Quisling – The Final Days levert een aangrijpend audiovisuele karakterstudie van nederigheid en schuld. Regisseur Erik Poppe en scenarioschrijvers Anna Bache-Wiig, Siv Rajendram Eliassen en Ravn Lanesskog onderzoeken deze thema’s bij beide hoofdpersonages: Vidkun Quisling en Peder Olsen. Op de voorgrond van dit onderzoek staat een intens filmische portret van de laatste dagen (of eerder laatste maanden) van de voormalig Noorse minister-president Vidkun Quisling centraal. De focus ligt bij de audiovisuele karakterstudie en het filmisch portret vooral bij het onderlinge contact tussen Quisling en Olsen. De regisseur en scenarioschrijvers onderzoeken hoe deze twee mensen van elkaar verschillen en op welke (kleinere) gebieden ze overeenkomsten hebben. Quisling – The Final Days laat zien hoe elk mens een zondaar is, maar dat het herkennen, erkennen en omarmen van schuld zal kunnen leiden tot vergiffenis. Als het ware bepleiten de regisseur en scenarioschrijvers dat het beter is om nederig te blijven, schuld te bekennen en om vergiffenis te vragen, dan om standvastig vast te blijven klampen aan de ideologische overtuigingen dat je niets hebt gedaan om sorry voor te zijn.
Regisseur Steven LaMorte moet diep van binnen geweten hebben dat hij met Screamboat geen succesvolle of (echte) goede horrorfilm heeft kunnen maken die geïnspireerd en gebaseerd is op de geliefde Disneyanimatiefilm Steamboat Willie (1928). Dit heeft niet te maken met het feit dat deze korte animatiefilm en zijn gigantische studio niet geparodieerd (of bekritiseerd) kunnen worden. Het heeft meer te maken met het feit dat het concept om van een geliefd tekenfilmfiguurtje een seriemoordenaar te maken, in de korte tijdspanne van enkele jaren, overmatig is gebruikt. Bovendien was dit concept om te beginnen al niet zo leuk of baanbrekend. Het concept om (publieke domein) personages, zoals de Steamboat Willie versie van Mickey Mouse, te veranderen in gruwelijke en bloeddorstige monsters klinkt bizar en geinig als je er een grapje over maakt tegen vrienden. Toch zul je tijdens het kijken van een horrorfilm over een moordlustige versie van een geliefd en goedaardig personage, je al snel beseffen hoe oppervlakkig en saai dit narratieve concept eigenlijk is. De regisseur probeert het zwakke filmverhaal te verstoppen onder een grote laag humor, bloed en geweld. Dit zijn veelvoorkomende filmelementen in horrorfilms die gebaseerd zijn op publieke domein personages. Met het gebruik van deze overheersende en slecht uitgewerkte filmelementen, laat de film zien dat Screamboat niet alleen een slecht verhaal bevat, maar ook originaliteit mist. De enkele minuscule pluspunten van de film zijn dus niet goed of bijzonder genoeg om van Screamboat een film te maken die door zijn hilarische slechte kwaliteit, vermakelijk wordt.
In de Nederlandse oorlogsfilm Bezuidenhout bouwt het filmverhaal in momentopnames van verschillende jaren op naar het vergissingsbombardement van de Haagse wijk Bezuidenhout dat plaatsvond op 3 maart 1945. Door de inzet van filmische momentopnames en een korte speeltijd komt Bezuidenhout over als een episodische film. Een nadeel van de korte speeltijd en het gefragmenteerde filmverhaal is dat Bezuidenhout snel door zijn (historische) gebeurtenissen en karakterontwikkelingen heengaat. Hierdoor gaat de film ook minder diep in op de emotionele kern van het verhaal. Toch is het episodische karakter van het filmverhaal niet alleen een nadeel. Zo is het een goed teken dat ik graag nog meer had gezien van deze filmpersonages en filmportret van het Haagse verzet in de Tweede Wereldoorlog. De episodische formule van het verhaal speelt daarnaast goed in op een van de thema’s van de film: het verleden herinneren. De Tweede Wereldoorlog is meer dan 80 jaar geleden begonnen en het lijkt erop dat steeds meer gruwelijke gebeurtenissen die in deze oorlog zijn gebeurd, worden vergeten. Door de film een episodisch narratief te geven, lukt het de filmmakers ook om het verhaal als momentopnames van vergeten of vervaagde historische herinneringen weer te geven. Bezuidenhout oogt als een film waarin het hoofdpersonage terugblikt op zijn gefragmenteerde (en deels zelf ingevulde) herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Door Bezuidenhout een episodisch narratief te geven, bepleiten de filmmakers ook dat het maken van oorlogsfilm belangrijk is om de verschrikkelijke gebeurtenissen die in het verleden zijn niet te vergeten om ze zo ook niet te herhalen.
Elk mens zal als kind of tiener wel stressvolle momenten of periodes gehad hebben met een ouder. De Amerikaanse tragikomedie film Goodrich pakt dit menselijke concept en maakt het filmisch. Ondanks dat er betere tragikomedies en dramafilms zijn die stressvolle en ingewikkelde relaties tussen ouders en kinderen weergeeft, waagt Goodrich een ambitieuze poging om via een originele invalshoek dit onderwerp te bespreken. De kern van de kracht van de film ligt in de complexe relatie tussen Michael Keatons Andy Goodrich en Mila Kunis’ Grace Goodrich. Grace is Andy’s dochter uit zijn eerste huwelijk. Ze is 27 jaar ouder dan haar broer en zus en staat op het punt om zelf een baby te krijgen. Toen ze opgroeide, was haar vader meestal afwezig. Zo was hij meer (en vooral) bezig met zijn carrière en werk. Deze trend volgde Andy in zijn tweede huwelijk en zette zich voort bij zijn twee andere kinderen. Andy verandert echter van aanpak (en persoonlijkheid) wanneer zijn tweede vrouw besluit om naar een ontwenningskliniek te gaan om daar af te kicken van haar medicatieverslaving. Nu moet Grace toekijken hoe haar broertje en zusje de aanwezige en liefkozende vader krijgen die ze altijd zelf al had willen hebben. De pijn die Grace hierdoor voelt en de (letterlijke en figuurlijke) afstand die Andy heeft tot haar pijn vormen de grootste emotionele obstakels tussen deze twee filmpersonages. Met behulp van deze narrateive opzet en twee krachtige acteerprestaties van Keaton en Kunis weet regisseur en scenarioschrijver Hallie Meyers-Shyer een bijzondere film neer te zetten. Daarnaast laat Goodrich op een buitengewone manier zien dat een vader en dochter zielsverwanten kunnen zijn.
De verfilming van (de eerste helft van) Wicked is een prachtige audiovisuele liefdesbrief aan de liefhebbers van de gelijknamige theatermusical en de fantasierijke dromers van de geliefde verhalen van Oz. Een deel van wat Wicked zo geweldig maakt, is het feit dat de filmmakers de fantastische en creatieve elementen van de wereld van Oz niet uit de weg gaan. Er zijn pratende geiten die werken als docenten op universiteiten en mensen die op stelten lopen om ’s nachts lantaarns aan te steken. Regisseur Jon M. Chu omarmt de kleurrijke verbeelding van de wereld van Oz en verrijkt deze. Het zijn Chu en de scenarioschrijvers Winnie Holzman en Dana Fox gelukt om met hun (geadapteerde) verhaal over de buitengewone inwoners en de spectaculaire wereld van Oz een blijvende indruk achter te laten. Er kan zelfs gezegd worden dat Wicked, naast filmklassieker The Wizard of Oz (1939), het dichtst bij het ware fantasierijke karakter van de wereld van Oz komt. Dit is grotendeels te danken aan het feit dat de regisseur en scenarioschrijvers het originele verhaal van de eerste helft van het theatermusical meer diepgang hebben gegeven. De film bevat niet toegevoegde of uitgerekte scènes puur voor de reden om de film een langere speelduur te geven. Wicked gebruikt zijn relatief lange speelduur (van 161 minuten) om de thema’s en karakterontwikkelingen van het verhaal uit te diepen. Het voegt ook meer diepgang toe aan belangrijke karaktermomenten en durft langer bij de zwaarte van deze momenten stil te staan – zelfs al breekt het soms het tempo en de structuur van het verhaal. Dat Wicked het verhaal van de theatermusical weet te verrijken, ligt hoogstwaarschijnlijk ook aan het feit dat Holzman aan zowel de theatermusical als de filmadaptatie heeft gewerkt.
Regisseur Todd Phillips – bekend van succesvolle komediefilms als The Hangover (2009) en minder succesvolle komediefilms als The Hangover Part III (2013) – levert met zijn film Joker een audiovisueel portret van een onbegrepen en gebroken man. Een van de kenmerkende narratieve aspecten van Phillips’ is dat hij in zijn films buitengewone situaties in zet om voor veel chaos in het leven van de hoofdpersonages te zorgen. In de films uit The Hangover trilogie worden deze buitengewone situaties komisch uitgespeeld, terwijl Phillips in Joker zijn uitgangspunt omdraait naar dat van een tragedie. Desondanks benoemt het titulaire hoofdpersonage dat zijn leven altijd al een komedie is geweest. Met deze zelfbewuste keuze wil Phillips laten zien dat mensen die zwaar onder geestziektes lijden een breekpunt hebben, waarna ze alleen nog maar de humoristische kant van hun leed kunnen in zien. De film vertelt een losstaand verhaal dat gaat over Arthur Fleck. Hij heeft een hele reeks aan psychische problemen. De film laat zien hoe Arthur Fleck steeds dieper in een zwart van onbegrip, pijn en geweld valt. De keuze om van Joker – een van de grootste en bruutste schurken aller tijden – een onbegrepen volwassen man met hevige mentale problematiek te maken, werd bijgestaan door veel controversie. Ondanks dat de film een mooie beoordeling (een 8.3/10) op IMDb heeft, zijn er nog steeds een grote hoeveelheid filmtoeschouwers en filmliefhebbers die bang zijn dat deze film mensen aan zal zetten tot gewelddadigheid. Dit is best begrijpelijk. We leven in een tijd waarbij er zo’n beetje wekelijks – vooral ook in Amerika – steek- of schietpartijen plaatsvinden. Dezelfde groep filmtoeschouwers is ook bang dat de film meer begrip zou opbrengen voor de acties van gewelddadige personen zoals de Joker. Wederom is dit best begrijpelijk. Het komt regelmatig voor dat als een jongvolwassene man een schietpartij begint, de zwaarte van zijn acties verminderen worden, doordat de (nieuws-)media de open kaart van zijn geestesziekte opspeelt. De algehele controversie rondom een film over de Joker is alleen al begrijpelijk vanwege het moordlustige karakter en de gewelddadige geschiedenis van dit hoofdpersonage. Doordat Phillips een film heeft gemaakt waarin filmtoeschouwers de opkomst van een psychotische moordenaar volgen, is de controversie nog verklaarbaarder. Desondanks is het niet eerlijk om als filmtoeschouwer er direct vanuit te gaan dat Joker het filmpubliek tot geweld aan zal zetten. De filmbeelden die het filmpubliek te zien krijgt zullen ongemakkelijk, shockerend en voor sommige zelfs confronterend zijn. Toch worden de acties van het hoofdpersonage op geen enkel moment in de film verheerlijkt of goedgepraat.
Führer und Verführer vertelt het verhaal van de opkomst van nazi-Duitsland door de lens van Adolf Hitlers rechterhand en propagandaminister Joseph Goebbels. De film begint met een tekstuele introductie die de premisse van het verhaal beschrijft en de redenering om de film door het perspectief van de daders – in andere woorden de nazi’s – te laten zien. De introductie beschrijft terecht dat deze keuze om het filmverhaal vanuit het perspectief van de nazi’s te laten zien zowel riskant als noodzakelijk is. Regisseur en scenarioschrijver Joachim A. Lang bepleit terecht dat dit een goede manier is om de hedendaagse bevolking te waarschuwen tegen – en bewust te maken van – het werk van demagogen. De regisseur en scenarioschrijver start de film echter niet met de eerste ontmoetingen tussen Goebbels en Hitler. Daarnaast begint het filmverhaal ook niet met de start van hun samenwerkingen. Na een tekstuele introductie en een proloog, dat vlak plaatsvindt voor de dood van Hitler en Goebbels, opent de film in 1938 met de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland. Doordat deze Duitse oorlogsdramafilm niet start met de eerste samenwerkingen en ontmoetingen tussen Goebbels en Hitler, wordt de opkomst van fascisme, ongelijkheid en racisme als iets plotselings en onverwachts neergezet. Hiermee speelt Lang in op de snelle groei en opkomst van fascistische demagogen. Daardoor weet de regisseur en scenarioschrijver goed de gevaren hiervan weer te geven. Tegelijkertijd werkt de narratieve keuze om het verhaal niet te starten bij het begin van Goebbels’ leven als propagandaminister en rechterhand van Hitler hem ook tegen. De regisseur en scenarioschrijver wil het filmpubliek de boodschap meegeven alert te blijven voor de groei en opkomst van fascisme, maar doordat de film niet start bij het begin van deze opkomst, lukt het Lang niet om de filmtoeschouwers aan te geven waar ze op moet letten om de opkomst van fascisme te herkennen. Hoogstwaarschijnlijk zal de regisseur en scenarioschrijver verwacht hebben dat de filmtoeschouwers zelf zullen herkennen wanneer fascisme aanwezig is of opkomt, maar als dat het geval was, dan zouden film als Führer und Verführer ook niet gemaakt hoeven te worden. De narratieve keuzes die gemaakt zijn komen dus op enkele momenten (enigszins) imperfect en onlogisch over.
De historische dramafilm Small Things Like These laat zien hoe jonge vrouwen naar tuchthuizen werden gestuurd voor “boetedoening en rehabilitatie.” De jonge vrouwen werden in deze tuchthuizen (en andere soortgelijke instellingen) geëxploiteerd en mishandeld. Regisseur Tim Mielants en scenarioschrijver Enda Walsh lijken op een intieme manier de vraag te stellen wat de prijs is van niets doen tegen het onrecht dat deze jonge vrouwen (en hun afgenomen kinderen) werd aangedaan. Het briljante aan de vraag en deze opzet is dat de interne en externe conflicten van het hoofdpersonage, Bill Furlong, hieraan verbonden zijn. Bill kan zich nooit volledig inactief opstellen tegen het wangedrag dat deze tuchthuizen vertoont, doordat zijn levensgeschiedenis en bestaan hieraan grotendeels verbonden is. Doordat het leven van Bill grotendeels verbonden is aan het systeem van de tuchthuizen, is zijn confrontatie met de katholieke kerk onontkoombaar. Elk moment dat hij een trauma herbeleeft of zijn gedachten afdwalen naar het verleden, wordt hij geconfronteerd met de problematiek van de katholieke kerk en de tuchthuizen. Elke keer dat hij botst met het oneerlijke en gevaarlijke systeem van het tuchthuis, moet Bill ook zijn traumatische verleden onder ogen komen. Door de prijs van niets doen persoonlijker te maken in het filmverhaal, bepleiten Mielants en Walsh dat de mensheid altijd actie moet nemen tegen onrechtvaardigheid en ongelijkheid. Met Small Things Like These laten ze zien dat de prijs van niets doen meer kost dan de gevolgen van iets doen.
Documentairefilm All I Had was Nothingness is een briljant eerbetoon aan het creatieve proces dat filmmaker en journalist Claude Lanzmann doorliep bij het maken van zijn monumentale documentairefilm Shoah (1985). Regisseur Guillaume Ribot gooit je direct de diepte in van Lanzmanns creatieve proces. Hiermee speelt Ribot in op het langdurige karakter van Lanzmanns (obsessieve) missie om zijn film Shoah te maken. De film opent in Lanzmanns auto als hij de radio aanzet waarop Beethovens Symfonie nr. 5 te horen is. Volgens Houston Symphony (en andere muziektheoretici) gaat Beethovens Symfonie nr. 5 over elke zwaarbevochten overwinning die er ooit is geweest of er ooit zal zijn. De keuze om Beethovens Symfonie nr. 5 af te spelen aan het begin van de film is een duidelijk symbool voor de intense en persoonlijke creatieve strijd die Lanzmann voert om zijn film over de Holocaust te maken. Tegelijkertijd symboliseert het gebruik van Beethovens Symfonie nr. 5 ook het creatieve proces van Ribot om het verhaal van de totstandkoming van Shoah met gearchiveerd filmmateriaal goed op beeld te zetten.
Een van de grootste redenen waarom Smile zo effectief is als horrorfilm is de manier waarop regisseur en scenarioschrijver Parker Finn in het filmverhaal speelt met trauma. De bovennatuurlijke en psychologische horrorfilm onderzoekt de relatie tussen trauma en identiteit. Hierbij onderzoekt het filmverhaal de connectie tussen deze twee onderwerpen door het hoofdpersonage besmet te laten raken met een monsterlijk entiteit dat voedt op haar jeugdtrauma’s. Finn vergelijkt trauma’s (indirect) met monsters die onontkoombaar zijn en grote invloed hebben op onze identiteitsvorming. De opkomst van het monster en de terugkeer van haar jeugdtrauma’s laten beide het verlies van Rose’s controle over haar (mentale) vrijheid zien. De film speelt uitstekend met thema’s waarin Rose haar vrijheid verliest, doordat haar controle over haar gedachten net zo goed verloren gaan als haar visie op haar traumatische jeugd. Het monster beperkt haar kansen om haar trauma’s te bestrijden en te groeien als persoon. Hierdoor verliest Rose niet alleen haar vrijheid, maar ook haar menselijkheid. De horrorfilm is zo angstaanjagend doordat de filmtoeschouwers zo doeltreffend in de schoenen van Rose geplaatst worden. De film speelt met het (getraumatiseerde) brein van het hoofdpersonage waarbij het filmpubliek bewust wordt gemaakt van de perceptie van Rose en het perspectief van haar (nabije) omgeving. Hierdoor ervaart het filmpubliek haar gevoelens van machteloosheid en wanhopigheid, terwijl ze met al haar wilskracht vecht tegen het verlies van haar menselijkheid, identiteit en vrijheid. De film wordt ondersteund door gruwelijke schrikmomenten. Deze schrikmomenten spelen goed in op het feit dat Rose nergens veilig is: zelfs niet in haar eigen gedachten(-wereld). Elk moment kan er een eng figuur verschijnen of een realiteitsschending plaatsvinden. Dit schept een constant en intens gevoel van onveiligheid. Smile werkt verder briljant als horrorfilm doordat het unieke plottwists bevat waar verschillende filmscènes zijn vormgegeven als psychoses, wanen en manische episodes. Door de scherpe montage van filmmonteur Elliot Greenberg worden de filmtoeschouwers in de schoenen van Rose gezet en blijven ze zich, net zoals dit filmpersonage, continue afvragen wat echt en wat nep is.