Le Pot-Au-Feu is een heerlijke film om te aanschouwen. Dit is voor een groot deel te danken aan het sublieme camerawerk van cinematograaf Jonathan Ricquebourg. De cinematograaf volgt op een gedetailleerde en indrukwekkende manier de kookkunsten van de hoofdpersonages. De film lijkt in zijn opbouw vormgegeven te zijn als een (figuurlijk en letterlijk) menu. Hierbij dienen verschillende filmmomenten en aktes als een aperitief, voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. Le Pot-Au-Feu bestaat voor een groot gedeelte uit extensieve kooksessies. Tijdens de eerste dertig minuten zien we de hoofdpersonages en bijpersonages bijna aan een lijn door alleen maar koken en (fijn-)proeven. Dit kan voor sommige filmtoeschouwers als langdradig en saai overkomen. Echter kunnen filmtoeschouwers ook het tegenovergestelde ervaren. De cast en crew werken zo nauw samen tijdens de veelomvattende kooksessies dat de beelden je kunnen hypnotiseren. Le Pot-Au-Feu brengt je daarbij in een soort van trance waarbij je volledig wordt opgezogen in deze filmwereld. Het is net alsof je zelf aanwezig bent in de buitengewone keuken van Dodin Bouffant en direct aanschouwt hoe hij samen met zijn vrienden kookt, fijnproeft en geniet van het leven. Tijdens het kijken van Le Pot-Au-Feu is de kans groot dat je op een gegeven moment je maag hoort knorren. De cinematograaf volgt met zijn camera tijdens de kooksessies altijd het eten eerst. De filmtoeschouwers krijgen meerdere en diverse lekkere gerechten te zien. Hierbij brengt Ricquebourg bijzonder goed in beeld hoe veelzijdig een briljante kok moet zijn om zoveel diverse gerechten tegelijkertijd te kunnen bereiden en bedenken. Het ambacht van het koken, het eten, maar ook algemene levenslust wordt uitstekend overgebracht in deze Franse film. Le Pot-Au-Feu is simpelweg een film om van te smullen.
Primus is een korte experimentele en romantische dramafilm uit 2022. De film is geregisseerd door filmmaker Jonas Smulders. Deze filmmaker kun je onder andere kennen voor het spelen van de hoofdrol in de speelfilm Luka. Smulders schreef samen met Randa Peters het scenario van Primus. De cast van de film bestaat uit onder Abke Haring, Pepijn Korfage, Hans Kemna en Esther Hartsinck. Primus is een zwart-witfilm over het verlangen naar ware liefde. De film vertelt het verhaal van Gond en Joep. Ze zien liefde voelen, ontvangen en geven als een essentieel onderdeel van een waardevol leven. In een wasserette waar geen einde aan lijkt te komen ontmoeten deze personages elkaar. In deze wasserette hopen ze na eindeloos wachten beloond te worden door de enige echte liefde – tussen de geboorte en de dood – tegen te komen. Primus is nu in de Nederlandse bioscopen te zien als de voorfilm van Luka. Mijn dank aan De Filmfreak en Herrie Film & TV voor het online recensie-exemplaar. Primus is gerealiseerd met behulp van De Ontmoeting. De Ontmoeting geeft opkomende en nieuwe filmmakers de kans om een project in te dienen en eventueel een korte film te maken.
Regisseur Jessica Woodworth lijkt met haar speelfilm Luka meer dan alleen een verfilming van Dino Buzatti’s boek De Woestijn van de Tartaren neergezet te willen hebben. Door het gebruik van grootse sets, bijzondere locaties en uitstekende productieontwerpen heeft Woodworth geprobeerd een eigen fantasierijke zwart-wit filmwereld neer te zetten. Luka lijkt als film ook elementen genomen te hebben van andere verhalen met grootse werelden – van Frank Herbert’s Dune en Suzanne Collins’ The Hunger Games tot J.R.R. Tolkien’s The Lord of the Rings. Woodworth heeft geprobeerd om een Vlaams epos te scheppen en dat mag zeker gewaardeerd worden. Het titulaire en gelijknamige hoofdpersonage weet in de film iedereens aandacht te pakken. Spijtig genoeg kan niet hetzelfde gezegd worden over de aandacht van het filmpubliek. Luka is als speelfilm “all talk and no action.” In andere woorden: Woodworth laat de personages veel mysterieuze onderwerpen bespreken en belooft veel grandiose verhaallijnen, maar er wordt maar weinig echt waargemaakt van deze veelbelovende woorden. De dialogen en verhaallijnen zijn net zoals de namen van de personages en de plaatsnamen niet bepaald memorabel. Woodworth maakt voor een visueel aangrijpende film ironisch genoeg te weinig gebruik van de filmregel “show, don’t tell.” De regisseur legt de focus op het raadselachtige praten en rituelen die uit een compleet andere wereld komen. Het filmverhaal wordt als legendarisch en groots neergezet. Spijtig genoeg voor Woodworth gaan deze twee elementen helemaal niet goed samen met haar experimentele regievisie. Wat overblijft is een film te abstract en experimenteel om in deze vorm van verhalen vertellen serieus te nemen.
Voor een dramafilm oogt The Great Silence regelmatig ook als een thriller en horrorfilm. Hierbij wordt er vooral in gespeeld op het angstaanjagende rouwproces, waarbij schuldgevoelens snel afgewisseld worden met gebeden voor vergiffenis. In The Great Silence speelt regisseur Katrine Brocks namelijk met het concept van verantwoordelijkheid bij rouwverwerking. Want kan er überhaupt iemand aangewezen die direct verantwoordelijk is bij een ongelukkig ongeval? Brocks lijkt in deze speelfilm deze vraag te willen onderzoeken. Hierbij speelt ze met haar film The Great Silence ook in op religieuze thema’s als hervorming en herrijzenis. De regievisie van Brocks is een van de sterkste aspecten uit deze film. The Great Silence bevat daarnaast een krachtige acteerprestatie van de nog steeds geweldige actrice Kristine Kujath Thorp. De actrice weet samen met Brocks te laten zien hoe religie gebruikt (of eerder misbruikt) kan worden om rouwverwerking en schuldgevoelens te vermijden. Naast Kujath Thorp weten ook Elliott Crosset Hove en Karen-Lise Mynster te overtuigen met hun acteerprestaties. De grootste sterren van de film zijn toch de crewleden van de geluidsafdeling. Ze leveren briljant en groots geluid af. De geluidsafdeling werk laat The Great Silence klinken als de luidruchtige kalmte voor een nog grotere oorverdovende stille storm. De juiste afwisseling tussen nerveuze repetitieve kleine geluiden en grootse stille momenten, zorgt voor meerdere momenten waar de filmtoeschouwers hun schreeuwende gedachten over dit filmverhaal niet meer kunnen beheersen. De film is dus op het technische gebied van geluid simpelweg een meesterwerk. Toch is deze Deense dramafilm door enkele minpunten niet volledig een meesterwerk geworden.
Munch is het soort film dat behoort tot een subgenre van historische en biografische dramafilms die gaan over kunstenaars. Net zoals soortgelijke films – denk aan At Eternity’s Gate en Lust for Life – weet de film schoonheid te vinden in het (regelmatig) sombere leven van een kunstenaar. In dit geval is de kunstenaar is kwestie niemand minder dan Edvard Munch. Filmmaker en regisseur Henrik Martin Dahlsbakken weet met zijn film in te spelen op de prachtige aard van melancholische herinneringen die als flitsen voorbij schieten terwijl je terugkijkt op het leven. De regisseur bewandelt met zijn film Munch een onconventioneel pad wat betreft biografische en historische dramafilms over kunstenaars. Martin Dahlsbakken legt in zijn film de focus niet op het verhaal van Munchs leven. In plaats daarvan gebruikt hij de film – en het bijhorende verhaal – om de diepgewortelde emoties van een van de grootste kunstenaars aller tijden te bestuderen. Acteur Alfred Ekker Strande, die de jongvolwassen en 21-jarige versie van de kunstenaar speelt, zegt in de film: “Sometimes, the plot isn’t the most important thing. It’s more about finding a certain frequency or one specific emotion.” De regisseur streeft ernaar dit te bereiken met Munch. En raad eens? Dit lukt hem ook nog eens. Martin Dahlsbakken weet op een briljante manier de hoopvolle melancholische geaardheid van Edvard Munch de rode draad van zijn speelfilm te maken. Doordat het verhaal van de film op de tweede plaats komt te staan, bevat Munch wel wat structurele problemen in het verhaalverloop en het tempo van het verhaal. Hierdoor kunnen filmtoeschouwers op enkele momenten verward naar het scherm kijken. Dit kritiekpunt mag dan, voor mij, een van de weinige minpunten zijn aan de speelfilm, maar het is wel direct een grote.
Regisseur Isoeb Bliadze probeert met zijn dramafilm A Room of My Own een verhaal te vertellen waarin het hoofdpersonage leert dat ze niet afhankelijk is van mannen om haar eigen keuzes te maken. Hierbij ligt de klemtoon op het woord “proberen”, want de regisseur weet dit niet goed weer te geven. A Room of My Own oogt juist eerder als het soort film waarin onbedoeld wordt weergegeven, wat het betekent om als jongvolwassene afhankelijk te zijn van een (in eerste instantie onbekende) leeftijdsgenoot. In plaats van dat thema’s als vrouwenemancipatie en zusterschap sterk aanbod komen, krijgen we eerder te zien hoe een extrovert een nieuwe introverte huisgenoot “adopteert”. In andere woorden: A Room of My Own schept een degelijk beeld van hoe huisgenoten, ondanks hun verschillende persoonlijkheden en levensstijlen, toch bevriend met elkaar kunnen raken. Bliadze laat zelfs zien dat een extrovert er voor kan zorgen dat een introvert iets meer uit (in dit geval) haar schelp kan kruipen. Het is jammer dat de focus van het verhaal op de verkeerde aspecten ligt, want in de basis zijn de kleinere verhaallijnen beter onderbouwd. Het verhaal wat de filmmakers nu proberen te vertellen oogt als een leeg omhulsel. In eerste instantie raak je enthousiast – een film over twee huisgenotes, waarin thema’s als lust, liefde en zusterschap voorbij komen? Count me in! Al snel blijkt niets minder waar te zijn. A Room of My Own gaat te braaf om met deze onderwerpen, waardoor de momenten van seksuele oriëntatie, lust en liefde in context te geseksualiseerd, ongepast en niet doeltreffend overkomen. A Room of My Own oogt nu eerder als een als mislukte porno film met een verwarde identiteitscrisis op narratief vlak.
Het Mastercard OFF Camera International Festival of Independent Cinema beleefde dit jaar alweer zijn 16e editie. Dit filmfestival blijft ontwikkelingen en veranderingen ondergaan, maar een punt blijft een zekerheid: het Mastercard OFF Camera International Festival of Independent Cinema blijft het beste filmfestival waar meesters van de onafhankelijke film samenkomen. De 16e editie van het Mastercard OFF Camera International Festival of Independent Cinema – ook wel bekend als het Mastercard OFF Camera Festival – vond weer plaats in Krakau, Polen. Ik was als FIPRESCI jurylid – samen met mijn collega’s David Katz uit het Verenigd Koninkrijk en Wieslaw Godzic uit Polen – daar aanwezig van 2 tot en met 7 mei 2023. De selecties van het filmfestival hadden dit jaar weer films die informatie op de huidige toestanden in de wereld leverden en ongehoorde verhalen weergaven.
Banger. is niet bepaald een “banger” geworden. Ik ben zelf banger geworden voor de toekomst van onafhankelijke Tsjechische films door de slechte kwaliteit van deze speelfilm. Twee slechte woordgrappen achter elkaar? Ja, waarom ook niet! Het past toch goed bij de slechte en herhalende tekst uit de zogenaamde raphit van het hoofdpersonage. De film werd op een mobiele telefoon opgenomen in 15 dagen. Een prestatie waar de cast en crew normaliter zeker trots op mogen zijn. Ondanks dat ik deze creatieve keuze waardeer en in context begrijp, blijf ik Banger. een belabberd slechte film vinden. Zo oogt deze Tsjechische muzikale dramafilm juist amateuristisch, in plaats van origineel. Het helpt de film ook niet dat het verhaal een buitengewoon pessimistische weergave op de jongerenwereld in Praag weergeeft. Er zijn geen protagonisten of antagonisten in Banger. Alleen drugsverslaafden, verwarde jongeren die geromantiseerde roem achtervolgen en een enkele antiheld komen voor in deze film. De weergave op de jongerenwereld in Praag is hierdoor niet alleen pessimistisch, maar ook deprimerend, onrealistisch en (voornamelijk) saai.
Regisseur Pilar Palomero stelt met haar film La maternal indirect de vraag of een heftig onderwerp genoeg is om een goede film te maken. De filmmaker laat zien dat dit zeker het geval kan zijn als een heftig onderwerp goed verwerkt wordt in een krachtig scenario. Het helpt La maternal ook zeker dat de film belangrijke representatieve en educatieve factoren bevat. Palomero laat niet alleen het moeilijke leven zien van een kind dat opgroeit zonder goede opvoeding of ouderlijke rolmodel. Ze laat ook zien hoe heftig het leven kan zijn als je op een jonge leeftijd zwanger wordt. Palomero laat op een subtiele manier zien welke verantwoordelijkheden en consequenties hierbij komen kijken. De regisseur speelt hierbij ook in op het emotionele aspect van kinderen die niets liever willen dan weer kind zijn. Palomero weet al deze onderwerpen bespreekbaar te maken op een indringende en oprechte manier. La maternal is niet heftig om te shockeren, maar juist om te informeren over de structurele problematiek van generationele verwaarlozing van kinderen. Vooral het aspect dat deze problematiek generatie op generatie wordt doorgeven, is wat La maternal zo aangrijpend echt en intens maakt.
Spare Keys is een kalme film met veel onderliggende thema’s rondom opgroeien in armoede en het toegeëigend krijgen van verantwoordelijkheden op een jonge leeftijd. De film bevat een alledaags verhaal over een wereld vol normale mensen met echte problemen. Of tenminste, zo komt het verhaal van Spare Keys in eerste instantie over. Richting het einde van de eerste akte, wordt de rode draad uit Spare Keys verandert naar de opbloeiende liefde tussen Sophie, een 15-jarig meisje, en Stéphane, de 21-jarige oudere broer van een haar vriendinnen. Wat start als een onschuldige vriendschap, leidt al snel tot een nogal ongemakkelijke liefdesrelatie. Tijdens het kijken van Spare Keys zul je met je handen in je haren zitten en je afvragen waarom de filmmakers een liefdesrelatie tussen een minderjarig meisje en een student normaliseren. Ondanks dat dit overduidelijk een groot minpunt is, weten de cast en crew op enkele vlakken in deze Franse speelfilm toch nog te overtuigen. Het blijft echter moeilijk om de positieve punten te erkennen – vooral als de Franse filmmakers dit soort liefdesrelaties normaliseren en seksualiseren.