Kraven the Hunter (2024) – Filmrecensie

Villains aren’t born. They’re made. De logline van Kraven the Hunter laat het lijken alsof we in deze R-rated avontuurlijke actiefilm de origine van deze beroemde Spider-Man schurk te zien zullen krijgen. In plaats van dat de film een goed uitgewerkt verhaal levert waarin Kraven via innerlijke worstelingen en externe conflicten gemaakt wordt tot de schurk die stripboeklezers zullen kennen, zorgen de filmmakers ervoor dat de critici en alledaagse filmtoeschouwers gevormd worden tot de kwaadaardige haters van deze film. Tenminste, dat is wat we mogen geloven volgens de woorden van de CEO van Sony Pictures, Tony Vinciquerra. In een interview met de LA Times vertelde Vinciquerra dat Kraven the Hunter hoogstwaarschijnlijk de slechtste lancering is die ze hebben gehad in zeven en half jaar. De CEO van Sony Pictures benadrukte ook zijn verbazing en teleurstelling over de opbrengst van de film. Hij begrijpt niet dat Kraven the Hunter het zo slecht kritisch en commercieel doet, want – in zijn woorden – is de film geen slechte film. Spijtig genoeg voor Vinciquerra zit hij er flink naast, want deze zesde film uit Sony’s Cinematic Spider-Man Universe Without Spider-Man (SCSUWS) – die om aparte redenen eerder bekend staat als Sony’s Spider-Man Universe (SSU) – is hoogstwaarschijnlijk de slechtste film uit deze redelijk belabberde filmfranchise. Tegelijkertijd bereikt Kraven the Hunter een bijzonder niveau van belachelijke troep dat de film daardoor een onbedoeld hilarische ervaring wordt. De filmmakers nemen deze film zo ontiegelijk serieus dat de stupiditeiten uit deze film buitengewoon komisch overkomen. Het is vaker voorgekomen dat ik een film heb gezien die ik niet bepaald goed vind, maar nog steeds enigszins kan waarderen. Toch had ik nog nooit een echte “so bad, it’s good” film gezien. Voor het kijken van Kraven the Hunter begreep ik zelfs niet dat sommige filmliefhebbers zo dol konden zijn op verschrikkelijke films als Troll 2 (1990), The Room (2003) en Birdemic: Shock and Terror (2010). In de woorden van Danny DeVito’s Frank Reynolds uit de seizoensfinale van het dertiende seizoen van It’s Always Sunny in Philadelphia: “Oh my god. I get it.”

Land of Bad (2024) – Filmrecensie

Land of Bad had ook wel bekend kunnen komen te staan onder een alternatieve ordinaire filmtitel als “Survival”, omdat in deze enigszins rommelige Amerikaanse thriller en actiefilm een jonge officier alles moet doen om in leven te blijven. In Land of Bad verandert het uitgangspunt van het verhaal regelmatig. Het verhaal over een doelwit missie wordt een verhaal over overleven dat uiteindelijk weer verandert in een reddingsmissie. De rode draad in het verhaal is de overlevingsreis van Liam Hemsworths jonge personage Kinney en zijn bondgenootschap met Russell Crowe’s drone piloot Reaper. In Land of Bad speelt de afhankelijkheid van de mens van technologie een belangrijke rol in het verhaal. Door het filmverhaal af te spelen in de onvoorspelbare natuur van de zuidelijke Filipijnen weet regisseur William Eubank niet alleen het gevoel van gevaar en spanning te versterken, maar ook in te spelen op het thema van de afhankelijkheid van de mens van technologie. Toch is de film niet echt een verhaal over mens versus natuur. Het is eerder een kritiek op de behoefte van de mens aan oorlog en de toenemende afhankelijkheid van technologie in deze oorlogen. In het filmverhaal laten de regisseur en scenarioschrijver David Frigerio de personages discussiëren over de toename van technologische afhankelijkheid in oorlogsvoering. Volgens Ricky Whittle’s personage Bishop haalt technologie al het menselijk uit oorlogsvoering. Hiernaast stelt Bishop vragen over wat er kan gebeuren in oorlogsvoering als alle technologie plotseling faalt. Kinney gelooft dat technologie mensenlevens kan redden en oorlogsvoering minder barbaars zal maken. In deze discussie tussen Bishop en Kinney ontstaat de vraag of überhaupt iets menselijks aan oorlog voeren is. Oorlog mag dan in de basis man versus man zijn, maar dit neemt niet weg dat oorlog voeren in de breedste zin van het woord barbaars is. De filmpersonages – en in verlenging de filmmakers – beargumenteren dat oorlog altijd iets barbaars zal zijn. Dat is feit dat nooit zal veranderen, omdat oorlog neerkomt op een mens die een ander mens vermoordt. Hierin maakt het niet uit of een bom gooien echt beschaafder is dan een groep mensen overhoop schieten. Deze verhitte discussies vormen een belangrijke boodschap in een film waar doden en vechten de enige manier is om in leven te blijven.