Dune: Part Two (2024) – Filmrecensie

Dune: Part Two is een epische en prachtige film die generaties lang geliefd zal blijven. Het is een bewijs van de verbeeldingskracht van meesterlijke filmmakers. Regisseur Denis Villeneuve toont het filmpubliek de kracht van audiovisuele storytelling. Hij doet dit niet alleen door grandioze actiescènes te maken. Villeneuve weet dat hij zich eerst op het verhaal moet richten om de film echt opwindend te maken. De momenten van zwaardgevechten, luchtaanvallen en (nucleaire) oorlogsvoering, moeten de emotionele verhaalstructuur van Pauls heldenreis volgen. Als deze grote actiescenes niet de emotionele kern van het verhaal volgen, doen ze er niet toe. Anders is Dune: Part Two gewoon weer een ander voorbeeld van een spektakelfilm met een dun en saai verhaal. Dune: Part Two is net zoals zijn voorganger, Dune uit 2021, gebaseerd op Frank Herberts gelijknamige boek. Het verhaal van Dune is gelaagd en diepgaand. Het zit vol met thema’s als corruptie, imperialisme en kapitalisme. Herbert gebruikt profetieën als middel om te laten zien hoe indoctrinatie en propaganda worden gebruikt om zowel de geest als het lichaam van de oorspronkelijke bewoners van Arrakis tot slaaf te maken. In Dune: Part Two maakt Villeneuve duidelijk dat de profetie van de Lisan al Gaib is gecreëerd om de inwoners van Arrakis – de Fremen – een symbool van hoop te geven. De ironie van deze profetie is dat hun held een buitenstaander zal zijn: Paul Atreides. Villeneuve beargumenteert uitstekend dat de held van de inheemse bevolking eigenlijk een Fremen zou moeten zijn. Hij speelt met concepten als blanke redders en wit privilege. De Fremen moeten worden gered door een blanke buitenstaander, die ook nog eens van hoge afkomst is. Door de Fremen te onderwerpen aan de profetie hopen de Bene Gesserit, de bedenkers en inzetters van de profeties, dat de inheemse bevolking van Arrakis zal blijven wachten op hun redder in nood en zich niet zelf zullen verzetten tegen het gevestigde regime. Villeneuve en scenarioschrijver Jon Spaihts leveren een aangrijpend verhaal waarin gespeeld wordt met de dualiteit van de gevolgen van acties van mensen die hooggeboren zijn. De spektakelstukken zijn groots en indrukwekkend op beeld gezet door cinematograaf Greig Fraser, maar zonder de regievisie van Villeneuve en het scenario dat hij samen schreef met Spaihts, zou Dune: Part Two niet de meesterlijke film zijn die het nu is geworden.

Wild Heart is een familiefilm die vooral geschikt is voor paardenmeisjes en paardenliefhebbers. Regisseur Markus Dietrich weet op een magische manier de schoonheid van paarden weer te geven in deze film. Hierbij levert hij een spannend avontuur waarin het jonge hoofdpersonage en haar vrienden hun angsten leren te overwinnen. In Wild Heart hebben de jonge pubers te maken met angsten dat ze er niet bij zullen horen of begrepen zullen worden. Het jonge hoofdpersonage Anne vermomd deze onzekerheden door zichzelf passief agressief op te stellen tegen haar geliefden. Anne heeft, zachtjes uitgedrukt, nogal temperament problemen in Wild Heart. Desondanks wordt haar boosheid wel onderbouwd en uitgelegd. De filmtoeschouwers zullen haar boosheid en frustraties begrijpen, zelfs op de momenten dat ze haar woede onterecht uit richting haar geliefden. Wild Heart geeft op een theatrale manier de emoties van de personages weer. Hierbij worden gewaagde onderwerpen en woordkeuzes gebruikt om zo ook jonge pubers proberen over te halen Wild Heart te kijken. Helaas is het onduidelijk voor welke leeftijdsgroep deze kinderfilm het geschiktst is. De jonge personages gedragen zich over het algemeen meer als prepubers. Toch laten de stoere woordkeuzes en de gedurfde onderwerpen het lijken alsof de personages meer pubers dan prepubers zijn. De film mist een duidelijke regievisie. Het helpt Wild Heart ook niet dat het verhaal totaal niet origineel is. Ondanks deze kritiekpunten is Wild Heart een leuke film de bijzondere band tussen mens en paard mooi weergeeft.

Abigail (2024) – Filmrecensie

Abigail is een simpele, maar uiterst effectieve en grappige horrorfilm waarin niemand elkaar kan vertrouwen. In de film wordt er op een sterke manier gebruik gemaakt van metaforen. Een van de leukste en creatiefste metaforen vindt plaats tijdens de scène waarin Kathryn Newtons personage Sammy een oude Woody Woodpecker cartoon kijkt. In de cartoon zien we hoe een spook zich angstaanjagend opstelt tegenover Woody Woodpecker. In plaats van dat het kleurrijke tekenfilmfiguurtje bang wordt, doet Woody Woodpecker het spook na. Hierbij komt Woody Woodpecker enger, monsterlijker en gevaarlijker over dan het spook. Het onverwachte gevaarlijke karakter van Woody Woodpecker is een mooi metafoor voor het personage Abigail in deze film. De criminelen denken in deze film, net zoals het spook uit de cartoon, het echte gevaar te vormen. In werkelijkheid horen deze groep tweederangs criminelen bang te zijn voor Abigail, net zoals het spook uit de cartoon bang hoort te zijn voor Woody Woodpecker. In Abigail spelen de regisseurs Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillet op een fantasierijke manier met de verwachtingen van het filmpubliek waarbij ze tegelijkertijd een eigen bloederige kijk leveren op de vampierenfilm.

Bob Marley: One Love (2024) – Filmrecensie

Bob Marley: One Love is een mengelmoes van middelmatige pluspunten en minpunten. De beste onderdelen uit de film zijn goed, maar niet beter dan degelijk. De slechtste onderdelen uit de film zijn teleurstellend, maar niet verschrikkelijk. De film is over het algemeen niet slecht. Toch blijft Bob Marley: One Love een simpele muzikale biopic die niet veel nieuws probeert. Hierdoor springt er niets echt uit in deze film. De film hoort een audiovisueel eerbetoon te zijn geworden aan de muzikant Bob Marley. Toch slaagt regisseur Reinaldo Marcus Green er niet om een audiovisuele reis door het leven van de beroemde muzikant neer te zetten. Na het kijken van Bob Marley: One Love ben ik niet veel meer te weten gekomen over het leven, de worstelingen en de dromen van de grootse muzikant. De film gaat niet verder dan wat er in de basis nodig is om over het leven van Bob Marley te vertellen. Hierdoor is Bob Marley: One Love niet memorabel of aangrijpend genoeg, terwijl het leven van Bob Marley dat wel is geweest. De regisseur durft met Bob Marley: One Love geen duidelijke standpunten over de artiest in te nemen. Door het niet innemen van interessante en duidelijke standpunten over het leven van Bob Marley, komen de filmmakers onwetend en besluiteloos over.

Five Nights at Freddy’s is een Amerikaanse bovennatuurlijke horrorfilm die vooral geschikt is voor de fans van de gamereeks waarop de film is gebaseerd. In de kinderlijke horrorfilm, die het meest lijkt op een rip-off van de Saw franchise, zien we namelijk ook hoe een bewaker aan zijn nieuwe baan bij Freddy Fazbear’s Pizza begint. Net zoals in de gelijknamige games begint het scherm al te haperen, terwijl de film opent met de logo’s van de filmdistributeurs. De referentie werkt niet alleen als een duidelijk eerbetoon aan de games. Zo recreëert het ook de spannende sfeer van de games. De film opent spannend, maar niet bepaald spectaculair of origineel. Gedurende film worden diverse montagetechnieken en filmische trucjes gebruikt om Five Nights at Freddy’s zoveel mogelijk te laten lijken op de gamereeks waarop het gebaseerd is. Wanneer het hoofdpersonage begint te werken bij Freddy Fazbear’s Pizza wordt er ook gebruik gemaakt van een rappe afwisseling tussen de beelden van de beveiligingscamera’s. De film weet hiermee goed de gevoelens van machteloosheid en onontkoombaarheid uit de games over te nemen. In de gameverfilming keert ook het welbekende schrikmoment terug waarin een van de animatronics op een slachtoffer afrent en in zijn gezicht schreeuwt. Wat betreft gameverfilmingen blijft Five Nights at Freddy’s dus trouw aan het bronmateriaal en de geschiedenis van de games. Fans zullen met een gerust hart, en misschien zelfs met een trots gevoel, toe kunnen kijken naar Five Nights at Freddy’s. Filmtoeschouwers die onbekend zijn met de gamereeks of geen fan zijn van de videogames, zullen de film eerder ervaren als de zoveelste mislukte horrorfilm met een identiteitscrisis. Five Nights at Freddy’s oogt namelijk regelmatig eerder als een dramafilm. Bovendien komen de schrikmomenten en de zogenaamde angstaanjagende filmscènes eerder (onbedoeld) hilarisch dan eng over. De door Blumhouse Productions en Scott Cawthon Productions geproduceerde film is net zoals de game niet bepaald een artistiek hoogstandje uit het horrorgenre.

Wonka (2023) – Filmrecensie

Kippenvel: dat had ik toen ik Wonka voor de tweede keer keek. Ik had al kippenvel toen ik de film de eerste keer in de bioscoop zag, maar toen ik Paul Kings nieuwste familiefilm op mijn televisiescherm zag, wist de film me nog harder te raken. Wonka is een emotionele achtbaan vol levendige en energieke liedjes, emotionele stoten alsof je geslagen wordt door Muhammad Ali en humor die je hardop laat lachen. King bewijst opnieuw dat hij niet alleen een van de beste filmregisseurs van dit moment is, maar ook een van de beste kindvriendelijke filmauteurs. Daarnaast laat de regisseur – ook bekend voor zijn eerdere familiefilms Paddington (2014) en Paddington 2 (2017) – zien dat hij als geen ander weet hoe hij een bekend kinderverhaal zich eigen kan maken. Net zoals bij Kings adaptaties van Paddington, weet de filmmaker bij Wonka trouw te blijven aan het bronmateriaal. Tegelijkertijd weet King het originele verhaal van auteur Roald Dahl en de (beste) verfilming Willy Wonka and the Chocolate Factory (1971) te verrijken door een meeslepend en avontuurlijk verhaal over de jonge jaren van Willy Wonka te leveren.

Saints & Sinners (2023) – Filmrecensie

Saints & Sinners is een sombere, maar mooie Ierse film met redelijk wat gebreken. De film laat zien dat er in een land van zondaars, moordenaars en politieke onrust geen echte heiligen zijn. Het uitvoeren van zonden onder de beste intenties, neemt niet weg dat dit nog steeds zonden zijn. Ondanks dat het strijden voor een vrij Ierland maar een klein onderdeel is uit het filmverhaal, weet regisseur Robert Lorenz samen met scenarioschrijvers Mark Michael McNally en Terry Loane goed de consequenties van deze acties weer te geven. Hierbij spelen de regisseur en scenarioschrijvers in op een van hun narratieve thema’s: of het doel de middelen heiligt. Is een vrij Ierland het waard als ze daarvoor onschuldigen mensen moeten opofferen? En is het in opdracht vermoorden van mensen het waard om je traumatische verleden te vergeten? De film stelt de vraag of het uitvoeren van zonden überhaupt een doel heiligt. In het geval van Saints & Sinners lijken de filmmakers te pleiten voor het idee dat een heilige eerst een zondaar moet zijn voordat hij echt de betekenis daarvan kan begrijpen. Deze thematische vraag is maar een klein onderdeel van het grotere plaatje. Hierbij komen we ook direct bij het grootste probleem van de film. Het filmverhaal is te overambitieus en probeert te veel te vertellen. Hierdoor mist de film een duidelijke focus en oogt het filmverhaal onderontwikkeld. Lorenz heeft samen met de scenarioschrijvers laten zien dat Saints & Sinners zeker potentie had om een geweldige film te zijn geworden. Tegelijkertijd laat de regisseur met zijn regiekeuzes ook zien dat de cast en crew met de film een grotere hap namen dan dat ze konden kauwen.

In 2014 kwam de korte film Night Swim uit. De regisseurs van deze korte horrorfilm, Bryce McGuire en Rod Blackhurst, hebben het verhaal later uitgewerkt tot een speelfilm. Begin dit jaar kwam de gelijknamige speelfilm uit in de Nederlandse bioscopen. Waar de korte film geregisseerd werd door McGuire en Blackhurst, is de speelfilm alleen geregisseerd door McGuire. Blackhurst heeft als scenarioschrijver van Night Swim (2024) alsnog een belangrijk aandeel gehad bij het maken van de speelfilm. De filmmakers komen met een interessant en leuk idee in Night Swim. Een bezeten zwembad komt niet regelmatig voor in horrorfilms. Het concept dat het zwembad tegelijkertijd levens kan redden, door wensen uit te brengen, en levens kan nemen, is ook een geniale zet. Toch weet deze Amerikaanse bovennatuurlijke thriller en horrorfilm grotendeels niet te overtuigen. Ondanks dat de film wel degelijk schrikmomenten heeft, is Night Swim over het algemeen niet eng. De schrikmomenten zijn effectief door twee redenen. Allereerst worden de geluiden tijdens deze schrikmomenten luider gemaakt. Hierdoor schrik je eerder van het geluid dan van dat het moment of de scène echt eng is. Ten tweede vinden de schrikmomenten ook tijdens de willekeurigste gebeurtenissen plaats, waardoor de filmmakers het filmpubliek toch te pakken weten te krijgen. Bovendien betekent te grazen worden genomen door slappe schrikmomenten niet meteen dat de film ook daadwerkelijk angstaanjagend goed is. Sterker nog: als de korte film net zo belabberd als de speelfilm is, dan heb ik weinig hoop voor de toekomstige filmcarrières van McGuire en Blackhurst.

Neem Me Mee (2023) – Filmrecensie

Neem Me Mee is een meeslepende Nederlandse komediefilm waarin een groep bejaarden, onder begeleiding van een jonge reisleider, de show stelen. De film bevat een grootse sterrencast die allemaal interessante en sterk onderbouwde personages spelen. Neem Me Mee is geen film waarin bepaalde groepspersonages minder ontwikkeling krijgen dan anderen. Doordat alle personages evenveel aandacht krijgen om onderbouwd te worden, oogt het filmverhaal levendig. De interacties tussen de personages zijn hilarisch en dynamisch doordat de cast met de tegenstrijdige persoonlijkheden heerlijk op elkaar inspelen. Het is jammer dat deze Nederlandse film minder excentrieke audiovisuele of technische aspecten bevat. Op wat intrigerend werk van de geluidsafdeling na, bevat Neem Me Mee geen bijzondere technische aspecten. Gelukkig bevat deze Nederlandse speelfilm wel een hartverwarmend verhaal vol krachtige acteerprestaties van enkele van Nederlands beste acteurs en actrices.