Dankzij het echte leven en verschillende Disneyfilms – zoals Cinderella (1950) en Snow White and the Seven Dwarfs (1937) – zijn de meeste mensen wel bekend met het fenomeen van gemene stiefmoeders. De Noorse Filmmaker Gunnbjörg Gunnarsdottir heeft dit concept gepakt en het een komische originele invalshoek gegeven. Haar komische familiefilm Victoria moet dood bevat geen stiefkinderen die zich gehoorzaam houden aan de regels en het gezag van hun stiefmoeder. In plaats daarvan bedenken ze een plan hoe ze hun stiefmoeder kunnen laten vermoorden. Het resultaat is een grappige familiefilm waarin het fenomeen van boze en kwaadaardige stiefmoeders gemengd wordt met concepten als huurmoordenaars, immigratiekwesties en ongelijkheid. Ondanks dat de opzet voor Victoria moet dood vrij uniek en geinig is voor een familiefilm, worstelt Gunnarsdottir met het uitwerken van de thema’s en onderwerpen uit haar filmverhaal. De rode draad uit de film is het plan van broer Hendrik en zus Hedwig om hun stiefmoeder Victoria dood te krijgen. De regisseur en scenarioschrijvers starten met een knal en weten in eerste instantie het momentum van het hoofdverhaal goed te behouden. Dit verandert op het moment dat er andere belangrijke onderwerpen geïntroduceerd worden in de film. Het filmverhaal raakt al snel overvol en overbeladen. Hierdoor raken de regisseur en scenarioschrijvers het focuspunt van de film kwijt en verliest het hoofdverhaal zowel zijn momentum als kracht.