Is The Lost World: Jurassic Park een perfecte film en net zo iconisch als zijn voorganger Jurassic Park? Nee. Bevat de film rommelige en problematische aspecten? Ja. Is de film nog steeds vermakelijk, interessant en simpelweg geweldig? Zeker! The Lost World: Jurassic Park is een cultklassieker onder de Steven Spielberg filmklassiekers. Ook al is de film verreweg van perfect, The Lost World: Jurassic Park levert genoeg geweldige, gruwelijke en spannende filmische momenten op. The Lost World: Jurassic Park blijft daarom ook een van de beste vervolgen op de filmklassieker Jurassic Park.
De Amerikaanse film Butcher’s Crossing laat zien dat niets permanent is, behalve de aard van de mens. In deze film, die zich afspeelt in het Wilde Westen in het jaar 1873, staat de aard van de mens dicht verbonden met de roep van de mens tot de natuur. Regisseur en scenarioschrijver Gabe Polsky laat zien dat deze oproep niet alleen verbonden staat aan het geromantiseerde idee van het Wilde Westen en ontdekkingsreizen, maar ook aan giftige mannelijkheid en het oneindig jagen op – in dit geval – buffels. Butcher’s Crossing laat een audiovisuele afdwaling in waanzin zien als de repetitieve geaardheid van jagen uitgebeeld wordt. Hiermee laten de filmmakers zien dat jagen de ontheiliging en vernietiging van de natuur is. Ondanks dat we bloederige moorden op buffels en ijzige verschrikkingen van de natuur te zien krijgen, bevat Butcher’s Crossing ook prachtige beelden van het Wilde Westen. De beelden van de bossen tot de grote vlakten zijn ontroerend mooi. De melancholische filmmuziek ondersteunt de ontroerende aard van deze prachtige beelden. Helaas is de filmmuziek van componist Leo Birenberg op enkele momenten te luid. Hierdoor zijn de dialogen van de personages niet altijd even goed te horen. Daarnaast zijn de dialogen minder scherp geschreven door de scenarioschrijvers (Polsky en Liam Satre-Meloy). Gelukkig weet de cast deze dialogen wel grandioos te leveren aan het filmpubliek. Naast de dialogen bevat het scenario een nog groter probleem, namelijk de repetitieve geaardheid van het verhaal. Butcher’s Crossing speelt te regelmatig met de repetitieve geaardheid van de romantisering van het Wilde Westen. We krijgen niet alleen herhalende beelden te zien van het jachtproces, maar ook hoe de schuldgevoelens het jonge hoofdpersonage Williams (letterlijk en figuurlijk) gek maken. Het is jammer dat het repetitieve scenario zelf het grootste minpunt van het filmverhaal is, want de film zit op audiovisueel vlak sterk in elkaar. Daarnaast geeft de film je genoeg informatie om over na te denken.
Met Asteroid City laat regisseur Wes Anderson de kunst van de ervaringsfilm zien. Een absurdistisch – en regelmatig onlogisch – verhaal zet goed de toon voor Andersons speelfilm neer. De filmmaker benadrukt dat het doel van creativiteit is om te voelen – niet om het te begrijpen of overanalyseren. Anderson gaat nog een stapje verder door indirect te zeggen dat het doel van creatievelingen is om hun verhaal zelfs te vertellen als ze het niet begrijpen. “Don’t try to understand it. Feel it,” zegt een van de bijpersonages in Christopher Nolans film Tenet. Hiermee lijkt de regisseur duidelijk in te spelen op de verwarring die filmtoeschouwers kunnen ervaren tijdens het kijken van de film. Andersons nieuwste speelfilm Asteroid City behoort – net zoals Tenet – tot het rijtje films die je beter kunt proberen te ervaren dan te begrijpen. Anderson speelt net zoals Nolan sterk in op het subgenre van de ervaringsfilm. Waar Nolan dit vooral deed op een audiovisueel gebied, pakt Anderson dit anders aan. In Asteroid City wordt het belang van de ervaringsfilm op zowel een audiovisueel als narratief gebied belicht. Op de voorgrond lijkt Asteroid City een absurdistische tragikomedie met veel glorieuze en humoristische onzin te zijn. Toch vertelt de film meer dan in eerste instantie overkomt. In zijn film laat Anderson zien dat creativiteit verbonden is aan sterfelijkheid. Niemand is onsterfelijk, maar de verhalen die we vertellen en onthouden, blijven bestaan. De regisseur gaat naar het basisdoel van alle creaties: het vertellen van verhalen. Anderson benadrukt hierbij dat het belangrijker is om een verhaal te kunnen voelen, dan te begrijpen. Asteroid City laat daarmee dualiteit van creativiteit zien, want om creatief te zijn moet je zowel beschikken over verbeeldingskracht als kritisch, reflecterend en analytisch vermogen. Creatief zijn is net zo lastig als het leven zelf. De regisseur lijkt dit te belichten door op meerdere aspecten te willen inspelen op thema’s rondom levenservaring(-en). In Asteroid City wordt richting het einde van de film meerdere malen gezegd: “You can’t wake up, if you don’t fall asleep.” Dit metafoor staat – naar mijn gevoel – voor het idee dat je gebeurtenissen in je leven eerst zal moeten voelen of ervaren. Op een later moment zul je pas begrijpen wat deze levenservaringen en gebeurtenissen voor je betekenen. Het accepteren van het niet altijd rooskleurige leven, vol ongemakkelijke levenservaringen en moeilijke emoties, zorgt ervoor dat je je eigen blauwdruk beter leert begrijpen. Eerst zul je moeten gaan verwerken en ervaren wie je bent. In Asteroid City hebben meerdere personages te maken met onzekerheden, identiteitsproblemen en onverwerkte trauma’s. Jason Schwartzmans Augie Steenbeck is emotioneel niet beschikbaar nadat hij zijn vrouw – en moeder van zijn vier kinderen – heeft verloren. Scarlett Johanssons Midge Campbell ziet haarzelf als een slechte moeder. Ze heeft haar kinderen niet als prioriteit heeft. Daar ervaart ze geen schuldgevoelens over. Sterker nog: deze heeft ze nooit gehad, maar wel gespeeld als actrice. Dit klein stukje dialoog is snel voorbij, maar het zegt zoveel over haar personage en de ware aard van Asteroid City als film. Anderson lijkt met Asteroid City het turbulente leven te willen onderzoeken. Wat zorgt ervoor dat we verhalen willen vertellen als het leven zo regelmatig verschrikkelijk en onbegrijpelijk is? De regisseur speelt op een wat rommelige, maar uitzonderlijke manier met al deze bovengenoemde thema’s. Dit heeft er toegeleid dat Asteroid City een toekomstige filmklassieker is die je minimaal een keer in je leven gezien moet hebben.
Jurassic Park is een epische film vol gruwelijk spektakel en adembenemende visuele beelden. De film oogt zowel oprecht als tijdloos. Jurassic Park is een fantastische filmrit die ook inspeelt op thema’s als familie en vriendschap. Ondanks het gebruik van grootse en spectaculaire filmscènes vol dinosaurussen, weet Jurassic Park het gevoel van authenticiteit te scheppen als een humane (familie-)film. De film bespreekt menselijke onderwerpen als hebzucht, kapitalisme, jaloezie, ouderschap, consumentisme en (technologische) vernieuwingen. In de film zijn de dinosaurussen voor een korte speeltijd op het scherm te zien. Dit is een groot onderdeel geworden van de mythische en mysterieuze filmmagie van Jurassic Park. Er kan geconcludeerd worden dat Jurassic Park om meerdere redenen ooit de succesvolste film ter wereld is geweest. Toen de film in 1993 in de bioscopen werd uitgebracht, veranderde het filmlandschap voor altijd. Sindsdien is de internationale filmwereld ook nooit meer hetzelfde geweest. Jurassic Park is – en blijft – een van de beste films aller tijden. Het is moeilijk om samen te vatten waarom deze film zo briljant is. Het is nog lastiger om met enkele woorden te omvatten wat deze film voor mij als persoon betekent en heeft betekend. Jurassic Park en de eerste twee vervolgen – The Lost World: Jurassic Park uit 1997 en Jurassic Park III uit 2001 – waren de eerste liveaction films die als jong kind echt een grootse indruk op me achter lieten. Jurassic Park is simpelweg een adembenemende film die mijn verbeelding en liefde voor film nog steeds in de ban heeft.
The Whale is een film die ik bewust voor een langere tijd heb vermeden te kijken. Dit komt vooral doordat ik net zoals het, door Brendan Fraser gespeelde, hoofdpersonage een verstoorde relatie heb met eten. De melancholische toon en de heftige onderwerpen uit het verhaal kunnen veel los brengen bij filmtoeschouwers. Sommige zullen geshockeerd achterblijven terwijl anderen zich zullen ergeren aan hoe deprimerend deze film is. The Whale bracht bij mezelf vooral veel verdriet los doordat ik me enorm herkende in de worstelingen van het hoofdpersonage Charlie. Nee, ik ben niet zo zwaarlijvig als Charlie, maar toch weet ik wat het is om (bijna) dagelijks last te krijgen van niet te stoppen eetbuien. De (innerlijke) worstelingen die Fraser uitstraalt waren zo pijnlijk herkenbaar dat ik nu – na het zien van The Whale – inzie hoe groot mijn verstoorde relatie met voeding is. In de afgelopen jaren is dit een oprecht probleem bij mezelf geworden, maar ik kon dat pas inzien nadat ik deze film had bekeken. Net zoals Charlie maak ik regelmatig momenten mee dat ik willekeurige voedingsmiddelen ging combineren om een bepaald gevoel van melancholische leegte te stillen. Waar Charlie dit doet met extra plakken ham en mayonaise op een salami pizza, doe ik dit bijvoorbeeld door ’s nachts een half pak rijst te koken en daar dan puur ketchup of mayonaise overheen te doen als garnering. Net zoals Charlie bestel ik bijna altijd zodra ik de mogelijkheid heb. Nog niet zo lang geleden deed ik dit regelmatig meerdere keren per dag. De realisatie dat mijn relatie tot voeding zo verstoord en overheersend is geworden, doet pijn. Toch ben ik The Whale als film en de filmmakers daarachter dankbaar dat ze deze film hebben gemaakt. Geeft The Whale een perfect accuraat beeld weer van hoe ieder zwaarlijvig persoon (of mens met een eetstoornis) kan worstelen met zichzelf? Tuurlijk niet, maar alsnog mag het werk van de cast en crew gewaardeerd worden. Ze belichten dit nog regelmatig onbesproken onderwerp. Ondanks dat niet iedereen het over de kwaliteit van deze poging eens zal zijn, mag de moeite door zowel critici als filmbewonderaars gewaardeerd worden. Er zullen net zoals ikzelf anderen zijn die zich kunnen herkennen in Charlie’s conflicten met zijn leven en de plek die voedsel daarin neemt. The Whale is uiteindelijk een dramafilm die ongelofelijk veel bij mezelf heeft los gebracht. Filmliefhebbers en recensenten beschrijven deze nieuwste film van regisseur Darren Aronofsky als aangrijpend. Dit is zeker een geschikte term, maar ik durf zelfs een stap verder te gaan en te zeggen dat The Whale een levensveranderende film voor me is. Vooral doordat ik mijn worstelingen met voeding nu kan (h-)erkennen en eraan kan gaan werken.
The Dive is een spannende thriller film waarin de psychologische effecten van onder water gevangen zitten, worden onderzocht. Hierin spelen regisseur Maximilian Erlenwein en scenarioschrijver Joachim Hedén met thema’s als depressies en het terugvinden van je zusterschap, nadat je elkaar ontgroeid bent. Ondanks dat The Dive (ook) een conceptueel sterke thematische film is, weet de film vooral op zijn technische vlakken een sterke indruk achter te laten. Hierbij kan het werk van de geluidsafdeling het grootste pluspunt van deze thriller film genoemd worden. De geluidsafdeling leveren samen met de filmmuziek van componisten Volker Bertelmann en Raffael Seyfried verbluffend goed geluid af. Dat de onder water scènes zo spannend overkomen, is in The Dive grotendeels te danken aan het krakende en helse geluid. Naast het werk van de geluidsafdeling valt ook het camerawerk van cinematograaf Frank Griebe op. Griebe experimenteert in zijn camerawerk met de thematische kant van het verhaal. Hierbij laat de cinematograaf de personages onder water regelmatig opgeslokt worden in complete duisternis – net zoals dat kan gebeuren bij mensen die lijden onder een (hevige) depressie. Het is alleen wel jammer dat er in de montage regelmatig gebruik wordt gemaakt van dezelfde flashbacks en technieken om op de emoties van het filmpubliek in te spelen. De film oogt hierdoor repetitief en soms zelfs emotioneel manipulerend. Toch is The Dive een degelijk goede thriller film die zelfs op een uitstekende manier de angst voor onder water vast komen te zitten weet uit te beelden.
Unicorn Wars is een brute en bloederige animatiefilm waarin verschillende subgenres gemixt worden. Zo is deze Spaans-Franse animatiefilm ook een horrorkomedie en oorlogsfilm. Daarnaast lijkt Unicorn Wars een parodie te zijn op Bijbelse epische heldenverhalen. Regisseur en scenarioschrijver Alberto Vázquez weet uitstekend al deze verschillende verhaallijnen, filmelementen en filmgenres door elkaar heen te kneden. Unicorn Wars is hierdoor een mengelmoes geworden die eigenlijk niet zou horen te werken, maar het toch wel doet.
Rosa – de kleine bloemenfee is een fantasierijke animatiefilm met enkele mooie thema’s. De film is meer dan geschikt voor een (extra) jong filmpubliek. In de film beleven het hoofdpersonage Rosa – een kleine bloemenfee – en haar vriendjes meerdere vrolijke, spannende en muzikale avonturen. Ondanks dat er enkele gemene wezens voorbijkomen in de animatiefilm, wordt de film nooit echt te eng voor het jonge filmpubliek. Rosa – de kleine bloemenfee weet perfect de dunne draad – tussen spannende en enge verhaallijnen voor jonge kinderen – te balanceren. Ondanks dat Rosa – de kleine bloemenfee vooral gericht is op een vrij jong filmpubliek, weet het verhaal ook oudere filmtoeschouwers en volwassenen te ontroeren. De film bevat mooie thema’s over het belang van vriendschappen, het aanpakken van je eenzaamheid en het overwinnen van je angsten. Helaas gaat deze Noorse geanimeerde kinderfilm te rap door zijn verhaal heen. Dit is ergens begrijpelijk, want de film heeft een korte speeltijd van 75 minuten. Aan de andere kant mag er zeker benoemd worden dat het tempo van de film een van de grootste zwaktepunten van de film is. Doordat de film een rap tempo bevat worden enkele boodschappen en thema’s in Rosa – de kleine bloemenfee minder goed onderbouwd. Dit heeft ook als gevolg dat enkele karakterkeuzes en karaktermotivaties niet logisch overkomen. De personages maken zeker karakterontwikkelingen mee, maar doordat het verhaal in een rap tempo hier doorheen gaat, komen deze ontwikkelingen soms wat ongemakkelijk en tegenstrijdig over. De jonge filmtoeschouwers zullen dit misschien niet doorhebben, maar een ouder filmpubliek kan dit bijna niet ontgaan.
Regisseur Jessica Woodworth lijkt met haar speelfilm Luka meer dan alleen een verfilming van Dino Buzatti’s boek De Woestijn van de Tartaren neergezet te willen hebben. Door het gebruik van grootse sets, bijzondere locaties en uitstekende productieontwerpen heeft Woodworth geprobeerd een eigen fantasierijke zwart-wit filmwereld neer te zetten. Luka lijkt als film ook elementen genomen te hebben van andere verhalen met grootse werelden – van Frank Herbert’s Dune en Suzanne Collins’ The Hunger Games tot J.R.R. Tolkien’s The Lord of the Rings. Woodworth heeft geprobeerd om een Vlaams epos te scheppen en dat mag zeker gewaardeerd worden. Het titulaire en gelijknamige hoofdpersonage weet in de film iedereens aandacht te pakken. Spijtig genoeg kan niet hetzelfde gezegd worden over de aandacht van het filmpubliek. Luka is als speelfilm “all talk and no action.” In andere woorden: Woodworth laat de personages veel mysterieuze onderwerpen bespreken en belooft veel grandiose verhaallijnen, maar er wordt maar weinig echt waargemaakt van deze veelbelovende woorden. De dialogen en verhaallijnen zijn net zoals de namen van de personages en de plaatsnamen niet bepaald memorabel. Woodworth maakt voor een visueel aangrijpende film ironisch genoeg te weinig gebruik van de filmregel “show, don’t tell.” De regisseur legt de focus op het raadselachtige praten en rituelen die uit een compleet andere wereld komen. Het filmverhaal wordt als legendarisch en groots neergezet. Spijtig genoeg voor Woodworth gaan deze twee elementen helemaal niet goed samen met haar experimentele regievisie. Wat overblijft is een film te abstract en experimenteel om in deze vorm van verhalen vertellen serieus te nemen.
In de door Lila Avilés geregisseerde dramafilm Tótem staat een grote Mexicaanse familie stil bij de verjaardag van hun ongeneeslijk zieke familielid Tona. De familie viert zijn verjaardag groots. Zo bakt Tona’s zus ook een bijzondere taart voor hem waarop het prachtige, maar melancholische Vincent van Gogh schilderij The Starry Night afgebeeld staat. The Starry Night is direct ook een prachtige metafoor voor dit filmverhaal. Dit schilderij weerspiegelt niet alleen Van Goghs directe observaties van zijn uitzicht op het landschap vanuit zijn raam, maar ook de herinneringen en emoties die dit uitzicht bij hem opriep. Avilés presenteert met Tótem ook een direct en aangrijpend portret van een familie dat moet leren om te gaan met het feit dat een van hun ongeneeslijk ziek is. Tegelijkertijd roept het memorabele filmverhaal ook warme en melancholische emoties op bij zowel de personages als het filmpubliek. De filmmakers stellen verder de vraag of familieleden de wensen van de ongeneeslijk zieke persoon moeten volgen of dat ze moeten aansturen op een proces wat volgens henzelf beter zou zijn. Avilés lijkt het filmpubliek te presenteren met de vraag of dit niet zelfzuchtig is. Zonder een duidelijk oordeel te vellen, laten de filmmakers de individuele filmtoeschouwers deze vraag zelf beantwoorden. De cast en crew spelen namelijk ook in op de dualiteit en imperfecties van de mensheid. Tótem laat zo de tweestrijd zien tussen het ondernemen van acties onder goede intenties waar soms persoonlijke motieven bij komen te kijken. Ook is er tweestrijd terug te vinden in de emoties die de personages (en filmtoeschouwers) zullen voelen over het vieren van een feest voor Tona. Ondanks dat Tótem een iets te gedramatiseerd einde bevat, weten de cast en crew toch een meesterlijke speelfilm neer te zetten dat op een deprimerende manier het leven weet te vieren.