The Nun (2018) – Film Recensie

The Nun is een typische horrorfilm. Opvallende filmtoeschouwers en horrorliefhebbers zullen direct doorhebben wanneer een schrikmoment (een zogeheten jumpscare) zal opkomen. Wanneer de filmmuziek en al het andere geluid verdwijnt, kun je iets engs verwachten. Of dit nu echt eng genoemd kan worden is een verhaal. The Nun probeert een eng filmverhaal te leveren, maar ze komen niet heel ver. Voor een horrorfilm uit de populaire horrorfranchise The Conjuring is de film onnatuurlijk saai. The Nun is niet eng en bevat herhalende anticlimax filmmomenten met de kwaadaardige non Valak. De film bevat wel interessante concepten en ideeën voor angstaanjagende filmmomenten. Het levend begraven worden nadat je in een doodskist bent gevallen, is conceptueel best eng. In de uitvoering van dit soort filmscènes worden de momenten minder eng gemaakt. Zo wordt de persoon in kwestie al snel gered door een non die een cheat code gebruikt om haar zintuigen te versterken en te achterhalen in welk graf dit personage gevangen zit. De inclusie van dit soort belachelijke keuzes zorgt ervoor dat The Nun tegelijkertijd amateuristisch en hilarisch overkomt. Bovendien kan de film ook nog voorspelbaar genoemd worden. Het cliché moment van een radio die kalme en rustgevende muziek uit zichzelf begint af te spelen, komt uiteraard voor in The Nun. Niets lijkt origineel te zijn in deze film, maar gelukkig bevat The Nun wel nog enkele pluspunten. Het werk van productieontwerper Jennifer Spence en kostuumontwerper Sarn Gilham zijn daar goede voorbeelden van. Het einde van de film is het beste aspect. Niet omdat de film dan afgelopen is, maar omdat de filmmakers het einde van deze film op een bijzondere manier weten te verbinden met het verhaal van The Conjuring (2013). Spijtig genoeg zijn de pluspunten en de potentie van de film verreweg niet genoeg om The Nun een sterke of überhaupt vermakelijke horrorfilm te maken. Als film is The Nun net zo’n misbaksel als hoe de demonische non Valak eruit ziet.