Casper en Emma en de Gouden Ring is een zomerse muzikale film waar familieplezier en vriendschap centraal staan. Ondanks dat deze Noorse familiefilm vermakelijk is, kan er zeker gezegd worden dat dit geen meesterlijke kinderfilm is. Dat hoeft de film in principe ook niet te zijn. De cast en crew lijken dit te hebben geweten. Ze hebben daarom de focus gelegd op het vertellen van een zo’n vermakelijk, avontuurlijk en humoristisch filmverhaal. Casper en Emma en de Gouden Ring mag als film dan cliché en niet bepaald buitengewoon zijn, maar het slaagt er wel in om het hele gezin te vermaken. Casper en Emma en de Gouden Ring bevat daarnaast een mooi thema over het accepteren van je leeftijd. Regisseur Marianne Sand laat sterk zien hoe ouder worden lastig kan zijn. Sand speelt hierbij ook met een narratief waarin een van de personages zijn innerlijke jeugdigheid terug weet te vinden, terwijl hetzelfde personage ook het levensproces van ouder worden, leert te accepteren. Casper en Emma en de Gouden Ring speelt niet alleen met een avontuurlijk filmverhaal vol ontdekkingen rondom Atlantis, maar ook met de melancholische complexiteit van ouder worden. Ook spelen vriendschap en familie een belangrijke rol in deze Noorse kinderfilm. Doordat Casper en Emma en de Gouden Ring zowel onderwerpen voor volwassenen en (jonge) kinderen bevat, kan ik vol overtuiging zeggen dat dit een leuke familiefilm is. De film is niet een filmisch hoogstandje, maar wel een vermakelijke film dat geschikt is voor een leuk familie-uitje.
Christopher Nolans nieuwste film Oppenheimer is een groot succes. Zo heeft de film wereldwijd al ruim 569 miljoen Amerikaanse dollars opgebracht. Hiermee is Oppenheimer de (Amerikaanse) film over de Tweede Wereldoorlog met de hoogste bioscoopomzet aller tijden geworden. De iconische filmmaker en regisseur verslaat hiermee zijn eerder uitgekomen eigen film Dunkirk. Dunkirk was hiervoor de Tweede Wereldoorlog film met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Zo bracht die film ruim 527 miljoen Amerikaanse dollars op. Oppenheimer heeft ook al meer bioscoopomzet opgebracht dan Steven Spielbergs oorlogsfilm klassieker Saving Private Ryan. Deze Spielberg film staat met een opbrengst van ruim 482 miljoen Amerikaanse dollars op de derde plaats van Tweede Wereldoorlog films met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Oppenheimer is niet alleen een commercieel succes. Nolans nieuwste film wordt ook uitstekend ontvangen door recensenten. Daarnaast lijkt ook het alledaagse filmpubliek onder de indruk te zijn van Oppenheimer. Maar wat maakt Nolans nieuwste film zo’n groot succes? Is het deels te danken aan de marketing hype die het ontving samen met Greta Gerwigs Barbie film? Voor een bepaald deel zal dit zeker het geval zijn geweest. Toch heb ik zelf het gevoel dat het succes van Oppenheimer meer te danken is aan de grootse naam die Nolan voor zichzelf heeft weten te maken. Met films als The Dark Knight, Inception en Interstellar heeft de filmmaker zichzelf weten te vestigen als een gerenommeerd filmmaker. Daarnaast lijken filmtoeschouwers op zoek te zijn naar originelere genrefilms. Het afgelopen jaar heeft laten zien hoe de normaal sterk bezochte superhelden films het zwaarder verduren te hebben gekregen. De sterk bezochte superhelden films zijn omgewisseld voor een diverse reeks van sterk bezochte speelfilms. Zo lijkt het succes van films als Barbie en The Super Mario Bros. Movie te vertonen dat filmtoeschouwers op zoek zijn naar nieuwe potentiële filmfranchises. Het succes van vervolgen als Creed III en John Wick: Chapter 4 laat zien dat een groot filmpubliek zeker interesse heeft om vervolgen in een langer lopende filmfranchise te bezoeken. De wens naar kwalitatief en innovatief sterke blockbusters werkt nauw samen met de releasedata van deze films. Door films als Creed III en John Wick: Chapter 4 in rustigere maanden te plaatsen, hebben deze films de kans gehad om zo’n succes te worden. Hierbij heeft mond-tot-mondreclame ook een belangrijke rol gespeeld. Het is bizar dat Oppenheimer – een biografische thriller en dramafilm over de vader van de atoombom – het zo goed doet tijdens enkele van de drukst bezochte filmmaanden van het jaar. Het is bijna een ongekend wonder. Het succes van Oppenheimer lijkt aan meerdere redenen te danken te zijn, waarvan de grootste toch wel de kwaliteit van de film lijkt te zijn. Zo lukt het Nolan om in zijn nieuwste speelfilm om het titulaire hoofdpersonage net zo raadselachtig en mysterieus te portretteren als de massamoordwapens waarvoor hij bekend is komen te staan. Nolan laat met Oppenheimer zien dat er niet genoeg woorden – of eerder dialogen en visuele beelden – zijn die J. Robert Oppenheimers leven kunnen omvatten. Nolans nieuwste speelfilm is zeker een meesterwerk met gebreken. Dit neemt niet weg dat Oppenheimer een film is die de wereld niet snel zal vergeten – net zoals de echt gebeurde evenementen uit deze biografische film niet vergeten zijn tot op de dag van vandaag.
Transformers: Rise of the Beasts bevat helaas niet hetzelfde niveau van emotionele diepgang en aangrijpende verhaallijnen zoals zijn voorganger – Bumblebee uit 2018. Toch biedt dit vervolg zeker wel hetzelfde gehalte van spectaculaire actie. Eigenlijk bevat Transformers: Rise of the Beasts nog meer brute actiescènes dan Bumblebee. Daar ligt de grootste kracht van dit vervolg. Tegelijkertijd is dit ook het grootste minpunt van deze film. Hoe kan het grootste pluspunt van een film direct ook zijn achilleshiel zijn? Let me explain. Bumblebee wist een mooie balans te vinden tussen actiescènes, emotionele diepgang en een aangrijpend verhaal. Als filmkijker werd je hierdoor nog meer meegenomen in deze filmwereld, waardoor elke actiescène ook aanvoelde als een noodzaak. Transformers: Rise of the Beasts streeft ernaar om dezelfde balans te vinden, maar als puntje bij paaltje komt, kiest regisseur Steven Caple Jr. om de actiescènes voorrang te geven. In principe is dit geen groot drama, want dit is uiteindelijk een sciencefiction-actiefilm. Toch had ik zelf gehoopt op een Transformers film die, net zoals Bumblebee, een betere samenhang wist te vinden tussen brute actie en aangrijpend verhaal. De actiescènes zijn ook zeker weer explosief en spectaculair aanwezig, maar de emotionele kern van het verhaal komt hiermee op een tweede plaats te staan.
De snelste superheld aller tijden – in andere woorden The Flash – heeft in 2023 eindelijk zijn eigen speelfilm gekregen. Grappig genoeg is dit een van de laatste (grote) superhelden die voor het eerst een eigen speelfilm kreeg. Ondanks dat een film rondom The Flash nu eindelijk in de bioscopen te zien is, waren er al plannen voor een film sinds de late jaren 1980. Verschillende schrijvers en regisseurs probeerden een film van de grond te krijgen. In 2014 veranderde de aanpak doordat de film onderdeel zou worden van het DC Extended Universe. Datzelfde jaar werd hoofdrolspeler Ezra Miller nog gecast als The Flash. De acteur was voor het eerst als het personage (kort) te zien in Batman v Superman: Dawn of Justice uit 2016. Miller was de jaren daarna nog als The Flash in verschillende projecten te zien van het DC Extended Universe, waaronder zowel de bioscoopversie van Justice League als Zack Snyder’s Justice League. Warner Bros. probeerde al sinds 2014 een speelfilm rondom deze versie van The Flash te maken. Er werden verschillende regisseurs aangenomen om de film te regisseren, maar deze verlieten allemaal het filmproject onder artistieke meningsverschillen. In 2019 werden regisseur Andy Muschietti, producent Barbara Muschietti en scenarioschrijver Christina Hodson aangenomen om de film te maken. Deze namen vormden, samen met hoofdrolspeler Miller, de uiteindelijke kern tot het maken van deze speelfilm over de supersnelle held. Het is redelijk surrealistisch om te zien dat The Flash als speelfilm uitgebracht is. Hierbij heb ik het niet eens over de kwaliteit van de film, maar puur over het feit dat na zoveel jaren deze specifieke film over The Flash toch is uitgekomen. Toch is er dus voor tientallen jaren een film over deze superheld in ontwikkeling geweest. In dit artikel blik ik terug op de ingewikkelde filmgeschiedenis van Andy Muschietti’s The Flash. Welke films stonden hiervoor op de planning om gemaakt te worden? En wat is de toekomst voor deze superheld op het grote en kleinere scherm nu zijn eerste speelfilm gigantisch lijkt te floppen?
Munch is het soort film dat behoort tot een subgenre van historische en biografische dramafilms die gaan over kunstenaars. Net zoals soortgelijke films – denk aan At Eternity’s Gate en Lust for Life – weet de film schoonheid te vinden in het (regelmatig) sombere leven van een kunstenaar. In dit geval is de kunstenaar is kwestie niemand minder dan Edvard Munch. Filmmaker en regisseur Henrik Martin Dahlsbakken weet met zijn film in te spelen op de prachtige aard van melancholische herinneringen die als flitsen voorbij schieten terwijl je terugkijkt op het leven. De regisseur bewandelt met zijn film Munch een onconventioneel pad wat betreft biografische en historische dramafilms over kunstenaars. Martin Dahlsbakken legt in zijn film de focus niet op het verhaal van Munchs leven. In plaats daarvan gebruikt hij de film – en het bijhorende verhaal – om de diepgewortelde emoties van een van de grootste kunstenaars aller tijden te bestuderen. Acteur Alfred Ekker Strande, die de jongvolwassen en 21-jarige versie van de kunstenaar speelt, zegt in de film: “Sometimes, the plot isn’t the most important thing. It’s more about finding a certain frequency or one specific emotion.” De regisseur streeft ernaar dit te bereiken met Munch. En raad eens? Dit lukt hem ook nog eens. Martin Dahlsbakken weet op een briljante manier de hoopvolle melancholische geaardheid van Edvard Munch de rode draad van zijn speelfilm te maken. Doordat het verhaal van de film op de tweede plaats komt te staan, bevat Munch wel wat structurele problemen in het verhaalverloop en het tempo van het verhaal. Hierdoor kunnen filmtoeschouwers op enkele momenten verward naar het scherm kijken. Dit kritiekpunt mag dan, voor mij, een van de weinige minpunten zijn aan de speelfilm, maar het is wel direct een grote.
Aftersun zal als film niet voor iedere filmliefhebber of alledaagse bioscoopbezoeker geschikt zijn. Dit is niet al te gek, want we leven momenteel in een filmlandschap waar blockbusters en superhelden films (nog steeds) het grote scherm overheersen. Filmliefhebbers en bioscoopbezoekers die alleen naar grote scherm gaan voor dit soort films, zullen Aftersun waarschijnlijk niet vinden. Charlotte Wells’ regiedebuut is namelijk een artistieke en onafhankelijke film die langzaam op gang komt. Aftersun wint hiermee ook het recht om de term slow-burn film toegewezen te krijgen. Net zoals andere slow-burn films, bevat Aftersun een verhaal dat op een eigen en langzame tempo verteld wordt. Hierdoor krijgen de personages, conflicten en verhaallijnen meer de tijd om ontwikkeld te worden. In het verhaal van Aftersun ligt de focus dus ook meer op humane interacties en onderlinge relaties. Daarnaast wordt er hevig gehint dat Paul Mescals personage Calum worstelt met een flinke depressie. Het verhaal van Aftersun bevat dus tegelijkertijd een verhaal dat langzaam op gang komt en zware thema’s bespreekt. Deze redenen alleen zijn al genoeg voor veel filmliefhebbers en alledaagse bioscoopbezoekers om af te haken bij het kijken (of überhaupt beginnen) aan deze film. En dat is extreem zonde! Aftersun mag dan een van de deprimerendste films zijn die ik in een lange tijd heb gezien, maar het is tegelijkertijd ook een van de beste en mooiste films.
The Flash is een indrukwekkende, maar imperfecte superhelden film. De film is niet de beste superhelden film aller tijden geworden. Toch had de film wel de potentie om die te kunnen worden. Zo bevat de film zowel op thematisch als emotioneel vlak een van de gelaagdste verhalen van alle superhelden films. Barry Allen maakt als het hoofdpersonage sterke karakterontwikkelingen mee doordat hij echt leert omgaan met de consequenties van zijn acties. Daarnaast heeft dit hoofdpersonage duidelijke karaktermotivaties en een krachtig ontwikkeld achtergrondverhaal. The Flash werd in de marketing van de speelfilm niet weergegeven als een film dat echt ging over het personage Barry Allen (en zijn turbulente leven als The Flash). Er werd op posters, trailers en foto’s veel gebruik gemaakt van de verschijningen van Michael Keatons Batman, Sasha Calle’s Supergirl en Michael Shannons Zod. Toch is The Flash een speelfilm dat echt gaat over het titulaire personage. Barry Allen wordt niet aan de zijkant gezet om ruimte te maken voor de verhalen van Batman, Supergirl of Zod. Deze drie laatst genoemde personages zijn echt bijpersonages die als middel gebruikt worden om het verhaal van Barry Allen verder te laten ontwikkelen. Hier is direct ook een van de grote problemen uit de film terug te zien. Niet alle onderdelen uit The Flash zijn even goed uitgewerkt. Het hoofdverhaal rondom Barry Allen is ongelofelijk sterk uitgewerkt, maar de andere verhaallijnen rondom de bijpersonages missen wat diepte of subtiliteit. Bovendien lijkt de film in de derde akte van de film als een supersnelle superheld door zijn verhaal heen te gaan. The Flash was, ironisch genoeg, een betere film geweest als het op meerdere momenten de tijd had genomen om het verhaal meer uit te werken en diepgang te geven. Ik geloof oprecht dat als The Flash nog wat langer uitgesteld was geweest dat de film echt een van de beste superhelden films had kunnen zijn geworden. De filmmakers hadden namelijk dan de visuele effecten, computer gegenereerde beelden en het verhaal nog sterker kunnen uitwerken.
Guardians of the Galaxy Vol. 3 had geen gemakkelijke taak voor zich. Zo moest deze derde Guardians of the Galaxy film het verhaal van deze groep superhelden en buitenbeentjes zo goed mogelijk concluderen. Daarnaast moet regisseur James Gunn met deze film het pad vervolgen dat de gebroeders Russo in hun films Avengers: Infinity War en Avengers: Endgame had uitgestippeld. Nu blijkt het te zijn dat dit een pad is dat Gunn liever anders had gezien. Zo liet de filmmaker recent weten dat hij niet blij was met de manier waarop zijn Guardians of the Galaxy gebruikt zijn in de laatste twee Avengers films. Naast een vervolg op de Guardians of the Galaxy films en de Avengers films, moest Guardians of the Galaxy Vol. 3 ook, zo ver als mogelijk, een losstaand verhaal kunnen vertellen. Gelukkig is Gunn niet onbekend met het maken van superhelden films. De filmmaker weet dan ook met vlag en wimpel te slagen met zijn derde Guardians of the Galaxy film. De filmmaker blijft trouw aan zijn visie voor het verhaal van de Guardians of the Galaxy. Gunn weet hoe hij op zijn manier het verhaal van deze helden kan vervolgen. Voelt Guardians of the Galaxy Vol. 3 regelmatig bomvol aan? Ja, dat kan zeker niet ontkend worden. Maar in context is dit ook niet per se zo raar. Het is de afsluitende film uit een trilogie over een groep superhelden. Deze groep superhelden komen daarnaast ook nog voor in andere films uit het Marvel Cinematic Universe. Hierdoor moet zowel het algehele verhaal van de franchise als het verhaal van deze specifieke superhelden groep en het verhaal van elke individuele superheld zo goed mogelijk afgerond zien te worden. Dus ja, Guardians of the Galaxy Vol. 3 bevat als een film een bomvol verhaal en een terugkerend rommelige narratieve structuur. Maar dit maakt de film niet direct slecht of überhaupt minder goed. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is simpelweg een ode aan de imperfecte superhelden en filmische personages. Hierdoor is het ook makkelijker te accepteren dat het filmverhaal zelf ook imperfect is. Ondanks dat de film dus een rommelige structuur en tempo in zijn verhaal bevat, blijft deze derde Guardians of the Galaxy film ook meesterlijk goed uitgewerkt.
De Franse filmmaker Alain Ughetto werkte ruim negen jaar aan zijn nieuwste film No Dogs or Italians Allowed. Dit is ook terug te zien aan de kwaliteit van deze bijzondere stop-motion klei-animatiefilm. Ughetto heeft een prachtige animatiefilm gemaakt waarin hij met gelaagde diepgang ingaat op de geschiedenis van zijn grootouders. Daarnaast weet de filmmaker met zijn stop-motion animatiefilm bijzonder goed in te spelen op de magie van vormen en materialen. Ughetto maakt op enkele momenten gebruik van opnames en beelden van locaties uit onze echte wereld. Daarbij laat de filmmaker zien hoe materialen en voorwerpen, uit de woonplaats van zijn voorouders, herbruikt kunnen worden om hun verhaal te vertellen in deze animatiefilm. Dit is een gewaagde keuze geweest, maar gelukkig voor Ughetto pakt deze keuze buitengewoon goed uit.
Banger. is niet bepaald een “banger” geworden. Ik ben zelf banger geworden voor de toekomst van onafhankelijke Tsjechische films door de slechte kwaliteit van deze speelfilm. Twee slechte woordgrappen achter elkaar? Ja, waarom ook niet! Het past toch goed bij de slechte en herhalende tekst uit de zogenaamde raphit van het hoofdpersonage. De film werd op een mobiele telefoon opgenomen in 15 dagen. Een prestatie waar de cast en crew normaliter zeker trots op mogen zijn. Ondanks dat ik deze creatieve keuze waardeer en in context begrijp, blijf ik Banger. een belabberd slechte film vinden. Zo oogt deze Tsjechische muzikale dramafilm juist amateuristisch, in plaats van origineel. Het helpt de film ook niet dat het verhaal een buitengewoon pessimistische weergave op de jongerenwereld in Praag weergeeft. Er zijn geen protagonisten of antagonisten in Banger. Alleen drugsverslaafden, verwarde jongeren die geromantiseerde roem achtervolgen en een enkele antiheld komen voor in deze film. De weergave op de jongerenwereld in Praag is hierdoor niet alleen pessimistisch, maar ook deprimerend, onrealistisch en (voornamelijk) saai.