Katak, de dappere beloega is een warme en leerzame animatiefilm. De filmische avonturen van de moedige en slimme jonge beloega Katak, zijn zowel geschikt voor kinderen als voor volwassenen. In de film leert Katak dat hij zichzelf niet hoeft te bewijzen. Het maakt niets uit dat hij er jonger uitziet dan dat hij is, want zoals zijn gelijknamige opa zegt: “Wat telt zit van binnen!” Katak maakt in deze mooie Canadese animatie en familiefilm mee dat hij gewoon mag zijn wie hij is. Vooral de jongere filmtoeschouwers krijgen hierdoor een mooie (film-)les over identiteitsvorming en zelfacceptatie mee. Katak, de dappere beloega neemt de filmtoeschouwers op een wonderbaarlijke wereldreis door zeeën en rivieren op Aarde mee. De animatiefilm laat de geweldige zeewereld en zijn bewoners op bijzondere, spannende en grappige manieren zien. Zo laat de film niet alleen beloega’s zien, maar ook kabeljauwen, narwals, orka’s, steurvissen, krabben en zelfs ganzen. Ondanks dat de animatiefilm veel belangrijke (en volwassen) thema’s bespreekt, valt een van de belangrijkste aspecten uit de film wat tegen. Voor een animatiefilm ziet de animatie er namelijk niet heel goed uit. Katak, de dappere beloega oogt als een animatiefilm die eigenlijk rechtstreeks naar streamingdiensten, fysieke media of televisie zou kunnen gaan. De animatietechnieken en animatiebewegingen zien er regelmatig goedkoop of slap geanimeerd uit. Ondanks dat de film minder spectaculair geanimeerd is, valt Katak, de dappere beloega nog steeds aan te raden. De film bevat een prachtig verhaal dat spannende filmscènes sterk weet te balanceren met zowel komische als hartverwarmende filmmomenten.
The Nun is een typische horrorfilm. Opvallende filmtoeschouwers en horrorliefhebbers zullen direct doorhebben wanneer een schrikmoment (een zogeheten jumpscare) zal opkomen. Wanneer de filmmuziek en al het andere geluid verdwijnt, kun je iets engs verwachten. Of dit nu echt eng genoemd kan worden is een verhaal. The Nun probeert een eng filmverhaal te leveren, maar ze komen niet heel ver. Voor een horrorfilm uit de populaire horrorfranchise The Conjuring is de film onnatuurlijk saai. The Nun is niet eng en bevat herhalende anticlimax filmmomenten met de kwaadaardige non Valak. De film bevat wel interessante concepten en ideeën voor angstaanjagende filmmomenten. Het levend begraven worden nadat je in een doodskist bent gevallen, is conceptueel best eng. In de uitvoering van dit soort filmscènes worden de momenten minder eng gemaakt. Zo wordt de persoon in kwestie al snel gered door een non die een cheat code gebruikt om haar zintuigen te versterken en te achterhalen in welk graf dit personage gevangen zit. De inclusie van dit soort belachelijke keuzes zorgt ervoor dat The Nun tegelijkertijd amateuristisch en hilarisch overkomt. Bovendien kan de film ook nog voorspelbaar genoemd worden. Het cliché moment van een radio die kalme en rustgevende muziek uit zichzelf begint af te spelen, komt uiteraard voor in The Nun. Niets lijkt origineel te zijn in deze film, maar gelukkig bevat The Nun wel nog enkele pluspunten. Het werk van productieontwerper Jennifer Spence en kostuumontwerper Sarn Gilham zijn daar goede voorbeelden van. Het einde van de film is het beste aspect. Niet omdat de film dan afgelopen is, maar omdat de filmmakers het einde van deze film op een bijzondere manier weten te verbinden met het verhaal van The Conjuring (2013). Spijtig genoeg zijn de pluspunten en de potentie van de film verreweg niet genoeg om The Nun een sterke of überhaupt vermakelijke horrorfilm te maken. Als film is The Nun net zo’n misbaksel als hoe de demonische non Valak eruit ziet.
Jurassic Park III is naar mijn mening de zwakste film uit de originele filmtrilogie. De film bevat interessante ideeën en thema’s, maar onderbouwt ze amper. Jurassic Park III bevat daardoor een magertjes verhaal. De korte speeltijd van de film is hierdoor – over het algemeen – een pluspunt. De film is kort, waardoor die ook sneller is afgelopen. Aan de andere kant is de korte speeltijd van de film ook een nadeel. Het verhaal gaat te snel door de gebeurtenissen heen. Bovendien zijn deze gebeurtenissen onderontwikkeld. Dit komt doordat Jurassic Park III niet alleen een korte speeltijd heeft, maar ook een rap tempo in zijn verhaalverloop bevat. Zelfs de filmmuziek van de legendarische componist John Williams valt tegen. De componist brengt weinig nieuwe bijzondere muzikale thema’s tot de franchise – iets wat hij wel deed in The Lost World: Jurassic Park. Toch zorgt Williams bij de eerste echte verschijningen van dinosaurussen met zijn filmmuziek voor een ontroerend moment. Tijdens deze scène realiseerde ik me dat het kijken van deze films me nooit zal vervelen. Toch kan ik nog steeds kritisch op de films zijn, want – boy, oh boy – bevat Jurassic Park III veel stommiteiten, rommeligheden en problemen. De lastige en verschrikkelijke productie van Jurassic Park III is daar grotendeels voor te danken. Toen de film in productie ging, waren de scenarioschrijvers nog steeds bezig met het werken aan het verhaal. Er is nooit een definitieve versie van het scenario voltooid tijdens de productie van Jurassic Park III. Het middelste gedeelte van het scenario was niet compleet en het einde moest nog geschreven worden. Dit zorgde voor een, zachtjes uitgedrukt, hectische productie. Het is niet gek dat de scenarioschrijvers en regisseur Joe Johnston keuzes hebben moeten maken, die gemaakt zijn met de best intenties, maar nog steeds tot een belabberd en redelijk tam filmverhaal hebben gezorgd. Sam Neill’s personage Dr. Alan Grant zegt het zelf het beste: “Some of the worst things imaginable are being done with the best intentions.”
No Way Up is een van de eerste rampenfilms die geschikt is voor mensen met vliegangst, watervrees of angst voor haaien. No Way Up is namelijk een overdreven en mislukte rampenfilm die de angsten van deze mensen zo zou kunnen wegtoveren. De rampenfilm is zo chaotisch slecht dat het enigszins humoristisch is om te aanschouwen. No Way Up levert een reeks vervelende, vreselijke en onhandige gebeurtenissen die elkaar snel opvolgen. Toch voelen deze gebeurtenissen niet verdient of oprecht aan. Bovendien zijn deze momenten niet sterk opgezet in het verhaal. De film zit ook nog eens vol met willekeurige en plotselinge traumatische achtergrondverhalen die de film alleen maar remmen, in plaats van dat ze het verhaal onderbouwen of ondersteunen. Het helpt ook niet dat No Way Up continuïteitsproblemen in zijn film heeft. Bloedvlekken verdwijnen van het ene op het andere moment en een kapsel dat in een vorige scène nat was, is in de volgende scène (onverklaarbaar) droog. Technisch zit de film ook niet sterk in elkaar. Het camerawerk van cinematograaf Andrew Rodger is belabberd. Zijn camerawerk is regelmatig te schommelig. Daarnaast zijn de kaders uit zijn camerawerk ook niet best te noemen. De kaders waarin verhaaldetails bekend worden gemaakt zijn zo slecht dat je belangrijke plotpunten gemakkelijk kunt missen: zoals een haai dat dreigend voorbij een raam van een neergestort vliegtuig zwemt. De montage van filmmonteur van Adam Recht is ook bagger. Vooral in de gevechtsscènes of filmmomenten waarin rampen gebeuren, stelt Recht in zijn montage teleur. De filmmonteur knipt en plakt de beelden zo snel achter elkaar dat de film onduidelijk te volgen is tijdens deze scènes. Het oogt te chaotisch. De computer gegenereerde beelden en praktische effecten zijn net zo slap. De nagemaakte lichamen, van de mensen die verdronken zijn, zien er nep uit. Ze bewegen en zien er uit als poppen. De computer gegenereerde beelden van de haaien zien er regelmatig nog nepper uit. Is er dan niets goed op te noemen over No Way Up? Dat wel, maar veel is het niet. De acteerprestaties van Colm Meaney en Will Attenborough zijn zo overdreven dat beide acteurs vermakelijk zijn om te aanschouwen. Daarnaast moest ik ook wel lachen om de enkele grap: “You confuse exercise with extra fries.” Voor de rest is er weinig goeds op te noemen over deze film. De film, en een groot gedeelte van de cast, neemt het verhaal zo serieus, dat er ook minder gelachen kan worden over hoe slecht No Way Up is. Terwijl, eerlijk gezegd, gelach het beste is waar deze film op kan hopen…
Als kind ging ik graag naar het strand om in de zee te zwemmen. Mijn favoriete moment tijdens zo’n strandbezoek was het trotseren van de zee. Ik ervaarde vooral plezier wanneer de zeegolven ruiger werden, waardoor je als kind gelanceerd werd in alle richtingen. Ondanks dat het zwemmen door deze botsende golven altijd plezierig startte, waren er regelmatig ook momenten dat ze te groot werden. Hierdoor werd het moeilijker om te genieten van het moment en moest ik al mijn kracht inzetten om zo snel mogelijk uit de golven te komen. Een eerste bezoek aan Berlijn kan vergeleken worden met het zintuigelijk gevoel van herhaaldelijk geraakt worden door zeegolven terwijl je aan het zwemmen bent. De golven blijven tegen je aan kaatsen – de ene keer ruiger dan de andere keer – terwijl je overeind probeert te blijven te staan. Het overeind blijven staan terwijl de golven van emoties, ervaringen, kennismakingen en geluiden op je afkomen blijkt een uitdaging op zichzelf te zijn. Berlijn is namelijk niet zomaar een stad. Als er een stad is met een rugzak vol intrigerende en verschrikkelijke geschiedenislessen, dan kan dat wel Berlijn genoemd worden. Een bezoek aan Berlijn is ontroerend mooi, maar bevat een onderliggend melancholisch gevoel dat veel toeristen en stedelingen meeneemt in vloedgolf van gewaarwordingen. De films die dit jaar vertoond werden tijdens de Berlinale zorgden allemaal stuk voor stuk bijzondere ervaringen vol overweldigende sensaties. Een goed voorbeeld hiervan is de Duitse experimentele documentairefilm What Did You Dream Last Night, Parajanov? De film zoekt de grenzen van interactieve documentaires en filmessays op. De film is geregisseerd door de Duits-Iraanse filmmaker Faraz Fesharaki. Hij is in 1986 geboren in Iran, maar woont en werkt in Berlijn. Tien jaar lang nam de filmmaker de gesprekken op die hij met zijn familie via videobellen had. In de film komen dan ook de filmmaker zelf en zijn ouders: Hasan Fesharaki en Mitra Kai voor. In zijn korte speeltijd weet de film momentopnames van de gesprekken tussen de filmmaker en zijn familie weer te geven. Deze momentopnames zijn net als herinneringen: vol ruis en onvolledig. What Did You Dream Last Night, Parajanov? is niet alleen een humoristische kijk op het familieleven van de filmmaker, maar ook een oprechte zelfreflectie op de dromen van Fesharaki. De regisseur weet dit effect te versterken en persoonlijker te maken, door de film een interactieve kant te geven. Filmtoeschouwers worden in de schoenen van de filmmaker en zijn gesprekspartners gestopt. Voor het filmpubliek voelt het alsof je betrokken bent bij de gesprekken en verhalen die de familieleden met elkaar delen. Fesharaki geeft de filmtoeschouwers een indirecte uitnodiging om deel te nemen aan deze gesprekken. Het is soms wat onduidelijk van welk perspectief iets wordt verteld, maar dit is geen groot probleem. What Did You Dream Last Night, Parajanov? is namelijk een poëtische film waarin de grenzen van wat mogelijk is met de experimentele vorm van biografische documentaires en essay-achtige narratieven worden opgezocht.
Let’s-a-Go! De film over de Italiaanse loodgieter Mario is een vrolijke geanimeerde familiefilm geworden die zeker een “Wahoo!” verdient. De film is een kaskraker geworden, maar werd kritisch een stuk minder goed ontvangen door de filmcritici. Mamma mia, zijn deze filmrecensenten gek geworden? Oké, oké – dat zijn genoeg Mario quotes voor nu. In alle serieusheid kan ik enigszins begrijpen waarom de filmcritici minder enthousiast waren over The Super Mario Bros. Movie. Zo bevat de film een ongelofelijk rap tempo. Het probleem hierbij is niet dat de film, ondanks zijn rappe tempo, geen diepgang geeft. Voor mijn gevoel ligt het probleem eerder bij de subtiliteit van deze diepgang. Doordat The Super Mario Bros. Movie als een Mario Kart voertuig door zijn verhaal heenschiet, worden de plotpunten en karakterontwikkelingen wat uitvergroot of kort door de bocht weergegeven. Zelf heb ik hier minder problemen mee. Vooral omdat de emotionele filmmomenten toch krachtig binnenkomen. Daarnaast weten de filmmakers de juiste balans te vinden tussen een origineel, losstaand verhaal en meerdere leuke referenties naar de Mario videogamefranchise. Naar mijn mening nemen de referenties niets weg van het filmverhaal, maar voegen ze juist meer toe aan de filmwereld van The Super Mario Bros. Movie. Tijdens het kijken van deze geweldige animatiefilm ervaarde ik dezelfde soort plezierige gevoelens, die ik meemaakte als kind, bij het spelen van de Mariogames. Deze animatiefilm is simpelweg SUPER en de beste film die Illumination tot nu toe heeft uitgebracht.
Ah, de lente! Wie is er nu niet dol op dit prachtige seizoen waarin de dagen langer en de temperaturen warmer worden? Naast mensen met hooikoorts lijkt het jonge hoofdpersonage Kasia ook niet blij of bezig te zijn met deze seizoenswisseling. Maar wat houdt haar wel bezig? Is het de dood van haar oma: het enige familielid dat altijd voor haar heeft gezorgd? Of is het toch dat ze onverwachts zwanger lijkt te zijn? De lente bestaat uit een opeenstapeling van mooie aspecten, maar Kasia’s leven krijgt een totaal andere wending. Geen zonneschijn voor haar, maar een mengelmoes van moeilijke gebeurtenissen die allemaal tegelijkertijd opkomen. Het zal voor haar een lente worden om nooit te vergeten: in zowel een positieve, negatieve als helende zin. When Fucking Spring is in the Air is een ambitieuze film die de familiebanden tussen een tienerdochter en de ouders die haar hebben achterlaten op een intensieve manier onderzoekt. De film vraagt veel van zijn toeschouwers. Regisseur en scenarioschrijver Danyael Sugawara stopt het filmpubliek in de schoenen van Kasia. Het resultaat is dat de filmtoeschouwers onderdeel worden gemaakt van het familiedrama. Het gevolg daarvan is dat de thema’s en onderwerpen uit deze gesprekken harder binnen komen. Van een vader die erachter komt dat hij een homofobe tienerdochter heeft tot een rebelse tiener die het haar ouders niet kan vergeven dat ze haar hebben achter gelaten. When Fucking Spring is in the Air voelt persoonlijk, zelfs wanneer je niet dezelfde soort familiedrama hebt meegemaakt. Dit komt door de intensiteit van de film en de grote hoeveelheden drama die zich in het verhaal bevinden. De film kan door zijn gedreven en ijverige geaardheid op enkele momenten ook te overweldigend zijn. Ironisch genoeg worden deze momenten rap afgewisseld met duffe momenten waarin het verhaal volledig op de rem stapt en het verhaal tot een abrupte halt komt. When Fucking Spring is in the Air is een mooie film, maar wat het verhaal allemaal tegelijkertijd probeert te bereiken lijkt soms nog te hoog gegrepen te zijn geweest voor de cast en crew.
Blue Beetle is een van de allerlaatste films die uit kwam in het DC Extended Universe: het gemixt ontvangen filmuniversum van DC Comics. De grote vraag is: kan Blue Beetle filmliefhebbers met nog enigszins positieve herinneringen aan het DCEU overlaten? De film slaagt hier naar mijn gevoel wel in. Regisseur Angel Manuel Soto en scenarioschrijver Gareth Dunnet-Alcocer geven in Blue Beetle weer dat het leven een reis is. De eindbestemming van deze reis weten we nooit, maar dat is niet erg. Het belangrijkste is dat de reis samen gemaakt wordt met je familie en vrienden. Zoals een van de personages uit Blue Beetle zegt: “La familia, that’s forever. That lasts.” Blue Beetle geeft hartverwarmend het belang van familie weer. Het is de relatie met zijn familie die deze held super maakt. De cast levert krachtige acteerprestaties in de scènes die niet gerelateerd zijn aan superhelden momenten. Superhelden fans zullen daardoor minder geïnteresseerd kunnen zijn in Blue Beetle. De film bevat zeker de nodige actie, maar de empathische en humane filmmomenten krijgen voorrang in deze film. Blue Beetle bespreekt verder onderwerpen als racisme, nepotisme, politiegeweld en discriminatie. Helaas gaan de filmmakers te ongenuanceerd om met deze onderwerpen. Het is belangrijk om deze onderwerpen aan te kaarten, maar zonder nuance raakt de boodschap al snel verloren.
Is The Lost World: Jurassic Park een perfecte film en net zo iconisch als zijn voorganger Jurassic Park? Nee. Bevat de film rommelige en problematische aspecten? Ja. Is de film nog steeds vermakelijk, interessant en simpelweg geweldig? Zeker! The Lost World: Jurassic Park is een cultklassieker onder de Steven Spielberg filmklassiekers. Ook al is de film verreweg van perfect, The Lost World: Jurassic Park levert genoeg geweldige, gruwelijke en spannende filmische momenten op. The Lost World: Jurassic Park blijft daarom ook een van de beste vervolgen op de filmklassieker Jurassic Park.
Mars Express is een verbluffende Franse animatiefilm. De film bevat een spannend verhaal waarin een typerende film noir (of eerder neo noir) detective een mysterieuze moord moet oplossen. Het oplossen van deze mysterieuze moord brengt de detective echter steeds dieper in een complot vol corruptie en verraad. Tegelijkertijd komt de detective steeds meer in conflict met haarzelf, en haar idealen, te staan. Deze beschrijving laat de film klinken als een veelvoorkomende thriller en mysteriefilm. Gelukkig is Mars Express veel meer dan dit. De Franse filmmakers schieten de ruimte in en gaan ze de sterren voorbij om nieuwe filmische grenzen te zoeken – en oude te verleggen. Zo worden de grenzen en overlappingen van filmgenres opgezocht. Sterker nog: Mars Express is een van de weinige animatiefilms die een filmgenre de kans geeft terug te laten keren. De Franse film staat op de voorgrond van de (weder-)geboorte van het filmgenre future noir: ook wel bekend als tech-noir of cyber noir. Deze filmterm werd eerder vooral gebruikt om Ridley Scotts sciencefiction film Blade Runner (1982) te beschrijven. Het is niet gek dat Blade Runner beschreven wordt als een future noir film, want Ridley Scott mengt in deze film elementen van sciencefiction films met film noir films. De Franse regisseur Jérémie Périn doet hetzelfde met zijn animatiefilm Mars Express. De Franse animatiefilm haalt inspiratie uit diverse filmgenres en de bijhorende filmklassiekers waar deze genres bekend om staan: van The Matrix (1999) tot Terminator 2: Judgment Day (1991). Toch is Mars Express een visueel adembenemende film die het sterkst in zijn kracht staat wanneer het losbreekt van zijn inspiratiebronnen en de grenzen voor toekomstige (future noir) animatiefilms verlegt. De film is een sterke aanrader die het best op zijn recht zal komen op het grote scherm.