Ik ben opgegroeid met de originele drie Jurassic Park films. Ik heb de filmtrilogie zo vaak afgespeeld dat het een wonder is dat de DVD’s bijna krasvrij zijn gebleven. Om te zeggen dat ik enthousiast werd van de release van Jurassic World is nogal een understatement. Nog voordat Jurassic World was aangekondigd, zocht ik op het internet al naar aanwijzingen en nieuws over een vierde Jurassic Park film. Maar op dat moment was het beste wat ik kon vinden nieuws en geruchten over een geschrapte vierde Jurassic Park film waarin mensachtige dinosaurus hybriden zouden verschijnen. Toen het in 2015 uiteindelijk zo ver was had ik direct met mijn vrienden een afspraak gemaakt om Jurassic World zo snel mogelijk in de bioscoop te zien. Ondanks dat we kort daarna al hadden afgesproken om de film te zien, kon ik vanuit mijn enthousiasme het niet laten om te kijken of ik al gelekte scènes op YouTube terug kon vinden. Uiteraard lukte dit. Toen de film in de bioscoop uitgebracht was, duurde het niet lang voordat er uitgelekte scènes van het gevecht tussen de T-Rex en de Indominus Rex in lage kwaliteit te vinden waren op YouTube. Het nieuws dat ik de T-Rex, de originele T-Rex uit Jurassic Park (1993), zou zien vechten met een andere grote dinosaurus, zorgde er voor dat ik nog enthousiaster werd om Jurassic World te zien. Dit gevoel van enthousiasme en plezier ben ik nooit verloren bij het kijken van Jurassic World. Ondanks dat de film zeker zijn gebreken en kritiekpunten bevat, heeft Jurassic World – net zoals alle andere films uit deze franchise – een speciaal plekje in mijn hart.
Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.
Wild Heart is een familiefilm die vooral geschikt is voor paardenmeisjes en paardenliefhebbers. Regisseur Markus Dietrich weet op een magische manier de schoonheid van paarden weer te geven in deze film. Hierbij levert hij een spannend avontuur waarin het jonge hoofdpersonage en haar vrienden hun angsten leren te overwinnen. In Wild Heart hebben de jonge pubers te maken met angsten dat ze er niet bij zullen horen of begrepen zullen worden. Het jonge hoofdpersonage Anne vermomd deze onzekerheden door zichzelf passief agressief op te stellen tegen haar geliefden. Anne heeft, zachtjes uitgedrukt, nogal temperament problemen in Wild Heart. Desondanks wordt haar boosheid wel onderbouwd en uitgelegd. De filmtoeschouwers zullen haar boosheid en frustraties begrijpen, zelfs op de momenten dat ze haar woede onterecht uit richting haar geliefden. Wild Heart geeft op een theatrale manier de emoties van de personages weer. Hierbij worden gewaagde onderwerpen en woordkeuzes gebruikt om zo ook jonge pubers proberen over te halen Wild Heart te kijken. Helaas is het onduidelijk voor welke leeftijdsgroep deze kinderfilm het geschiktst is. De jonge personages gedragen zich over het algemeen meer als prepubers. Toch laten de stoere woordkeuzes en de gedurfde onderwerpen het lijken alsof de personages meer pubers dan prepubers zijn. De film mist een duidelijke regievisie. Het helpt Wild Heart ook niet dat het verhaal totaal niet origineel is. Ondanks deze kritiekpunten is Wild Heart een leuke film de bijzondere band tussen mens en paard mooi weergeeft.
Deadpool is teruggekeerd naar het witte doek om samen met Wolverine deel te nemen aan het Marvel Cinematic Universe. Deadpool & Wolverine is de 34ste film uit het Marvel Cinematic Universe en het eerste deel van een schijnbaar nieuwe golf X-Men films. Het is ook de eerste R-rated film uit het MCU en dat is maar goed ook, want Deadpool zou een heel stuk irritanter zijn als kindvriendelijke antiheld. Deadpool & Wolverine is niet alleen de 34ste film in het Marvel Cinematic Universe. Het is ook een direct vervolg op Deadpool (2016) en Deadpool 2 (2018). Deadpool & Wolverine heeft niet alleen de taak gekregen om een hilarische afsluitende film van de Deadpool filmtrilogie te worden. Deze derde Deadpool film moet ook een eervolle en logische reden geven voor de terugkeer van acteur Hugh Jackman als Wolverine. Jackman zagen filmtoeschouwers voor het laatst als Wolverine in Logan (2017). Aan het einde van deze film leek de acteur voorgoed te stoppen met zijn rol als held Wolverine. Zowel Jackman als Wolverine kregen een prachtig afscheid van het superheldenfilmgenre. Toch lukte het Marvel Studios en Deadpool acteur Ryan Reynolds om Jackman ervan te overtuigen terug te keren in zijn meest iconische rol. De spanningen liggen hoog, omdat zowel de filmmakers als de filmliefhebbers niet graag Jackmans beste film als Wolverine, Logan (2017), verpest zouden zien worden. De verwachtingen liggen nog hoger dan normaal doordat er de laatste tijd veel sprake van vermoeidheid en desinteresse rondom superhelden films heeft plaatsgevonden. Om deze reden brengt Marvel Studios dit jaar ook alleen Deadpool & Wolverine uit in de bioscoop. Marvel Studios hoopt op deze manier met Deadpool & Wolverine nieuwe interesse op te wekken voor het Marvel Cinematic Universe.
Abigail is een simpele, maar uiterst effectieve en grappige horrorfilm waarin niemand elkaar kan vertrouwen. In de film wordt er op een sterke manier gebruik gemaakt van metaforen. Een van de leukste en creatiefste metaforen vindt plaats tijdens de scène waarin Kathryn Newtons personage Sammy een oude Woody Woodpecker cartoon kijkt. In de cartoon zien we hoe een spook zich angstaanjagend opstelt tegenover Woody Woodpecker. In plaats van dat het kleurrijke tekenfilmfiguurtje bang wordt, doet Woody Woodpecker het spook na. Hierbij komt Woody Woodpecker enger, monsterlijker en gevaarlijker over dan het spook. Het onverwachte gevaarlijke karakter van Woody Woodpecker is een mooi metafoor voor het personage Abigail in deze film. De criminelen denken in deze film, net zoals het spook uit de cartoon, het echte gevaar te vormen. In werkelijkheid horen deze groep tweederangs criminelen bang te zijn voor Abigail, net zoals het spook uit de cartoon bang hoort te zijn voor Woody Woodpecker. In Abigail spelen de regisseurs Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillet op een fantasierijke manier met de verwachtingen van het filmpubliek waarbij ze tegelijkertijd een eigen bloederige kijk leveren op de vampierenfilm.
Bijt is een artistieke Nederlandse dramafilm. Regisseur Guido Coppis levert met zijn regiedebuut speelfilm een bijzonder filmverhaal waarin hij een audiovisueel karakteranalyse van willekeurig geweld weergeeft. In Bijt ontstaat willekeurig geweld mede door het gebrek aan zelfliefde en zelfrespect. Het gebrek hieraan is ontstaan door de toxische en dominante machtsverhoudingen die de personages in deze originele filmwereld tot elkaar hebben. Hiermee lijkt Coppis op een mysterieuze en indirecte manier te zeggen dat willekeurig geweld als een kettingreactie door toxische verhoudingen en machtsverhoudingen ontstaat. De regisseur en scenarioschrijver benoemd niet expliciet dat dit het geval is. Hierdoor blijven de ware intenties van Coppis mysterieus en enigszins onduidelijk. De onduidelijkheid zorgt in het filmverhaal ook voor enkele problemen. De onduidelijkheid laat de acties van het hoofdpersonage (en in verlenging de bijpersonages) onbegrijpelijk en onsympathiek overkomen. Daarnaast gaat Coppis richting het einde van de film een tikkeltje te ver om zijn punt duidelijk te maken. Het was Coppis namelijk eerder in de film al gelukt om de psychologische effecten en consequenties van giftig gedrag te laten zien.
Deep Sea is een prachtige animatiefilm. In deze Chinese avontuurlijke en fantasierijke animatiefilm zijn diverse animatiestijlen en animatietechnieken gecombineerd om uiteindelijk tot het adembenemende uiterlijk van deze animatiefilm te komen. De animatoren lijken op enkele momenten als abstracte, surrealistische of postimpressionistische kunstschilders te werk te zijn gaan. De abstracte animatiestijl is te herkennen in de vormgeving van de filmwereld. Er is niet geprobeerd om alle objecten uit de echte wereld natuurlijk of realistisch weer te geven. In plaats daarvan leggen de animators de focus op kleurrijke vormen en lijnen die vol contrasten en herhalingen zitten. Hiermee spelen de animators ook in op het postimpressionistische gevoel van de animatiefilm. Deep Sea probeert met zijn diverse en gemixte animatietechnieken emotie over te brengen. Hierbij spelen zowel compositie als symbolisme een belangrijke rol. De animators proberen een diepgaande connectie te maken tussen de film en zijn toeschouwers door aan te geven dat waarneming verder gaat dan het zien wat visueel wordt weergegeven. Tegelijkertijd spelen de animators ook met kenmerken van surrealistische animatiefilms. Meerdere beelden en wezens zijn samengesteld in onverwachte en verrassende combinaties. Ondanks dat deze beelden en wezens er herkenbaar uit zien, zijn ze zeker niet realistisch: een duidelijk kenmerk van surrealistische animatiefilms en andere kunstwerken. Naast dat Deep Sea uitstekende animatie bevat, heeft de film ook een aangrijpend en diepgaand verhaal. Desondanks schiet het filmverhaal regelmatig alle kanten op, omdat regisseur en scenarioschrijver Tian Xiaopeng veel te vertellen heeft met Deep Sea. De animatiefilm bevat een groot avontuur waarin de emotionele kern van het verhaal een belangrijke rol speelt. Doordat Xiaopeng zoveel probeert te vertellen met Deep Sea, komt het filmverhaal op enkele momenten te overvol en onsamenhangend over. Ondanks enkele kleine kritiekpunten mag de ambitieuze aanpak van deze speciale film zeker gewaardeerd worden, want Deep Sea is een unieke en beeldschone animatiefilm geworden.
Na het grootse succes van The Jungle Book (2016) en de persoonlijke artistieke film Chef (2014), leek regisseur Jon Favreau niet meer te stoppen. Met de komst van The Lion King (2019) heeft Favreau bewezen dat hij een veel minder sterke filmmaker is. In zijn bijzondere feelgoodfilm Chef (2014) leverde de regisseur commentaar op Disney, die na Favreau’s veelbelovende hit Iron Man (2008) meer van hetzelfde wilde krijgen voor het vervolg. De filmmaker moest op deze manier voor elkaar krijgen dat Iron Man 2 (2010) goed bezocht zou worden in de bioscoop. Het vervolg werd een commercieel succes, maar de recensenten en fans waren minder enthousiast te spreken over dit vervolg. De indruk die deze ervaring bij Favreau achterliet, is terug te zien in zijn feelgoodfilm Chef (2014). Het is overduidelijk dat Favreau’s ervaring met de negatieve en gemixte recensies over Iron Man 2 hebben geleid tot de creatie van Chef (2014): een film waar Favreau op een zelfbewuste manier laat zien wat het effect van de critici op creatievelingen is. In Chef krijgt de chef-kok – die trouwens briljant gespeeld wordt door Favreau – de opdracht om het populaire menu te blijven koken als een recensent langskomt. Dit zorgt ervoor dat de chef-kok een negatieve recensie ontvangt, omdat de chef-kok zijn vernieuwende en artistieke flair zou zijn kwijtgeraakt. Ondanks dat Favreau zich met Chef (2014) probeert los te breken van de grootse en spectaculaire blockbusters, valt hij met The Lion King (2019) terug in de val van commerciële films die meer van hetzelfde brengen. Favreau komt hierdoor over als een hypocriet. Mede doordat hij eerst een punt maakt over het belang van artistieke flair en vernieuwing, terwijl de regisseur daarna toch kiest voor een bak vol geld om snel een belachelijk slechte remake van The Lion King (1994) te maken. In Chef (2014) laat Favreau zien dat de creatieveling en recensent elkaar nodig hebben, omdat ze beiden streven naar artistieke vernieuwingen of verbeteringen. Na de release van The Lion King (2019) komt dit narratieve punt als ongeloofwaardig over. Als Iron Man 2 (2010) goed is geweest voor het ontstaan van de film Chef (2014), dan is The Lion King (2019) slecht geweest voor de reputatie die de feelgoodfilm, en in verlenging Favreau, hieraan hebben overgehouden.
Avant-Drag! weet met poëtische audiovisuele beschrijvingen een kijkje te leveren in het dagelijkse leven van creatieve dragartiesten die in Griekenland wonen. Hierbij laat de film zien hoe deze dragartiesten zich creatief uiten door te borduren, schilderen, breien, zingen en (activistisch) op te treden. Hiernaast laat de documentairefilm ook zien hoe deze dragartiesten en mensen uit de LGBTQ+ gemeenschap kunnen worstelen met hun verleden. Regisseur Fil Ieropoulos en cinematograaf Mihalis Gkatzogias laten ook de effecten zien die discriminatie, racisme en seksisme op deze dragartiesten hebben. De film laat verder zien hoe de dragartiesten niet enkel de rollen van hun alter ego’s spelen. Zo vertellen enkele dragartiesten zelf dat ze zich pas compleet zijn gaan voelen nadat ze hun alter ego’s hebben aangenomen. Ieropolous probeert samen met de dragartiesten en de crew een politiek bewustzijn te creëren bij de filmtoeschouwers. Over het algemeen slagen ze hier goed in. Toch weerspiegelen enkele scènes de belachelijke beweringen van hun “vijanden” op een oncomfortabele en ongeschikte manier. Avant-Drag! speelt in op de vooroordelen en angsten die mensen hebben over dragartiesten en mensen uit de LGBTQ+ gemeenschap door deze als overdreven “waarheden” te presenteren. Zo laat de film zien hoe Kangela Tromokratisch speelgoedbaby’s als maaltijden aan het bereiden is. Hiermee spelen de filmmakers en de dragartiest in de op de angst dat mensen uit de LGBTQ+ gemeenschap een gevaar vormen voor de jeugd. Ze doen dit op een overdreven en absurdistische manier. Het probleem is dat er niet duidelijk genoeg gemaakt wordt dat dit satire is. Door niet expliciet de context van deze grappen te benoemen, gooien de filmmakers extra olie op het vuur voor de groep mensen die deze vooroordelen en angsten hebben. Dit zie ik zelf niet als vervelend voor de groep mensen die discriminerend en haatvol naar de LGBTQ+ gemeenschap zijn. Ik zie het eerder als gevaarlijk voor de dragartiesten en de LGBTQ+ gemeenschap zelf, omdat deze filmmomenten vervormd kunnen worden naar materiaal wat tegen hun gebruikt kan worden. Aan de andere kant weet de film goed de grenzen te doorbreken van hoe ze hun punten willen overbrengen. De filmtitel Avant-Drag! geeft in zijn basis al duidelijk aan dat de filmmakers en dragartiesten de artistieke grenzen willen doorbreken. Zo is de filmtitel een duidelijke bespeling op het woord Avant-garde. De Avant-garde is een verzamelnaam voor progressieve en jonge kunstenaars, die artistieke autonomie en vernieuwing naar een hoger niveau tillen. Ze experimenteren (o.a.) met vormen in de schilderkunst, architectuur, film, theater en moderne dans. Het werk dat de dragartiesten en de filmmakers met Avant-Drag! leveren is ook artistiek vernieuwend en experimenteel, dus vandaar dat de filmtitel slim en goed uitgekozen is.
Bob Marley: One Love is een mengelmoes van middelmatige pluspunten en minpunten. De beste onderdelen uit de film zijn goed, maar niet beter dan degelijk. De slechtste onderdelen uit de film zijn teleurstellend, maar niet verschrikkelijk. De film is over het algemeen niet slecht. Toch blijft Bob Marley: One Love een simpele muzikale biopic die niet veel nieuws probeert. Hierdoor springt er niets echt uit in deze film. De film hoort een audiovisueel eerbetoon te zijn geworden aan de muzikant Bob Marley. Toch slaagt regisseur Reinaldo Marcus Green er niet om een audiovisuele reis door het leven van de beroemde muzikant neer te zetten. Na het kijken van Bob Marley: One Love ben ik niet veel meer te weten gekomen over het leven, de worstelingen en de dromen van de grootse muzikant. De film gaat niet verder dan wat er in de basis nodig is om over het leven van Bob Marley te vertellen. Hierdoor is Bob Marley: One Love niet memorabel of aangrijpend genoeg, terwijl het leven van Bob Marley dat wel is geweest. De regisseur durft met Bob Marley: One Love geen duidelijke standpunten over de artiest in te nemen. Door het niet innemen van interessante en duidelijke standpunten over het leven van Bob Marley, komen de filmmakers onwetend en besluiteloos over.