Kippenvel: dat had ik toen ik Wonka voor de tweede keer keek. Ik had al kippenvel toen ik de film de eerste keer in de bioscoop zag, maar toen ik Paul Kings nieuwste familiefilm op mijn televisiescherm zag, wist de film me nog harder te raken. Wonka is een emotionele achtbaan vol levendige en energieke liedjes, emotionele stoten alsof je geslagen wordt door Muhammad Ali en humor die je hardop laat lachen. King bewijst opnieuw dat hij niet alleen een van de beste filmregisseurs van dit moment is, maar ook een van de beste kindvriendelijke filmauteurs. Daarnaast laat de regisseur – ook bekend voor zijn eerdere familiefilms Paddington (2014) en Paddington 2 (2017) – zien dat hij als geen ander weet hoe hij een bekend kinderverhaal zich eigen kan maken. Net zoals bij Kings adaptaties van Paddington, weet de filmmaker bij Wonka trouw te blijven aan het bronmateriaal. Tegelijkertijd weet King het originele verhaal van auteur Roald Dahl en de (beste) verfilming Willy Wonka and the Chocolate Factory (1971) te verrijken door een meeslepend en avontuurlijk verhaal over de jonge jaren van Willy Wonka te leveren.
Na zes seizoenen komt er toch echt een einde aan de welbekende serie Better Call Saul. Om deze reden wil ik stil staan bij het geweldige eerste seizoen. Better Call Saul wordt (terecht) door fans en critici beschouwd als een van de beste prequel-series aller tijden. Na het ongelofelijke succes van Breaking Bad leek het bijna onmogelijk om dit nog een keer voor elkaar te krijgen, maar het is seriemakers Peter Gould en Vince Gilligan toch gelukt. Volgens sommige fans en critici is Better Call Saul zelfs beter dan Breaking Bad. En tot op zekere hoogte is dit zeker begrijpbaar, want Better Call Saul seizoen 1 is beter dan Breaking Bad seizoen 1. Nu heeft Better Call Saul seizoen 1 ook meer afleveringen dan Breaking Bad seizoen 1, maar dit is niet de enige reden dat dit eerste seizoen van deze prequel-serie beter is.