Once Upon a Time … in Hollywood is een van Quentin Tarantino’s best geregisseerde films. Daarnaast is het ook een van zijn volwassenste en, voor hem, buitengewoonste films. Once Upon a Time … in Hollywood is vooral meer volwassen en buitengewoon, doordat de focus van zijn regievisie verschoven is. De focus van het verhaal ligt ditmaal minder op het bloederige spektakel vol actiescènes en scherp geleverde iconische dialogen. In plaats daarvan legt Tarantino de focus op het verfilmen van een audiovisueel poëtische liefdesbrief aan het snel veranderende filmlandschap van de jaren 1960. Tarantino heeft met Once Upon a Time … in Hollywood een eerbetoon gegeven aan de laatste gouden jaren van Hollywood. Hierbij speelt de regisseur met diepgaande thema’s rondom de opkomst en afgang van populaire filmacteurs. Daarnaast laat hij zien hoe filmgenres als de Western hun loodje begonnen te leggen door de toename van televisie- en massacultuur. Naast dit alles weet de sterke filmmaker ook nog een bijzonder portret weer te geven van het leven van Sharon Tate. Hierbij weet Tarantino op een subtiele en mooie manier weer te geven hoe de dood van deze actrice de veranderingen in de filmindustrie van de jaren 1960 sneller heeft laten verlopen. Dit laat de filmmaker zien door juist in zijn verhaal met de echt gebeurde geschiedenis te spelen. Door waargebeurde moorden en gruwelijke evenementen anders uit te laten spelen, laat de filmmaker op een melancholische, maar prachtige manier zien dat de grote veranderingen in Hollywood altijd zouden hebben plaatsgevonden. Zelfs al zouden onschuldige iconen uit de filmindustrie in een alternatieve realiteit gespaard zijn gebleven. Hiermee speelt de filmmaker in op de bijzondere geaardheid van Hollywood en de filmwereld in zijn geheel: een wereld altijd in ontwikkeling. Een wereld die niet gestopt kan worden door individuele tragische gebeurtenissen, maar hierdoor wel enorm kan veranderden. Once Upon a Time … in Hollywood is hiermee een sprookjesachtige hertelling geworden van een belangrijk tijdperk uit de filmgeschiedenis, waarbij Tarantino de ware geaardheid van de filmindustrie bloot weet te stellen.
Transformers: Rise of the Beasts bevat helaas niet hetzelfde niveau van emotionele diepgang en aangrijpende verhaallijnen zoals zijn voorganger – Bumblebee uit 2018. Toch biedt dit vervolg zeker wel hetzelfde gehalte van spectaculaire actie. Eigenlijk bevat Transformers: Rise of the Beasts nog meer brute actiescènes dan Bumblebee. Daar ligt de grootste kracht van dit vervolg. Tegelijkertijd is dit ook het grootste minpunt van deze film. Hoe kan het grootste pluspunt van een film direct ook zijn achilleshiel zijn? Let me explain. Bumblebee wist een mooie balans te vinden tussen actiescènes, emotionele diepgang en een aangrijpend verhaal. Als filmkijker werd je hierdoor nog meer meegenomen in deze filmwereld, waardoor elke actiescène ook aanvoelde als een noodzaak. Transformers: Rise of the Beasts streeft ernaar om dezelfde balans te vinden, maar als puntje bij paaltje komt, kiest regisseur Steven Caple Jr. om de actiescènes voorrang te geven. In principe is dit geen groot drama, want dit is uiteindelijk een sciencefiction-actiefilm. Toch had ik zelf gehoopt op een Transformers film die, net zoals Bumblebee, een betere samenhang wist te vinden tussen brute actie en aangrijpend verhaal. De actiescènes zijn ook zeker weer explosief en spectaculair aanwezig, maar de emotionele kern van het verhaal komt hiermee op een tweede plaats te staan.
Marlowe bevat een nogal nietszeggend verhaal en een – zachtjes uitgedrukt – rommelige regievisie. Toch moet ik eerlijk toegeven dat ik tot op zekere hoogte wel heb genoten van het kijken van deze film. Marlowe is als film verreweg van perfect. Sterker nog, de film is niet bepaald heel goed te noemen, maar dit neemt niet weg dat ik toch wat plezier uit deze film heb kunnen halen. Dit is grotendeels te danken aan het acteerwerk van de cast en het visuele uiterlijk van deze filmwereld. Van de cast steelt hoofdrolspeler Liam Neeson uiteraard de show. Neeson is ondertussen al boven de zeventig jaar oud. De acteur benadrukt met een stuk dialoog van zijn personage Philip Marlowe dat hij te oud wordt voor dit soort zaken. Toch weet Neeson als zeventigplusser een bepaalde vorm van flexibiliteit en speelsheid te vinden. De acteur lijkt te weten dat hij op leeftijd is en gebruikt dit in Marlowe als zijn kracht. Neeson en regisseur Neil Jordan zijn ervan overtuigd dat de filmtoeschouwers weten wie de hoofdrolspeler is. Sterker nog, ze gaan ervan uit dat hij de grootste reden is dat je zult kijken en genieten van deze film. En daar hebben ze zeker een punt. Neeson is een icoon en de cast (en crew) weten van dit feit op de juiste manier gebruik te maken. Toch bevat Marlowe, zoals ik al eerder zei, een nogal slap verhaal. Of eerder: de film bevat amper een verhaal. Marlowe bevat wel elementen die uitgewerkt hadden kunnen worden tot iets groots en spectaculairs, maar in plaats daarvan eindigt de film als een soort testament en eerbetoon naar soortgelijke films die deze grootsheid wel hebben weten te bereiken.
Munch is het soort film dat behoort tot een subgenre van historische en biografische dramafilms die gaan over kunstenaars. Net zoals soortgelijke films – denk aan At Eternity’s Gate en Lust for Life – weet de film schoonheid te vinden in het (regelmatig) sombere leven van een kunstenaar. In dit geval is de kunstenaar is kwestie niemand minder dan Edvard Munch. Filmmaker en regisseur Henrik Martin Dahlsbakken weet met zijn film in te spelen op de prachtige aard van melancholische herinneringen die als flitsen voorbij schieten terwijl je terugkijkt op het leven. De regisseur bewandelt met zijn film Munch een onconventioneel pad wat betreft biografische en historische dramafilms over kunstenaars. Martin Dahlsbakken legt in zijn film de focus niet op het verhaal van Munchs leven. In plaats daarvan gebruikt hij de film – en het bijhorende verhaal – om de diepgewortelde emoties van een van de grootste kunstenaars aller tijden te bestuderen. Acteur Alfred Ekker Strande, die de jongvolwassen en 21-jarige versie van de kunstenaar speelt, zegt in de film: “Sometimes, the plot isn’t the most important thing. It’s more about finding a certain frequency or one specific emotion.” De regisseur streeft ernaar dit te bereiken met Munch. En raad eens? Dit lukt hem ook nog eens. Martin Dahlsbakken weet op een briljante manier de hoopvolle melancholische geaardheid van Edvard Munch de rode draad van zijn speelfilm te maken. Doordat het verhaal van de film op de tweede plaats komt te staan, bevat Munch wel wat structurele problemen in het verhaalverloop en het tempo van het verhaal. Hierdoor kunnen filmtoeschouwers op enkele momenten verward naar het scherm kijken. Dit kritiekpunt mag dan, voor mij, een van de weinige minpunten zijn aan de speelfilm, maar het is wel direct een grote.
Aftersun zal als film niet voor iedere filmliefhebber of alledaagse bioscoopbezoeker geschikt zijn. Dit is niet al te gek, want we leven momenteel in een filmlandschap waar blockbusters en superhelden films (nog steeds) het grote scherm overheersen. Filmliefhebbers en bioscoopbezoekers die alleen naar grote scherm gaan voor dit soort films, zullen Aftersun waarschijnlijk niet vinden. Charlotte Wells’ regiedebuut is namelijk een artistieke en onafhankelijke film die langzaam op gang komt. Aftersun wint hiermee ook het recht om de term slow-burn film toegewezen te krijgen. Net zoals andere slow-burn films, bevat Aftersun een verhaal dat op een eigen en langzame tempo verteld wordt. Hierdoor krijgen de personages, conflicten en verhaallijnen meer de tijd om ontwikkeld te worden. In het verhaal van Aftersun ligt de focus dus ook meer op humane interacties en onderlinge relaties. Daarnaast wordt er hevig gehint dat Paul Mescals personage Calum worstelt met een flinke depressie. Het verhaal van Aftersun bevat dus tegelijkertijd een verhaal dat langzaam op gang komt en zware thema’s bespreekt. Deze redenen alleen zijn al genoeg voor veel filmliefhebbers en alledaagse bioscoopbezoekers om af te haken bij het kijken (of überhaupt beginnen) aan deze film. En dat is extreem zonde! Aftersun mag dan een van de deprimerendste films zijn die ik in een lange tijd heb gezien, maar het is tegelijkertijd ook een van de beste en mooiste films.
John Wick: Chapter 4 geeft zijn filmpubliek een niet te stoppen en constante adrenalinestoot. De film is hiermee een hoogtepunt geworden uit het genre van de actiefilm. John Wick: Chapter 4 levert knettergekke spektakelstukken vol bizarre actiescènes waarbij meerdere “immovable objects” een “unstoppable force” tegenkomen. De niet te stoppen kracht die deze onbeweeglijke objecten (of eerder mensen) tegenkomen, is uiteraard niemand minder dan John Wick. Naast meerdere indrukwekkende actiescènes bevat deze vierde John Wick film ook uitstekend stuntwerk. Regisseur Chad Stahelski en stunt coördinator Scott Rogers leveren met John Wick: Chapter 4 een duidelijke oproep waarom stuntwerk meer gerenommeerd en gevierd hoort te worden. Stuntwerk is een vak apart, maar net zoals bijvoorbeeld motion capture acteerwerk en animatie, wordt deze belangrijke toevoeging aan het filmlandschap nog regelmatig ondergewaardeerd. Voordat Stahelski de John Wick films regisseerde, was de Amerikaan vooral actief als stunt coördinator. Dat de vier John Wick films dus uitstekend stuntwerk, stunt choreografie en actiescènes bevatten, is niet bepaald apart. Stahelski nam zijn kennis mee als stuntman en paste dit als regisseur toe over de vier John Wick films. Bij elke film worden de stunts grootser, spectaculairder en intenser. Dit is waarschijnlijk te danken aan het feit dat Stahelski zowel als stuntman en regisseur is gegroeid per uitgebrachte film. John Wick: Chapter 4 is hiermee dan ook zijn juweel dat als een bekroonde kers op een taart staat. Simpel gezegd: deze vierde film uit deze franchise is overduidelijk het beste geregisseerde deel.
The Flash is een indrukwekkende, maar imperfecte superhelden film. De film is niet de beste superhelden film aller tijden geworden. Toch had de film wel de potentie om die te kunnen worden. Zo bevat de film zowel op thematisch als emotioneel vlak een van de gelaagdste verhalen van alle superhelden films. Barry Allen maakt als het hoofdpersonage sterke karakterontwikkelingen mee doordat hij echt leert omgaan met de consequenties van zijn acties. Daarnaast heeft dit hoofdpersonage duidelijke karaktermotivaties en een krachtig ontwikkeld achtergrondverhaal. The Flash werd in de marketing van de speelfilm niet weergegeven als een film dat echt ging over het personage Barry Allen (en zijn turbulente leven als The Flash). Er werd op posters, trailers en foto’s veel gebruik gemaakt van de verschijningen van Michael Keatons Batman, Sasha Calle’s Supergirl en Michael Shannons Zod. Toch is The Flash een speelfilm dat echt gaat over het titulaire personage. Barry Allen wordt niet aan de zijkant gezet om ruimte te maken voor de verhalen van Batman, Supergirl of Zod. Deze drie laatst genoemde personages zijn echt bijpersonages die als middel gebruikt worden om het verhaal van Barry Allen verder te laten ontwikkelen. Hier is direct ook een van de grote problemen uit de film terug te zien. Niet alle onderdelen uit The Flash zijn even goed uitgewerkt. Het hoofdverhaal rondom Barry Allen is ongelofelijk sterk uitgewerkt, maar de andere verhaallijnen rondom de bijpersonages missen wat diepte of subtiliteit. Bovendien lijkt de film in de derde akte van de film als een supersnelle superheld door zijn verhaal heen te gaan. The Flash was, ironisch genoeg, een betere film geweest als het op meerdere momenten de tijd had genomen om het verhaal meer uit te werken en diepgang te geven. Ik geloof oprecht dat als The Flash nog wat langer uitgesteld was geweest dat de film echt een van de beste superhelden films had kunnen zijn geworden. De filmmakers hadden namelijk dan de visuele effecten, computer gegenereerde beelden en het verhaal nog sterker kunnen uitwerken.
Guardians of the Galaxy Vol. 3 had geen gemakkelijke taak voor zich. Zo moest deze derde Guardians of the Galaxy film het verhaal van deze groep superhelden en buitenbeentjes zo goed mogelijk concluderen. Daarnaast moet regisseur James Gunn met deze film het pad vervolgen dat de gebroeders Russo in hun films Avengers: Infinity War en Avengers: Endgame had uitgestippeld. Nu blijkt het te zijn dat dit een pad is dat Gunn liever anders had gezien. Zo liet de filmmaker recent weten dat hij niet blij was met de manier waarop zijn Guardians of the Galaxy gebruikt zijn in de laatste twee Avengers films. Naast een vervolg op de Guardians of the Galaxy films en de Avengers films, moest Guardians of the Galaxy Vol. 3 ook, zo ver als mogelijk, een losstaand verhaal kunnen vertellen. Gelukkig is Gunn niet onbekend met het maken van superhelden films. De filmmaker weet dan ook met vlag en wimpel te slagen met zijn derde Guardians of the Galaxy film. De filmmaker blijft trouw aan zijn visie voor het verhaal van de Guardians of the Galaxy. Gunn weet hoe hij op zijn manier het verhaal van deze helden kan vervolgen. Voelt Guardians of the Galaxy Vol. 3 regelmatig bomvol aan? Ja, dat kan zeker niet ontkend worden. Maar in context is dit ook niet per se zo raar. Het is de afsluitende film uit een trilogie over een groep superhelden. Deze groep superhelden komen daarnaast ook nog voor in andere films uit het Marvel Cinematic Universe. Hierdoor moet zowel het algehele verhaal van de franchise als het verhaal van deze specifieke superhelden groep en het verhaal van elke individuele superheld zo goed mogelijk afgerond zien te worden. Dus ja, Guardians of the Galaxy Vol. 3 bevat als een film een bomvol verhaal en een terugkerend rommelige narratieve structuur. Maar dit maakt de film niet direct slecht of überhaupt minder goed. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is simpelweg een ode aan de imperfecte superhelden en filmische personages. Hierdoor is het ook makkelijker te accepteren dat het filmverhaal zelf ook imperfect is. Ondanks dat de film dus een rommelige structuur en tempo in zijn verhaal bevat, blijft deze derde Guardians of the Galaxy film ook meesterlijk goed uitgewerkt.
De Franse filmmaker Alain Ughetto werkte ruim negen jaar aan zijn nieuwste film No Dogs or Italians Allowed. Dit is ook terug te zien aan de kwaliteit van deze bijzondere stop-motion klei-animatiefilm. Ughetto heeft een prachtige animatiefilm gemaakt waarin hij met gelaagde diepgang ingaat op de geschiedenis van zijn grootouders. Daarnaast weet de filmmaker met zijn stop-motion animatiefilm bijzonder goed in te spelen op de magie van vormen en materialen. Ughetto maakt op enkele momenten gebruik van opnames en beelden van locaties uit onze echte wereld. Daarbij laat de filmmaker zien hoe materialen en voorwerpen, uit de woonplaats van zijn voorouders, herbruikt kunnen worden om hun verhaal te vertellen in deze animatiefilm. Dit is een gewaagde keuze geweest, maar gelukkig voor Ughetto pakt deze keuze buitengewoon goed uit.
Regisseur Isoeb Bliadze probeert met zijn dramafilm A Room of My Own een verhaal te vertellen waarin het hoofdpersonage leert dat ze niet afhankelijk is van mannen om haar eigen keuzes te maken. Hierbij ligt de klemtoon op het woord “proberen”, want de regisseur weet dit niet goed weer te geven. A Room of My Own oogt juist eerder als het soort film waarin onbedoeld wordt weergegeven, wat het betekent om als jongvolwassene afhankelijk te zijn van een (in eerste instantie onbekende) leeftijdsgenoot. In plaats van dat thema’s als vrouwenemancipatie en zusterschap sterk aanbod komen, krijgen we eerder te zien hoe een extrovert een nieuwe introverte huisgenoot “adopteert”. In andere woorden: A Room of My Own schept een degelijk beeld van hoe huisgenoten, ondanks hun verschillende persoonlijkheden en levensstijlen, toch bevriend met elkaar kunnen raken. Bliadze laat zelfs zien dat een extrovert er voor kan zorgen dat een introvert iets meer uit (in dit geval) haar schelp kan kruipen. Het is jammer dat de focus van het verhaal op de verkeerde aspecten ligt, want in de basis zijn de kleinere verhaallijnen beter onderbouwd. Het verhaal wat de filmmakers nu proberen te vertellen oogt als een leeg omhulsel. In eerste instantie raak je enthousiast – een film over twee huisgenotes, waarin thema’s als lust, liefde en zusterschap voorbij komen? Count me in! Al snel blijkt niets minder waar te zijn. A Room of My Own gaat te braaf om met deze onderwerpen, waardoor de momenten van seksuele oriëntatie, lust en liefde in context te geseksualiseerd, ongepast en niet doeltreffend overkomen. A Room of My Own oogt nu eerder als een als mislukte porno film met een verwarde identiteitscrisis op narratief vlak.