De Britse rock-‘n-roll documentaire One Hand Clapping is meer dan geschikt voor (muziek-)liefhebbers van artiest Paul McCartney en de bands Wings en The Beatles. Zo levert de film een blik achter schermen tijdens de opnamesessies in de Abbey Road Studios in Londen. De muziekdocumentaire is vastgelegd op videoband in de stijl en sfeer van de jaren 1970. Hierbij geeft One hand Clapping een weergave van het moment waarop de band Wings hun kenmerkende geluid wist te definiëren. De film doet een poging om weer te geven hoe McCartney met zijn band Wings de populaire cultuur in de jaren 1970 opnieuw heeft vormgegeven – net zoals de artiest het decennium daarvoor had gedaan met de band The Beatles. De klemtoon ligt hier op het woord poging, omdat het regisseur David Litchfield niet gelukt is om een overtuigend beeld van Wings’ culturele impact weer te geven. In plaats van een sensationele en muzikale filmervaring – vol rock-‘n-roll – bracht One Hand Clapping me een zwerm van verveling. De documentaire is voor mezelf net zo effectief als een enkele hand die probeert te klappen. Sterker nog: One Hand Clapping verdient het ineffectieve en stille geluid van een enkele hand die probeert te applaudisseren voor een mislukte film.
De befaamde filmregisseur Christopher Nolan start het verhaal van zijn meesterlijke film Inception niet bij het begin. Door het filmverhaal in een niet chronologische volgorde starten, nodigt Nolan het filmpubliek uit om hem het doolhof van zijn droomachtige filmwereld in te volgen. Hierbij slaagt de regisseur er constant in om zijn filmtoeschouwers te laten twijfelen over wat behoort tot de realiteit en wat behoort tot de dromenwereld. Door het concept van dromen in een droom te gebruiken, schept de regisseur en scenarioschrijver een groots filmspektakel waarin naar beneden gaan in verschillende dromen de enige weg vooruit is. Inception is een fantasierijke ode aan de creatieve dromer. De regisseur en scenarioschrijver laat op een spectaculaire manier zien hoe mensen in hun dromen in staat zijn om werelden en verhalen te creëren die nooit in de werkelijkheid zouden kunnen bestaan. Tegelijkertijd laat Nolan zien dat iemands droom zijn eigen realiteit kan worden. Hiermee speelt de regisseur en scenarioschrijver in op het belang van het vormen van je eigen realiteit. Tegelijkterijd zeggen de filmpersonages meerdere malen in de film dat het belangrijk is om niet uit het oog te verliezen wat echt en wat een droom is. Inception vertelt verder een verhaal waarin het hoofdpersonage verantwoordelijkheid voor zijn acties leert te nemen en zichzelf leert te vergeven nadat hij een gevangenis van herinneringen heeft gebouwd om zijn verdriet en pijn in te sluiten. Deze gevangenis bevat zowel herinneringen als momenten van spijt die hij in zijn dromen wil veranderen. Door zijn verantwoordelijkheid in de realiteit te nemen, leert hij in zijn droomwereld en onderbewustzijn zichzelf langzamerhand te vergeven en zijn pijn een plaats te geven. Kort gezegd: de film bevat diverse thema’s die verhaaltechnisch en emotioneel krachtig onderbouwd zijn.
Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.
Aquaman and the Lost Kingdom is geen sterke superhelden film, maar de film biedt wel enigszins unieke narratieve concepten. Familie is een vrij belangrijk thema in de tweede film over de DC-held. Zo richt de eerste akte van Aquaman and the Lost Kingdom zich op het belang van vaders. In deze tweede film is Aquaman – ook wel bekend als Arthur Curry – een vader geworden. De held heeft het in de film met zijn eigen vader over hoe lastig het is om een goede vader te zijn. Aquaman heeft het namelijk moeite om zijn taken als superheld, koning van Atlantis en ouder te balanceren. Aquamans worstelingen om al zijn taken zo goed mogelijk te voltooien, brengen conflict en wat diepgang tot het personage. Toch worden deze worstelingen nooit sterk genoeg uitgewerkt in het filmverhaal. In plaats van echte diepgang kiezen de regisseur en scenarioschrijvers voor kinderachtige humor. Dit is al terug te zien aan de herhalende grap dat Aquamans baby bij het verschonen van zijn luiers telkens opnieuw in de mond van de superheld weet te pissen. De regisseur en scenarioschrijvers verwarren bij dit soort filmmomenten stupiditeit met humor. Het lukt regisseur James Wan om van de titulaire held het mikpunt van de grappen te maken. Tegelijkertijd beweert de filmmaker ook dat Aquaman een epische superheld is. Helaas voor Wan gaan deze twee punten niet goed samen. Hierdoor komt Aquaman niet alleen over als een imbeciel in zijn tweede speelfilm, maar oogt Aquaman and the Lost Kingdom ook als een uitzonderlijk rommelige film.
Het is niet gek dat Sergio Leone’s Once Upon a Time in the West nog steeds wordt beschouwd als een van de beste films ooit gemaakt. Leone heeft met zijn film het genre van western films voorgoed weten te veranderen. De film uit 1968 is niet alleen een westernepos, vol revolverhelden en vuurgevechten, maar ook een somber verhaal over de gewelddadige consequenties van de Amerikaanse expansie naar het westen. Once Upon a Time in the West verandert niet alleen het soort westernfilms waar Leone bekend om stond. De film veranderde ook de manier waarop het publiek naar films en verhalen over het Wilde Westen keek. In tegenstelling tot zijn Dollarstrilogie laat Once Upon a Time in the West een meer deprimerend en donker westernverhaal zien waarin geweld willekeuriger en chaotischer overkomt. Geen enkel personage is echt veilig. Zelfs de scherpste schutters in het westen, waaronder de mysterieuze Harmonica, zijn niet onoverwinnelijk. Hun kwetsbaarheid maakt ze menselijker, ook al weten de filmtoeschouwers regelmatig maar weinig over hun verleden, motivaties of interesses. Once Upon a Time in the West is niet alleen een genre definieerde en invloedrijke western film. Sergio Leone’s spaghettiwestern film is ook een revolutionair audiovisueel meesterwerk waarin verschillende technische en narratieve aspecten een blijvende indruk weten achter te laten.
Kippenvel: dat had ik toen ik Wonka voor de tweede keer keek. Ik had al kippenvel toen ik de film de eerste keer in de bioscoop zag, maar toen ik Paul Kings nieuwste familiefilm op mijn televisiescherm zag, wist de film me nog harder te raken. Wonka is een emotionele achtbaan vol levendige en energieke liedjes, emotionele stoten alsof je geslagen wordt door Muhammad Ali en humor die je hardop laat lachen. King bewijst opnieuw dat hij niet alleen een van de beste filmregisseurs van dit moment is, maar ook een van de beste kindvriendelijke filmauteurs. Daarnaast laat de regisseur – ook bekend voor zijn eerdere familiefilms Paddington (2014) en Paddington 2 (2017) – zien dat hij als geen ander weet hoe hij een bekend kinderverhaal zich eigen kan maken. Net zoals bij Kings adaptaties van Paddington, weet de filmmaker bij Wonka trouw te blijven aan het bronmateriaal. Tegelijkertijd weet King het originele verhaal van auteur Roald Dahl en de (beste) verfilming Willy Wonka and the Chocolate Factory (1971) te verrijken door een meeslepend en avontuurlijk verhaal over de jonge jaren van Willy Wonka te leveren.
Jurassic Park III is naar mijn mening de zwakste film uit de originele filmtrilogie. De film bevat interessante ideeën en thema’s, maar onderbouwt ze amper. Jurassic Park III bevat daardoor een magertjes verhaal. De korte speeltijd van de film is hierdoor – over het algemeen – een pluspunt. De film is kort, waardoor die ook sneller is afgelopen. Aan de andere kant is de korte speeltijd van de film ook een nadeel. Het verhaal gaat te snel door de gebeurtenissen heen. Bovendien zijn deze gebeurtenissen onderontwikkeld. Dit komt doordat Jurassic Park III niet alleen een korte speeltijd heeft, maar ook een rap tempo in zijn verhaalverloop bevat. Zelfs de filmmuziek van de legendarische componist John Williams valt tegen. De componist brengt weinig nieuwe bijzondere muzikale thema’s tot de franchise – iets wat hij wel deed in The Lost World: Jurassic Park. Toch zorgt Williams bij de eerste echte verschijningen van dinosaurussen met zijn filmmuziek voor een ontroerend moment. Tijdens deze scène realiseerde ik me dat het kijken van deze films me nooit zal vervelen. Toch kan ik nog steeds kritisch op de films zijn, want – boy, oh boy – bevat Jurassic Park III veel stommiteiten, rommeligheden en problemen. De lastige en verschrikkelijke productie van Jurassic Park III is daar grotendeels voor te danken. Toen de film in productie ging, waren de scenarioschrijvers nog steeds bezig met het werken aan het verhaal. Er is nooit een definitieve versie van het scenario voltooid tijdens de productie van Jurassic Park III. Het middelste gedeelte van het scenario was niet compleet en het einde moest nog geschreven worden. Dit zorgde voor een, zachtjes uitgedrukt, hectische productie. Het is niet gek dat de scenarioschrijvers en regisseur Joe Johnston keuzes hebben moeten maken, die gemaakt zijn met de best intenties, maar nog steeds tot een belabberd en redelijk tam filmverhaal hebben gezorgd. Sam Neill’s personage Dr. Alan Grant zegt het zelf het beste: “Some of the worst things imaginable are being done with the best intentions.”
Let’s-a-Go! De film over de Italiaanse loodgieter Mario is een vrolijke geanimeerde familiefilm geworden die zeker een “Wahoo!” verdient. De film is een kaskraker geworden, maar werd kritisch een stuk minder goed ontvangen door de filmcritici. Mamma mia, zijn deze filmrecensenten gek geworden? Oké, oké – dat zijn genoeg Mario quotes voor nu. In alle serieusheid kan ik enigszins begrijpen waarom de filmcritici minder enthousiast waren over The Super Mario Bros. Movie. Zo bevat de film een ongelofelijk rap tempo. Het probleem hierbij is niet dat de film, ondanks zijn rappe tempo, geen diepgang geeft. Voor mijn gevoel ligt het probleem eerder bij de subtiliteit van deze diepgang. Doordat The Super Mario Bros. Movie als een Mario Kart voertuig door zijn verhaal heenschiet, worden de plotpunten en karakterontwikkelingen wat uitvergroot of kort door de bocht weergegeven. Zelf heb ik hier minder problemen mee. Vooral omdat de emotionele filmmomenten toch krachtig binnenkomen. Daarnaast weten de filmmakers de juiste balans te vinden tussen een origineel, losstaand verhaal en meerdere leuke referenties naar de Mario videogamefranchise. Naar mijn mening nemen de referenties niets weg van het filmverhaal, maar voegen ze juist meer toe aan de filmwereld van The Super Mario Bros. Movie. Tijdens het kijken van deze geweldige animatiefilm ervaarde ik dezelfde soort plezierige gevoelens, die ik meemaakte als kind, bij het spelen van de Mariogames. Deze animatiefilm is simpelweg SUPER en de beste film die Illumination tot nu toe heeft uitgebracht.
Blue Beetle is een van de allerlaatste films die uit kwam in het DC Extended Universe: het gemixt ontvangen filmuniversum van DC Comics. De grote vraag is: kan Blue Beetle filmliefhebbers met nog enigszins positieve herinneringen aan het DCEU overlaten? De film slaagt hier naar mijn gevoel wel in. Regisseur Angel Manuel Soto en scenarioschrijver Gareth Dunnet-Alcocer geven in Blue Beetle weer dat het leven een reis is. De eindbestemming van deze reis weten we nooit, maar dat is niet erg. Het belangrijkste is dat de reis samen gemaakt wordt met je familie en vrienden. Zoals een van de personages uit Blue Beetle zegt: “La familia, that’s forever. That lasts.” Blue Beetle geeft hartverwarmend het belang van familie weer. Het is de relatie met zijn familie die deze held super maakt. De cast levert krachtige acteerprestaties in de scènes die niet gerelateerd zijn aan superhelden momenten. Superhelden fans zullen daardoor minder geïnteresseerd kunnen zijn in Blue Beetle. De film bevat zeker de nodige actie, maar de empathische en humane filmmomenten krijgen voorrang in deze film. Blue Beetle bespreekt verder onderwerpen als racisme, nepotisme, politiegeweld en discriminatie. Helaas gaan de filmmakers te ongenuanceerd om met deze onderwerpen. Het is belangrijk om deze onderwerpen aan te kaarten, maar zonder nuance raakt de boodschap al snel verloren.
John Wick: Chapter 4 geeft zijn filmpubliek een niet te stoppen en constante adrenalinestoot. De film is hiermee een hoogtepunt geworden uit het genre van de actiefilm. John Wick: Chapter 4 levert knettergekke spektakelstukken vol bizarre actiescènes waarbij meerdere “immovable objects” een “unstoppable force” tegenkomen. De niet te stoppen kracht die deze onbeweeglijke objecten (of eerder mensen) tegenkomen, is uiteraard niemand minder dan John Wick. Naast meerdere indrukwekkende actiescènes bevat deze vierde John Wick film ook uitstekend stuntwerk. Regisseur Chad Stahelski en stunt coördinator Scott Rogers leveren met John Wick: Chapter 4 een duidelijke oproep waarom stuntwerk meer gerenommeerd en gevierd hoort te worden. Stuntwerk is een vak apart, maar net zoals bijvoorbeeld motion capture acteerwerk en animatie, wordt deze belangrijke toevoeging aan het filmlandschap nog regelmatig ondergewaardeerd. Voordat Stahelski de John Wick films regisseerde, was de Amerikaan vooral actief als stunt coördinator. Dat de vier John Wick films dus uitstekend stuntwerk, stunt choreografie en actiescènes bevatten, is niet bepaald apart. Stahelski nam zijn kennis mee als stuntman en paste dit als regisseur toe over de vier John Wick films. Bij elke film worden de stunts grootser, spectaculairder en intenser. Dit is waarschijnlijk te danken aan het feit dat Stahelski zowel als stuntman en regisseur is gegroeid per uitgebrachte film. John Wick: Chapter 4 is hiermee dan ook zijn juweel dat als een bekroonde kers op een taart staat. Simpel gezegd: deze vierde film uit deze franchise is overduidelijk het beste geregisseerde deel.