe dat hij te oud wordt voor dit soort zaken. Toch weet Neeson als zeventigplusser een bepaalde vorm van flexibiliteit en speelsheid te vinden. De acteur lijkt te weten dat hij op leeftijd is en gebruikt dit in Marlowe als zijn kracht. Neeson en regisseur Neil Jordan zijn ervan overtuigd dat de filmtoeschouwers weten wie de hoofdrolspeler is. Sterker nog, ze gaan ervan uit dat hij de grootste reden is dat je zult kijken en genieten van deze film. En daar hebben ze zeker een punt. Neeson is een icoon en de cast (en crew) weten van dit feit op de juiste manier gebruik te maken. Toch bevat Marlowe, zoals ik al eerder zei, een nogal slap verhaal. Of eerder: de film bevat amper een verhaal. Marlowe bevat wel elementen die uitgewerkt hadden kunnen worden tot iets groots en spectaculairs, maar in plaats daarvan eindigt de film als een soort testament en eerbetoon naar soortgelijke films die deze grootsheid wel hebben weten te bereiken.
Munch is het soort film dat behoort tot een subgenre van historische en biografische dramafilms die gaan over kunstenaars. Net zoals soortgelijke films – denk aan At Eternity’s Gate en Lust for Life – weet de film schoonheid te vinden in het (regelmatig) sombere leven van een kunstenaar. In dit geval is de kunstenaar is kwestie niemand minder dan Edvard Munch. Filmmaker en regisseur Henrik Martin Dahlsbakken weet met zijn film in te spelen op de prachtige aard van melancholische herinneringen die als flitsen voorbij schieten terwijl je terugkijkt op het leven. De regisseur bewandelt met zijn film Munch een onconventioneel pad wat betreft biografische en historische dramafilms over kunstenaars. Martin Dahlsbakken legt in zijn film de focus niet op het verhaal van Munchs leven. In plaats daarvan gebruikt hij de film – en het bijhorende verhaal – om de diepgewortelde emoties van een van de grootste kunstenaars aller tijden te bestuderen. Acteur Alfred Ekker Strande, die de jongvolwassen en 21-jarige versie van de kunstenaar speelt, zegt in de film: “Sometimes, the plot isn’t the most important thing. It’s more about finding a certain frequency or one specific emotion.” De regisseur streeft ernaar dit te bereiken met Munch. En raad eens? Dit lukt hem ook nog eens. Martin Dahlsbakken weet op een briljante manier de hoopvolle melancholische geaardheid van Edvard Munch de rode draad van zijn speelfilm te maken. Doordat het verhaal van de film op de tweede plaats komt te staan, bevat Munch wel wat structurele problemen in het verhaalverloop en het tempo van het verhaal. Hierdoor kunnen filmtoeschouwers op enkele momenten verward naar het scherm kijken. Dit kritiekpunt mag dan, voor mij, een van de weinige minpunten zijn aan de speelfilm, maar het is wel direct een grote.
Aftersun zal als film niet voor iedere filmliefhebber of alledaagse bioscoopbezoeker geschikt zijn. Dit is niet al te gek, want we leven momenteel in een filmlandschap waar blockbusters en superhelden films (nog steeds) het grote scherm overheersen. Filmliefhebbers en bioscoopbezoekers die alleen naar grote scherm gaan voor dit soort films, zullen Aftersun waarschijnlijk niet vinden. Charlotte Wells’ regiedebuut is namelijk een artistieke en onafhankelijke film die langzaam op gang komt. Aftersun wint hiermee ook het recht om de term slow-burn film toegewezen te krijgen. Net zoals andere slow-burn films, bevat Aftersun een verhaal dat op een eigen en langzame tempo verteld wordt. Hierdoor krijgen de personages, conflicten en verhaallijnen meer de tijd om ontwikkeld te worden. In het verhaal van Aftersun ligt de focus dus ook meer op humane interacties en onderlinge relaties. Daarnaast wordt er hevig gehint dat Paul Mescals personage Calum worstelt met een flinke depressie. Het verhaal van Aftersun bevat dus tegelijkertijd een verhaal dat langzaam op gang komt en zware thema’s bespreekt. Deze redenen alleen zijn al genoeg voor veel filmliefhebbers en alledaagse bioscoopbezoekers om af te haken bij het kijken (of überhaupt beginnen) aan deze film. En dat is extreem zonde! Aftersun mag dan een van de deprimerendste films zijn die ik in een lange tijd heb gezien, maar het is tegelijkertijd ook een van de beste en mooiste films.
John Wick: Chapter 4 geeft zijn filmpubliek een niet te stoppen en constante adrenalinestoot. De film is hiermee een hoogtepunt geworden uit het genre van de actiefilm. John Wick: Chapter 4 levert knettergekke spektakelstukken vol bizarre actiescènes waarbij meerdere “immovable objects” een “unstoppable force” tegenkomen. De niet te stoppen kracht die deze onbeweeglijke objecten (of eerder mensen) tegenkomen, is uiteraard niemand minder dan John Wick. Naast meerdere indrukwekkende actiescènes bevat deze vierde John Wick film ook uitstekend stuntwerk. Regisseur Chad Stahelski en stunt coördinator Scott Rogers leveren met John Wick: Chapter 4 een duidelijke oproep waarom stuntwerk meer gerenommeerd en gevierd hoort te worden. Stuntwerk is een vak apart, maar net zoals bijvoorbeeld motion capture acteerwerk en animatie, wordt deze belangrijke toevoeging aan het filmlandschap nog regelmatig ondergewaardeerd. Voordat Stahelski de John Wick films regisseerde, was de Amerikaan vooral actief als stunt coördinator. Dat de vier John Wick films dus uitstekend stuntwerk, stunt choreografie en actiescènes bevatten, is niet bepaald apart. Stahelski nam zijn kennis mee als stuntman en paste dit als regisseur toe over de vier John Wick films. Bij elke film worden de stunts grootser, spectaculairder en intenser. Dit is waarschijnlijk te danken aan het feit dat Stahelski zowel als stuntman en regisseur is gegroeid per uitgebrachte film. John Wick: Chapter 4 is hiermee dan ook zijn juweel dat als een bekroonde kers op een taart staat. Simpel gezegd: deze vierde film uit deze franchise is overduidelijk het beste geregisseerde deel.