Reclaiming Dragons gaat over het terugvinden en terugwinnen van jezelf als (jong-)volwassene. Zo volgt het filmverhaal de jonge Chinees-Nederlandse kantoormedewerker Ami die haar toevlucht zoekt in een virtuele wereld. Ami wordt steeds ongelukkiger van haar baan als kantoormedewerker en dus raakt ze steeds dieper verstrikt in haar virtuele wereld. Tegelijkertijd ontvangt ze steeds meer weerstand vanuit buitenaf en binnenin over wat ze moet doen en wie ze echt is. Reclaiming Dragons gaat verder over het doorbreken van generatietrauma’s waarin ongelukkig doorwerken de norm lijkt te zijn geworden. De film laat de gevolgen zien van meerdere opeenvolgende generaties die geloven dat je moet doen wat je moet doen, zoals ongelukkig doorwerken, om te overleven. Debuterend regisseur Xiang Yu Yeung lijkt met haar korte film te bepleiten dat de beste manier om deze generatietrauma’s te stoppen is door controle terug te krijgen over het opgelegde narratief van eerdere generaties en buitenstaanders. In Reclaiming Dragons wordt een verband gelegd tussen het controle krijgen over het opgelegde narratief van onze huidige samenleving en het bestrijden van diepgewortelde stereotyperende weergaven. Met uitspraken als ¨ik dacht dat alle Aziaten goed waren in wiskunde¨, schetst regisseur en scenarioschrijver Xiang Yu Yeung een pijnlijk accuraat beeld van de (onterecht) genormaliseerde discriminatie en racisme waar de (Nederlands-)Aziatische bevolking regelmatig mee te maken krijgt. De collega’s van Ami zijn openlijk racistisch tegen haar, maar toch grijpt haar leidinggevende niet in. In plaats daarvan adviseert hij Ami zich hier niets van aan te trekken. Daarna verwacht dezelfde leidinggevende dat Ami alsnog alle taken van hem op haar neemt, omdat hij hoogstwaarschijnlijk stilletjes in dezelfde discriminerende uitspraken gelooft als de racistische collega’s. Xiang Yu Yeung geeft uitstekend weer hoe de combinatie van generatiegebonden trauma’s en eeuwenlange discriminatie en racisme voor een geïnternaliseerd stereotyperend zelfbeeld in het onderbewustzijn van een (jong-)volwassene kunnen zorgen. Zo wordt het hoofdpersonage in Reclaiming Dragons ook geconfronteerd met de twee meest voorkomende stereotypes van vrouwelijke Aziaten. De overdreven geseksualiseerd en onderdanige ¨geisha¨ stereotype en exotische en dominerende ¨dragonlady¨ stereotype zijn bewust uitvergroot in de virtuele wereld van Ami. Zo wordt Ami, zelfs in haar virtuele wereld, geconfronteerd met de vraag of deze twee stereotyperende weergaven van vrouwen met een Aziatische afkomst, de enige manieren zijn waarop ze zichzelf kan zijn.
Captain America: Brave New World is een van de weinige superheldenfilms waarin een superheld de heroïsche nalatenschap van een andere superheld eert, door zijn heldhaftige identiteit over te nemen. In (Amerikaanse) stripboeken mag dit een terugkerend fenomeen zijn, maar in de films gebaseerd op de verhalen van deze superhelden komt het amper voor. Naast Captain America: Brave New World is het dichtstbijzijnde voorbeeld hiervan terug te vinden in de animatiefilms over Miles Morales en het Spider-Verse. Zelfs in de (terecht) veelgeprezen animatiefilms Spider-Man: Into the Spider-Verse (2018) en Spider-Man: Across the Spider-Verse (2023) wordt Miles minder neergezet als een opvolger van Peter Parker en meer als een andere waardige (of uitgekozen) persoon die het masker van Spider-Man kan dragen. “Iedereen kan het masker dragen”, is een citaat dat perfect weergeeft hoe iemand als Miles, die niet de originele Spider-Man in zijn eigen universum is, toch de rol en het masker van Spider-Man kan overnemen. Doordat deze films zich afspelen in een multiversum vol Spider-Man gerelateerde superhelden, wordt het concept versterkt dat letterlijk iedereen het masker van Spider-Man kan dragen. Tegelijkertijd zijn de twee films hierdoor wel de aspecten van individualiteit en het eren van heroïsche nalatenschap verloren: twee aspecten die als redelijk belangrijk beschouwd kunnen worden voor een personage als Miles Morales.
Captain America: Brave New World is een minder impactvolle, artistieke of diepgaande film dan Spider-Man: Into the Spider-Verse en Spider-Man: Across the Spider-Verse. Desondanks weet de eerste film met Anthony Mackie’s Sam Wilson als Captain America beter weer te geven hoe een superheld (Sam Wilson) de titel en heldhaftige identiteit van een ander personage (Steve Rogers) kan overnemen en eren. Captain America: Brave New World is zeker niet uitstekende of zelfs geweldige film.
Toch worden Sam Wilsons worstelingen op een interessante manier weergegeven en onderbouwd. Naast dat deze superheld te maken krijgt met internationale conflicten, vol politieke spelletjes en gevaarlijke gevechten, wordt Sam ook geconfronteerd met zijn eigen prestatiedruk om te voldoen aan het nalatenschap van de heroïsche identiteit die hij op zich heeft genomen. De film laat zien hoe Sam zowel te maken krijgt met externe als geïnternaliseerde druk om Steve Rogers waardig op te volgen als Captain America. Regisseur Julius Onah onderzoekt samen met de scenarioschrijvers hoe lastig het is om als persoon (en held) jezelf te willen bewijzen tegenover de verwachtingen van anderen. Hierbij geven de filmmakers weer hoe bepaalde verwachtingen misvormd kunnen worden onder prestatiedruk en angst om niet goed genoeg te zijn. Daarnaast laat het filmverhaal zien hoe het concept van iets achter willen laten in de vorm van nalatenschap net zo complex kan zijn als het nastreven hiervan.
Er zijn inmiddels zoveel filmadaptaties van Bram Stokers iconische horrorroman Dracula gemaakt dat een nieuwe adaptatie voor de veel moeilijkere uitdaging staat om een sterke indruk achter te laten bij het filmpubliek. Nieuwe bewerkingen van deze beroemde roman moeten niet alleen een degelijke of goede filmadaptatie opleveren, maar ook een originele invalshoek vinden om hun interpretatie van dit verhaal te tonen. De afgelopen jaren zijn er meerdere films over de vampier Dracula verschenen, elk met hun eigen unieke benadering. In Renfield (2023) leverde regisseur Chris McKay een actiekomedie en horrorfilm die zich vooral richtte op Dracula’s loyale dienaar Renfield en zijn ongezonde relatie met de graaf als zijn narcistische baas. Deze film nam inspiratie uit zowel Stokers roman als de gelijknamige filmadaptatie uit 1931. Een ander voorbeeld uit 2023 is de bovennatuurlijke horrorfilm The Last Voyage of the Demeter. Deze film richt zich vooral op de gedoemde bemanning van het handelsschip “The Demeter” tijdens hun reis van Transsylvanië naar Londen. De bovennatuurlijke horrorfilm laat zien hoe de bemanning achtervolgd wordt door Dracula. Deze film is een bewerking van “The Captain’s Log”, een hoofdstuk uit Stokers roman uit 1897. In 2024 bracht regisseur Robert Eggers een remake uit van de stille Duitse expressionistische horrorfilm Nosferatu (1922). Deze stille film, ook bekend als Nosferatu: A Symphony of Horror, was een ongeautoriseerde bewerking van Stokers Dracula. De filmmakers veranderden verschillende namen en details uit de roman om zich te verdedigen tegen beschuldigingen van auteursrechtinbreuk. Hoewel niet al deze films dezelfde kwaliteit hadden, presenteerden ze allemaal een unieke invalshoek waarmee ze (een deel van) het verhaal van Dracula of een interpretatie van het verhaal brachten. Luc Bessons Dracula is geen slechte film, maar mist grotendeels zijn doel omdat de film in een veel gebruikt (sub-)genre van horrorfilms geen originele invalshoek heeft. In andere woorden: de regisseur van deze romantische en fantastische horrorfilm levert geen unieke benadering om zijn interpretatie van Dracula’s verhaal te vertellen. Sterker nog, Bessons Dracula komkt over als een directe imitatie van Francis Ford Coppola’s cultklassieker Dracula (1992). Ken je die meme die begint met: “Hey, can I copy your homework?” Dat is een beetje hoe het voelt om naar Bessons Dracula te kijken. Het lijkt alsof de regisseur en scenarioschrijver van Dracula (2025) probeerde zijn film anders te laten voelen dan Francis Ford Coppola’s Dracula en andere filmadaptaties, maar het lijkt er nog steeds op dat hij meer heeft gekopieerd dan geadapteerd.
The Lion King (2019) is een levenloze imitatie die amper de moeite neemt om zich te onderscheiden van de briljante gelijknamige animatiefilm. Tegelijkertijd slagen de filmmakers er niet in om de magie van de animatiefilm te vangen en te recreëren. De animatiefilm uit 1994 opent adembenemend met een rijzende zon die centraal in het beeld steeds groter wordt. De creatieve en kleurrijke impact van de openingsscène uit de animatiefilm wordt slecht geïmiteerd met een miniaturen versie van een rijzende zon die ergens in een hoek in de achtergrond opkomt. De kracht van de originele animatiefilm raakt verloren onder zwakke verwijzingen naar de originele film en herhalingen van verhaallijnen waarin alleen kleine aanpassingen worden aangebracht om zo kritiek op het ontbreken van nostalgie te vermijden. Er is zo weinig moeite gestoken in het aanpassen of zelfs verrijken van het bronmateriaal (oftewel de originele animatiefilm) dat The Lion King (2019) beledigend overkomt richting de creatieve nalatenschap van The Lion King (1994) en het audiovisuele bewustzijn van filmtoeschouwers en liefhebbers van de originele animatiefilm. De ware tragedie van The Lion King (2019) is dat de film een groot epos had kunnen worden. De film had een epos kunnen worden waarbij het verhaal meer inging op de Shakespeareaanse inspiratiebronnen van de originele animatiefilm. Het had ook dieper kunnen ingaan op de koninklijke bloedlijnen of politieke spelletjes van deze dierenwereld. In plaats daarvan vertelt de film een halfgare imitatie van hetzelfde verhaal. Hierdoor blijft het filmpubliek over met een royale teleurstelling in plaats van een vernieuwende of verrijkende blik op de filmklassieker uit 1994.
Bride Hard komt over als het soort film dat een filmcrew zou maken nadat ze een AI-generator gevraagd hebben een filmverhaal te genereren voor een actiefilm met typische (in andere woorden: eendimensionale) personages en toepasselijke (oftewel domme) humor. Toch lijkt de titel een woordspeling te zijn op John McTiernans filmklassieker Die Hard (1988), dus dat is enigszins leuk. Als je denkt: “Wauw, dat is niet een heel bijzonder pluspunt…”, dan heb je helemaal gelijk! Net zoals regisseur Simon West en scenarioschrijver Shaina Steinberg moeite hebben om een enigszins degelijke – of op zijn minst vermakelijke – film te maken, probeer ik met veel moeite de paar positieve punten van Bride Hard te verzamelen. Bride Hard oogt als een film die beter gelijk op streamingdiensten of fysieke media uitgebracht had kunnen worden. De meeste filmtoeschouwers zullen keihard hun best moeten doen om hun aandacht tijdens het kijken van deze film erbij te houden. Om deze reden is Bride Hard perfect voor streamingdiensten of voor als je een lange vlucht hebt en je ziel door zo lang stil te zitten in een vliegtuig toch al verdwenen is. Tijdens het kijken naar Bride Hard verveel je je namelijk niet alleen snel, maar ook keihard (“Bore Hard” zou een betere titel voor de film zijn geweest). Misschien dat een film als Bride Hard wel zou kunnen helpen bij reizigers die moeite hebben in slaap te vallen in een vliegtuig. Dan is de film toch nog ergens goed voor geweest.
De Nederlandse film Kind geeft op een aangrijpende manier de grootste angst van elk toekomstig ouder weer. Zo geeft Kind op een filmische manier de psychologische gevolgen van een miskraam weer. De film bevat een diepgaand verhaal waarin de twee hoofdpersonages door verschillende fases van rouwverwerking heengaan. Het filmverhaal wordt ondersteund door het sterke acteerwerk van hoofdrolspelers Noortje Herlaar en Vincent van der Valk. De hoofdrolspelers vertonen een reeks van emoties. Hierbij vallen ze gelukkig niet in de welbekende valkuil waarbij emoties van verdriet, onbegrip en pijn alleen vertoond worden via geschreeuw en enorme huilbuien. De hoofdrolspelers geven op een indrukwekkende manier weer hoe rouwende ouders hun gevoelens onderdrukken en zichzelf de vraag stellen of het hun schuld is geweest van hun verlies. Herlaar en Van der Valk weten uitstekend de complexe levens, intrinsieke relaties en menselijke karaktereigenschappen van deze twee hoofdpersonages weer te geven. In een film als Kind is dit niet alleen mooi om te zien, maar ook essentieel. Op deze manier worden de humane aspecten en emoties van de film nog beter centraal gezet. Toch werkt Kind eigenlijk alleen als een psychologische dramafilm. Regisseur Jan Verdijk en scenarioschrijver Paul de Vrijer hebben ervoor gekozen om in hun film ook psychologische thriller elementen toe te voegen. Helaas gaan de verschillende filmgenres in Kind niet goed samen. De psychologische thriller aspecten zijn te afleidend en komen misplaatst over. Kind bevat diverse filmscènes waarin vader Leon geconfronteerd wordt met een schaduwbeeld dat zich vormgeeft als een kinderlijke versie van zijn miskraam geboren zoon. Deze ambitieuze toevoeging is alleen compleet onnodig. Het is al duidelijk dat de ouders hun ergste nachtmerrie beleven. Het is niet nodig om een mysterieuze laag toe te voegen waarin Leon achtervolgd wordt door een mogelijke schimmige manifestatie van een miskraam kind. Hierbij ligt het probleem niet bij de (thematische) intentie van deze narratieve keuzes, maar eerder bij de contextuele uitvoering en onderbouwing. Menig filmtoeschouwer kan begrijpen dat het schaduwbeeld een belichaming van Leons geïnternaliseerde en opgekropte gevoelens van schuld, angst, rouw, verdriet en pijn kan vormgeven. Toch wordt er verder niets gedaan met dit schaduwbeeld. Leon maakt op basis van dit plotelement geen karakterontwikkelingen mee. Hierdoor komt de toevoeging van dit schaduwbeeld onderontwikkeld en willekeurig over.
Dankzij het echte leven en verschillende Disneyfilms – zoals Cinderella (1950) en Snow White and the Seven Dwarfs (1937) – zijn de meeste mensen wel bekend met het fenomeen van gemene stiefmoeders. De Noorse Filmmaker Gunnbjörg Gunnarsdottir heeft dit concept gepakt en het een komische originele invalshoek gegeven. Haar komische familiefilm Victoria moet dood bevat geen stiefkinderen die zich gehoorzaam houden aan de regels en het gezag van hun stiefmoeder. In plaats daarvan bedenken ze een plan hoe ze hun stiefmoeder kunnen laten vermoorden. Het resultaat is een grappige familiefilm waarin het fenomeen van boze en kwaadaardige stiefmoeders gemengd wordt met concepten als huurmoordenaars, immigratiekwesties en ongelijkheid. Ondanks dat de opzet voor Victoria moet dood vrij uniek en geinig is voor een familiefilm, worstelt Gunnarsdottir met het uitwerken van de thema’s en onderwerpen uit haar filmverhaal. De rode draad uit de film is het plan van broer Hendrik en zus Hedwig om hun stiefmoeder Victoria dood te krijgen. De regisseur en scenarioschrijvers starten met een knal en weten in eerste instantie het momentum van het hoofdverhaal goed te behouden. Dit verandert op het moment dat er andere belangrijke onderwerpen geïntroduceerd worden in de film. Het filmverhaal raakt al snel overvol en overbeladen. Hierdoor raken de regisseur en scenarioschrijvers het focuspunt van de film kwijt en verliest het hoofdverhaal zowel zijn momentum als kracht.
Weerwolven hebben me altijd al geïnteresseerd. Al op een vrij jonge leeftijd maakte ik kennis met dit (monsterlijke) fenomeen. Zo las ik als kind graag de Dolfje Weerwolfje boeken van auteur Paul van Loon. De literaire avonturen van Dolfje Weerwolfje zijn niet de enige manier waarop ik kennis heb gemaakt met de kracht en macht van deze bijzondere wezens. Als tiener keek ik meerdere films over weerwolven. Hiervan hebben Terence Fishers The Curse of the Werewolf (1961) en John Landis’ An American Werewolf in London (1981) de grootste indruk op me achtergelaten. De verhalen rondom weerwolven – waarin mensen tegen hun vrije wil (letterlijk en figuurlijk) veranderen – hebben me altijd geïntrigeerd. Mijn geboeidheid door weerwolven bereikte een hoogtepunt in mijn late tienerjaren toen ik meerdere (korte) scenario’s begon te schrijven waarin weerwolven (of zogenaamde “veranderlingen”) een belangrijke rol speelde. In mijn vroege jaren als jongvolwassene verloor ik wat van mijn interesse richting deze buitengewone wezens. Met het kijken van Marvel Studios’ en Michael Giacchino’s Werewolf by Night (2022) werd mijn fascinatie voor deze klassieke monsters weer aangewakkerd. Na het kijken van Leigh Whannells Wolf Man (2025) is deze fascinatie verder uitgegroeid. Niet doordat Whannells horrorfilm geweldig is, maar doordat de regisseur en scenarioschrijver heeft laten zien dat er nog genoeg originele invalshoeken zijn om een filmverhaal over weerwolven te vertellen. Ondanks dat Wolf Man zeker geen perfecte (of zelfs geweldige) film is, mag dit punt zeker gewaardeerd worden.
Dinosaurussen mogen dan in het verleden over de aarde hebben geheerst, maar in het heden heersen ze nog steeds over de filmische verbeelding van bioscoopbezoekers over de hele wereld, waaronder ikzelf. Van al deze films weet Steven Spielbergs filmklassieker Jurassic Park het best de fantasierijke en filmische verbeelding van een filmwereld vol dinosaurussen te omvatten. Zo is Jurassic Park een epische film vol gruwelijk spektakel en adembenemende visuele beelden. De film oogt zowel oprecht als tijdloos. Jurassic Park is een fantastische filmrit die inspeelt op thema’s als familie en vriendschap. Ondanks het gebruik van grootse en spectaculaire filmscènes vol dinosaurussen, weet Jurassic Park het gevoel van authenticiteit te scheppen als een humane (familie-)film. De film bespreekt menselijke onderwerpen als hebzucht, kapitalisme, jaloezie, ouderschap, consumentisme en (technologische) vernieuwingen. In de film zijn de dinosaurussen voor een korte speeltijd op het scherm te zien. Dit is een groot onderdeel geworden van de mythische en mysterieuze filmmagie van Jurassic Park. Er kan geconcludeerd worden dat Jurassic Park om meerdere redenen ooit de succesvolste film ter wereld is geweest. Toen de film in 1993 in de bioscopen werd uitgebracht, veranderde het filmlandschap voor altijd. Sindsdien is de internationale filmwereld ook nooit meer hetzelfde geweest. Jurassic Park is – en blijft – een van de beste films aller tijden. Het is moeilijk om kort samen te vatten waarom deze film zo briljant is. Het is nog lastiger om met enkele woorden te omvatten wat deze film voor mij als persoon betekent en heeft betekend. Jurassic Park en de eerste twee vervolgen – The Lost World: Jurassic Park uit 1997 en Jurassic Park III uit 2001 – waren de eerste (liveaction) films die als jong kind echt een grote indruk op me achter lieten. Jurassic Park is simpelweg een adembenemende film die mijn verbeelding en liefde voor film nog steeds in de ban heeft.
Star Trek: Section 31 opent enigszins veelbelovend met de spannende en mysterieuze filmmuziek van componist Jeff Russo. Tijdens de filmbetiteling maakt de componist in zijn filmmuziek gebruik van bombastische blaasinstrumenten om voor een buitenaardse en fantasierijke filmsfeer te zorgen. De filmbetiteling hapert waarbij op meerdere momenten de studiologo’s omgekeerd op het beeld tevoorschijn komen. Hiermee weten de filmmakers goed in te spelen op het teruggekeerde concept van parallelle universums. Helaas worden de neergezette concepten en filmtermen amper (visueel) uitgelegd. Hetzelfde kan gezegd worden voor de thema’s uit de film. De thema’s en onderwerpen uit de film worden namelijk ook amper uitgewerkt of onderbouwd. Dit is best zonde, omdat regisseur Olatunde Osunsanmi en scenarioschrijver Craig Sweeney wel met enkele interessante ideeën voor thema’s en karakterontwikkelingen komen. Een film waarin een keizerin moet leren leven met haar genocidale verleden kan een aangrijpend verhaal opleveren – als er tenminste iets met dit opgezette narratief gedaan zou worden. Een filmverhaal met boeiende ideeën die niet uitgewerkt worden is net zo nutteloos als een tiran met spijt.