The Dive is een spannende thriller film waarin de psychologische effecten van onder water gevangen zitten, worden onderzocht. Hierin spelen regisseur Maximilian Erlenwein en scenarioschrijver Joachim Hedén met thema’s als depressies en het terugvinden van je zusterschap, nadat je elkaar ontgroeid bent. Ondanks dat The Dive (ook) een conceptueel sterke thematische film is, weet de film vooral op zijn technische vlakken een sterke indruk achter te laten. Hierbij kan het werk van de geluidsafdeling het grootste pluspunt van deze thriller film genoemd worden. De geluidsafdeling leveren samen met de filmmuziek van componisten Volker Bertelmann en Raffael Seyfried verbluffend goed geluid af. Dat de onder water scènes zo spannend overkomen, is in The Dive grotendeels te danken aan het krakende en helse geluid. Naast het werk van de geluidsafdeling valt ook het camerawerk van cinematograaf Frank Griebe op. Griebe experimenteert in zijn camerawerk met de thematische kant van het verhaal. Hierbij laat de cinematograaf de personages onder water regelmatig opgeslokt worden in complete duisternis – net zoals dat kan gebeuren bij mensen die lijden onder een (hevige) depressie. Het is alleen wel jammer dat er in de montage regelmatig gebruik wordt gemaakt van dezelfde flashbacks en technieken om op de emoties van het filmpubliek in te spelen. De film oogt hierdoor repetitief en soms zelfs emotioneel manipulerend. Toch is The Dive een degelijk goede thriller film die zelfs op een uitstekende manier de angst voor onder water vast komen te zitten weet uit te beelden.
Le Pot-Au-Feu is een heerlijke film om te aanschouwen. Dit is voor een groot deel te danken aan het sublieme camerawerk van cinematograaf Jonathan Ricquebourg. De cinematograaf volgt op een gedetailleerde en indrukwekkende manier de kookkunsten van de hoofdpersonages. De film lijkt in zijn opbouw vormgegeven te zijn als een (figuurlijk en letterlijk) menu. Hierbij dienen verschillende filmmomenten en aktes als een aperitief, voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. Le Pot-Au-Feu bestaat voor een groot gedeelte uit extensieve kooksessies. Tijdens de eerste dertig minuten zien we de hoofdpersonages en bijpersonages bijna aan een lijn door alleen maar koken en (fijn-)proeven. Dit kan voor sommige filmtoeschouwers als langdradig en saai overkomen. Echter kunnen filmtoeschouwers ook het tegenovergestelde ervaren. De cast en crew werken zo nauw samen tijdens de veelomvattende kooksessies dat de beelden je kunnen hypnotiseren. Le Pot-Au-Feu brengt je daarbij in een soort van trance waarbij je volledig wordt opgezogen in deze filmwereld. Het is net alsof je zelf aanwezig bent in de buitengewone keuken van Dodin Bouffant en direct aanschouwt hoe hij samen met zijn vrienden kookt, fijnproeft en geniet van het leven. Tijdens het kijken van Le Pot-Au-Feu is de kans groot dat je op een gegeven moment je maag hoort knorren. De cinematograaf volgt met zijn camera tijdens de kooksessies altijd het eten eerst. De filmtoeschouwers krijgen meerdere en diverse lekkere gerechten te zien. Hierbij brengt Ricquebourg bijzonder goed in beeld hoe veelzijdig een briljante kok moet zijn om zoveel diverse gerechten tegelijkertijd te kunnen bereiden en bedenken. Het ambacht van het koken, het eten, maar ook algemene levenslust wordt uitstekend overgebracht in deze Franse film. Le Pot-Au-Feu is simpelweg een film om van te smullen.
Unicorn Wars is een brute en bloederige animatiefilm waarin verschillende subgenres gemixt worden. Zo is deze Spaans-Franse animatiefilm ook een horrorkomedie en oorlogsfilm. Daarnaast lijkt Unicorn Wars een parodie te zijn op Bijbelse epische heldenverhalen. Regisseur en scenarioschrijver Alberto Vázquez weet uitstekend al deze verschillende verhaallijnen, filmelementen en filmgenres door elkaar heen te kneden. Unicorn Wars is hierdoor een mengelmoes geworden die eigenlijk niet zou horen te werken, maar het toch wel doet.
Rosa – de kleine bloemenfee is een fantasierijke animatiefilm met enkele mooie thema’s. De film is meer dan geschikt voor een (extra) jong filmpubliek. In de film beleven het hoofdpersonage Rosa – een kleine bloemenfee – en haar vriendjes meerdere vrolijke, spannende en muzikale avonturen. Ondanks dat er enkele gemene wezens voorbijkomen in de animatiefilm, wordt de film nooit echt te eng voor het jonge filmpubliek. Rosa – de kleine bloemenfee weet perfect de dunne draad – tussen spannende en enge verhaallijnen voor jonge kinderen – te balanceren. Ondanks dat Rosa – de kleine bloemenfee vooral gericht is op een vrij jong filmpubliek, weet het verhaal ook oudere filmtoeschouwers en volwassenen te ontroeren. De film bevat mooie thema’s over het belang van vriendschappen, het aanpakken van je eenzaamheid en het overwinnen van je angsten. Helaas gaat deze Noorse geanimeerde kinderfilm te rap door zijn verhaal heen. Dit is ergens begrijpelijk, want de film heeft een korte speeltijd van 75 minuten. Aan de andere kant mag er zeker benoemd worden dat het tempo van de film een van de grootste zwaktepunten van de film is. Doordat de film een rap tempo bevat worden enkele boodschappen en thema’s in Rosa – de kleine bloemenfee minder goed onderbouwd. Dit heeft ook als gevolg dat enkele karakterkeuzes en karaktermotivaties niet logisch overkomen. De personages maken zeker karakterontwikkelingen mee, maar doordat het verhaal in een rap tempo hier doorheen gaat, komen deze ontwikkelingen soms wat ongemakkelijk en tegenstrijdig over. De jonge filmtoeschouwers zullen dit misschien niet doorhebben, maar een ouder filmpubliek kan dit bijna niet ontgaan.
Primus is een korte experimentele en romantische dramafilm uit 2022. De film is geregisseerd door filmmaker Jonas Smulders. Deze filmmaker kun je onder andere kennen voor het spelen van de hoofdrol in de speelfilm Luka. Smulders schreef samen met Randa Peters het scenario van Primus. De cast van de film bestaat uit onder Abke Haring, Pepijn Korfage, Hans Kemna en Esther Hartsinck. Primus is een zwart-witfilm over het verlangen naar ware liefde. De film vertelt het verhaal van Gond en Joep. Ze zien liefde voelen, ontvangen en geven als een essentieel onderdeel van een waardevol leven. In een wasserette waar geen einde aan lijkt te komen ontmoeten deze personages elkaar. In deze wasserette hopen ze na eindeloos wachten beloond te worden door de enige echte liefde – tussen de geboorte en de dood – tegen te komen. Primus is nu in de Nederlandse bioscopen te zien als de voorfilm van Luka. Mijn dank aan De Filmfreak en Herrie Film & TV voor het online recensie-exemplaar. Primus is gerealiseerd met behulp van De Ontmoeting. De Ontmoeting geeft opkomende en nieuwe filmmakers de kans om een project in te dienen en eventueel een korte film te maken.
Regisseur Jessica Woodworth lijkt met haar speelfilm Luka meer dan alleen een verfilming van Dino Buzatti’s boek De Woestijn van de Tartaren neergezet te willen hebben. Door het gebruik van grootse sets, bijzondere locaties en uitstekende productieontwerpen heeft Woodworth geprobeerd een eigen fantasierijke zwart-wit filmwereld neer te zetten. Luka lijkt als film ook elementen genomen te hebben van andere verhalen met grootse werelden – van Frank Herbert’s Dune en Suzanne Collins’ The Hunger Games tot J.R.R. Tolkien’s The Lord of the Rings. Woodworth heeft geprobeerd om een Vlaams epos te scheppen en dat mag zeker gewaardeerd worden. Het titulaire en gelijknamige hoofdpersonage weet in de film iedereens aandacht te pakken. Spijtig genoeg kan niet hetzelfde gezegd worden over de aandacht van het filmpubliek. Luka is als speelfilm “all talk and no action.” In andere woorden: Woodworth laat de personages veel mysterieuze onderwerpen bespreken en belooft veel grandiose verhaallijnen, maar er wordt maar weinig echt waargemaakt van deze veelbelovende woorden. De dialogen en verhaallijnen zijn net zoals de namen van de personages en de plaatsnamen niet bepaald memorabel. Woodworth maakt voor een visueel aangrijpende film ironisch genoeg te weinig gebruik van de filmregel “show, don’t tell.” De regisseur legt de focus op het raadselachtige praten en rituelen die uit een compleet andere wereld komen. Het filmverhaal wordt als legendarisch en groots neergezet. Spijtig genoeg voor Woodworth gaan deze twee elementen helemaal niet goed samen met haar experimentele regievisie. Wat overblijft is een film te abstract en experimenteel om in deze vorm van verhalen vertellen serieus te nemen.
In de door Lila Avilés geregisseerde dramafilm Tótem staat een grote Mexicaanse familie stil bij de verjaardag van hun ongeneeslijk zieke familielid Tona. De familie viert zijn verjaardag groots. Zo bakt Tona’s zus ook een bijzondere taart voor hem waarop het prachtige, maar melancholische Vincent van Gogh schilderij The Starry Night afgebeeld staat. The Starry Night is direct ook een prachtige metafoor voor dit filmverhaal. Dit schilderij weerspiegelt niet alleen Van Goghs directe observaties van zijn uitzicht op het landschap vanuit zijn raam, maar ook de herinneringen en emoties die dit uitzicht bij hem opriep. Avilés presenteert met Tótem ook een direct en aangrijpend portret van een familie dat moet leren om te gaan met het feit dat een van hun ongeneeslijk ziek is. Tegelijkertijd roept het memorabele filmverhaal ook warme en melancholische emoties op bij zowel de personages als het filmpubliek. De filmmakers stellen verder de vraag of familieleden de wensen van de ongeneeslijk zieke persoon moeten volgen of dat ze moeten aansturen op een proces wat volgens henzelf beter zou zijn. Avilés lijkt het filmpubliek te presenteren met de vraag of dit niet zelfzuchtig is. Zonder een duidelijk oordeel te vellen, laten de filmmakers de individuele filmtoeschouwers deze vraag zelf beantwoorden. De cast en crew spelen namelijk ook in op de dualiteit en imperfecties van de mensheid. Tótem laat zo de tweestrijd zien tussen het ondernemen van acties onder goede intenties waar soms persoonlijke motieven bij komen te kijken. Ook is er tweestrijd terug te vinden in de emoties die de personages (en filmtoeschouwers) zullen voelen over het vieren van een feest voor Tona. Ondanks dat Tótem een iets te gedramatiseerd einde bevat, weten de cast en crew toch een meesterlijke speelfilm neer te zetten dat op een deprimerende manier het leven weet te vieren.
Fantastic Mr. Fox is een van Roald Dahls meest geliefde en bekendste kinderboeken. Als klein jochie was ik zelf ook al dol op het kinderboek. Ik kan me niet meer herinneren of ik het boek ooit zelf heb gelezen, maar ik weet wel dat ik het boek voorgelezen heb gekregen als kind. Ik zag de verfilming van Dahls iconische kinderboek voor het eerst als tiener. Toen was ik niet bepaald onder de indruk van de film – waarschijnlijk omdat ik op die leeftijd andere verwachtingen van films had. Ik schat in dat ik destijds ook een compleet andere smaak in films (en filmgenres) had. Toen ik als jongvolwassene de film opnieuw keek, veranderde mijn mening over Wes Andersons boekverfilming volledig. Sindsdien heb ik de film meerdere malen gezien, waarbij ik steeds meer waardering voor Andersons stop-motion animatie en komediefilm heb kunnen vinden. Fantastic Mr. Fox blijft simpelweg als kinderboek en als boekverfilming fantastisch. Andersons Fantastic Mr. Fox is een prachtige feelgood animatiefilm, waarin de regisseur met zijn kenmerkende visuele regiestijl op bijna geen enkel vlak teleurstelt.
David F. Sandbergs Shazam! is het perfecte voorbeeld van een superhelden film die het belang van familie krachtig weet uit te lichten. Net zoals het hoofdpersonage Billy Batson door een bliksemschicht geraakt wordt als hij het woord “Shazam!” roept, kwam de gelijknamige film als een donderslag bij me binnen. Toch is dit niet altijd het geval geweest. De eerste keer dat ik Shazam!, maakte de film niet bepaald een denderende indruk op me. De reeks goede tot uitstekende Marvel Studios-films – en tamelijk middelmatige tot slechte DC-films – heeft mij destijds misschien een beetje bevooroordeeld gemaakt. Daarnaast kan het ook zijn dat de teleurstellende film Justice League – de Joss Whedon versie – toen een slechte visuele nasmaak in mijn ogen heeft achtergelaten. De komst van de grote Marvel Studios films Avengers: Infinity War en Avengers: Endgame heeft er waarschijnlijk ook deels voor gezorgd dat ik Shazam! destijds – als blockbuster en superhelden film – minder spectaculair vond. En dit is ongelofelijk zonde! De Amerikaanse superhelden film over het gelijknamige DC Comics personage – dat vroeger, raar genoeg, Captain Marvel heette – is namelijk een van de beste DC-films van de afgelopen jaren. Dit komt juist doordat Sandberg samen met scenarioschrijvers Henry Gayden en Darren Lemke de focus legt op een warm verhaal. Shazam! bevat krachtige thematische verhaallijnen waarin de held, de schurk en het filmpubliek de echte betekenis van familie leren kennen. Shazam! lijkt hierin op kerstfilms, waarin de filmtoeschouwers regelmatig voorgeschoteld worden met de zogenaamde ware betekenis van een bepaald onderwerp (het kerstfeest in dat geval). Niet heel verrassend speelt deze zevende film uit het (ondertussen dode) DC Extended Universe zich dan ook af rond de feestdagen. Net zoals kerstfilms is Shazam! een magische film die vermakelijk is voor zowel een jong als oud filmpubliek.
Unruly is een lastige dramafilm om te bekijken. Dit komt vooral doordat de film een moeilijk stukje Deense geschiedenis belicht. De film – ook wel bekend onder zijn Deense filmtitel: Ustyrlig – geeft op een filmische manier waargebeurde evenementen weer. Unruly laat zien hoe het jonge hoofdpersonage Maren in de jaren 1930 wordt opgesloten in een vrouweninstelling op het eilandje Sprogø. Tussen 1923 en 1961 werd het eiland Sprogø gebruikt om vrouwen op te sluiten die zich losbandig of ongemanierd gedroegen. De reden van een opsluiting had vooral te maken met de angst dat dit gedrag, net zoals sommige ziektes, besmettelijk was en doorgegeven kon worden tijdens zwangerschappen. Deze handelingen werden destijds beschouwd als humaan. Het alternatief was namelijk dat de vrouwen werden opgesloten in een gevangenis. Regisseur Malou Reymann bepleit met haar (historische) dramafilm overduidelijk dat deze handelingen niet humaan waren. Veel filmtoeschouwers zullen het hier sowieso mee eens zijn geweest, maar Reymann laat met Unruly zien hoe verschrikkelijk de situatie op het eilandje Sprogø echt was. Helaas kom je met confronterende en shockerende verhaallijnen zonder echte diepgang niet heel ver. Na een uitdagende en speelse openingsscène heeft de film namelijk veel moeite om, ondanks een hoog shockerend gehalte, een echt boeiend verhaal te vertellen.