Villains aren’t born. They’re made. De logline van Kraven the Hunter laat het lijken alsof we in deze R-rated avontuurlijke actiefilm de origine van deze beroemde Spider-Man schurk te zien zullen krijgen. In plaats van dat de film een goed uitgewerkt verhaal levert waarin Kraven via innerlijke worstelingen en externe conflicten gemaakt wordt tot de schurk die stripboeklezers zullen kennen, zorgen de filmmakers ervoor dat de critici en alledaagse filmtoeschouwers gevormd worden tot de kwaadaardige haters van deze film. Tenminste, dat is wat we mogen geloven volgens de woorden van de CEO van Sony Pictures, Tony Vinciquerra. In een interview met de LA Times vertelde Vinciquerra dat Kraven the Hunter hoogstwaarschijnlijk de slechtste lancering is die ze hebben gehad in zeven en half jaar. De CEO van Sony Pictures benadrukte ook zijn verbazing en teleurstelling over de opbrengst van de film. Hij begrijpt niet dat Kraven the Hunter het zo slecht kritisch en commercieel doet, want – in zijn woorden – is de film geen slechte film. Spijtig genoeg voor Vinciquerra zit hij er flink naast, want deze zesde film uit Sony’s Cinematic Spider-Man Universe Without Spider-Man (SCSUWS) – die om aparte redenen eerder bekend staat als Sony’s Spider-Man Universe (SSU) – is hoogstwaarschijnlijk de slechtste film uit deze redelijk belabberde filmfranchise. Tegelijkertijd bereikt Kraven the Hunter een bijzonder niveau van belachelijke troep dat de film daardoor een onbedoeld hilarische ervaring wordt. De filmmakers nemen deze film zo ontiegelijk serieus dat de stupiditeiten uit deze film buitengewoon komisch overkomen. Het is vaker voorgekomen dat ik een film heb gezien die ik niet bepaald goed vind, maar nog steeds enigszins kan waarderen. Toch had ik nog nooit een echte “so bad, it’s good” film gezien. Voor het kijken van Kraven the Hunter begreep ik zelfs niet dat sommige filmliefhebbers zo dol konden zijn op verschrikkelijke films als Troll 2 (1990), The Room (2003) en Birdemic: Shock and Terror (2010). In de woorden van Danny DeVito’s Frank Reynolds uit de seizoensfinale van het dertiende seizoen van It’s Always Sunny in Philadelphia: “Oh my god. I get it.”
Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.
De Franse komediefilm Un p’tit truc en plus is een grote hit in de Franse bioscopen. De komediefilm heeft al meer dan 7 miljoen bezoekers getrokken. Hiermee is de feelgood komediefilm (tot nu toe) veruit de grootste film van het jaar in Frankrijk. In Frankrijk zijn er zelfs meer bioscoopbezoekers gegaan naar Un p’tit truc en plus dan naar Dune: Part Two. De film trok ook 300.000 bezoekers in Wallonië. Un p’tit truc en plus is in Franstalig België dus ook een filmhit geworden. De film zal binnenkort ook in de Nederlandse bioscopen te zien zijn. Zo brengt The Seachers Un p’tit truc en plus op 1 augustus 2024 uit in de Nederlandse bioscopen.