Kingdom of the Planet of the Apes (2024) – Filmrecensie

What a wonderful day! Met Kingdom of the Planet of the Apes bewijst regisseur Wes Ball dat de Planet of the Apes franchise behoort tot de beste langlopende filmreeksen uit de gehele filmgeschiedenis. Kingdom of the Planet of the Apes levert een prachtig eerbetoon aan de vorige drie films waar de aap Caesar, die briljant gespeeld werd door acteur Andy Serkis, centraal stond. De nalatenschap van Caesar speelt een belangrijke rol in deze film. Toch zijn het de regisseur en scenarioschrijvers gelukt om dit aspect uit het filmverhaal niet te overheersend neer te zetten. De nieuwe personages, waaronder het sterke nieuwe hoofdpersonage Noa, staan op de voorgrond. De nieuwe personages zijn mooie toevoegingen tot de filmwereld en geschiedenis van deze Apenplaneet. Het is leuk en bijzonder om weer een jonge aap als hoofdpersonage te hebben. Daarnaast zijn de nieuwe bijpersonages ook een sterke toevoeging tot de film. Van Noa’s ouders, liefdesinteresse en beste vriend tot de grotere en kleinere schurken uit de film. Bovendien is er opnieuw een wijze orang-oetang die regelmatig de show weet te stelen. Ditmaal is het geen Maurice, maar Raka, die de woorden van Caesar zo waargetrouw mogelijk probeert op te volgen en door te geven aan volgende generaties. De nieuwste film uit deze langlopende franchise zet opnieuw weer een indrukwekkend conflict neer tussen de apen en de mensheid. Net zoals de vorige twee films, Dawn of the Planet of the Apes (2014) en War for the Planet of the Apes (2017), bevat Kingdom of the Planet of the Apes ook confrontaties en conflicten tussen de apen zelf. De regisseur en scenarioschrijvers maken slim gebruik van de naïviteit, tweestrijd en onwetendheid van het jonge hoofdpersonage Noa. Doordat het filmpubliek het dichtst bij dit personage staat, ervaren de filmtoeschouwers zelf ook twijfels en innerlijke worstelingen over de kwesties die Noa voorgeschoteld krijgt. Kingdom of the Planet of the Apes is niet alleen een vermakelijke, epische en memorabele film. Het is ook een film die je op een activerende manier aan het denken zet over wat het betekent om mens te zijn en of de mensheid het echt waard is om, onder deze omstandigheden, gered te worden.

Guardians of the Galaxy Vol. 3 (2023) – Filmrecensie

Guardians of the Galaxy Vol. 3 had geen gemakkelijke taak voor zich. Zo moest deze derde Guardians of the Galaxy film het verhaal van deze groep superhelden en buitenbeentjes zo goed mogelijk concluderen. Daarnaast moet regisseur James Gunn met deze film het pad vervolgen dat de gebroeders Russo in hun films Avengers: Infinity War en Avengers: Endgame had uitgestippeld. Nu blijkt het te zijn dat dit een pad is dat Gunn liever anders had gezien. Zo liet de filmmaker recent weten dat hij niet blij was met de manier waarop zijn Guardians of the Galaxy gebruikt zijn in de laatste twee Avengers films. Naast een vervolg op de Guardians of the Galaxy films en de Avengers films, moest Guardians of the Galaxy Vol. 3 ook, zo ver als mogelijk, een losstaand verhaal kunnen vertellen. Gelukkig is Gunn niet onbekend met het maken van superhelden films. De filmmaker weet dan ook met vlag en wimpel te slagen met zijn derde Guardians of the Galaxy film. De filmmaker blijft trouw aan zijn visie voor het verhaal van de Guardians of the Galaxy. Gunn weet hoe hij op zijn manier het verhaal van deze helden kan vervolgen. Voelt Guardians of the Galaxy Vol. 3 regelmatig bomvol aan? Ja, dat kan zeker niet ontkend worden. Maar in context is dit ook niet per se zo raar. Het is de afsluitende film uit een trilogie over een groep superhelden. Deze groep superhelden komen daarnaast ook nog voor in andere films uit het Marvel Cinematic Universe. Hierdoor moet zowel het algehele verhaal van de franchise als het verhaal van deze specifieke superhelden groep en het verhaal van elke individuele superheld zo goed mogelijk afgerond zien te worden. Dus ja, Guardians of the Galaxy Vol. 3 bevat als een film een bomvol verhaal en een terugkerend rommelige narratieve structuur. Maar dit maakt de film niet direct slecht of überhaupt minder goed. Guardians of the Galaxy Vol. 3 is simpelweg een ode aan de imperfecte superhelden en filmische personages. Hierdoor is het ook makkelijker te accepteren dat het filmverhaal zelf ook imperfect is. Ondanks dat de film dus een rommelige structuur en tempo in zijn verhaal bevat, blijft deze derde Guardians of the Galaxy film ook meesterlijk goed uitgewerkt.

Guardians of the Galaxy is een van de beste Marvel Studios films (tot nu toe). James Gunns visionaire superhelden film is een genot om te aanschouwen. Gunn weet verschillende soorten filmgenres uitstekend te balanceren en te mixen. Guardians of the Galaxy is vooral een superhelden komediefilm, maar de film bevat ook actie, sciencefiction en drama-elementen. Toen deze film in 2014 uitkwam, noemden veel filmliefhebbers, recensenten en fans de film verfrissend en vernieuwend. Het is in 2023, bijna tien jaar later, nog steeds het geval. Guardians of the Galaxy introduceerde het filmpubliek op een spectaculaire manier aan een (bijna) onbekende groep superhelden – een groep bestaande uit zogenaamde buitenbeentjes en mislukte wezens. Deze superhelden zijn aan de start van de film eigenlijk alles behalve super te noemen, maar gaandeweg het verhaal leren ze elkaar en hunzelf steeds beter kennen. Daar ligt ook de grootste kracht van James Gunns Guardians of the Galaxy. De film bevat, net zoals zijn personages, een groot hart. Naast dat Guardians of the Galaxy verfrissend en vernieuwend is, kan de film ook losstaand goed bekeken worden. Dat is best een bijzondere prestatie, omdat de film veel belangrijke elementen uit het Marvel Cinematic Universe introduceert of uitlegt. Hierbij kun je denken aan de duidelijke en sterke introductie tot de Infinity Stones. Dit was de eerste keer dat een film uit het Marvel Cinematic Universe echt dieper inging op het verhaal achter de Infinity Stones – en zelfs een zekere paarse superschurk. Guardians of the Galaxy kan niet anders dan een meesterlijke superhelden film genoemd worden.

De kleine superhelden Ant-Man en de Wasp zijn weer teruggekeerd voor een nieuw filmavontuur op het grote scherm. Ant-Man and the Wasp: Quantumania is niet alleen de derde Ant-Man film, maar ook de start van de vijfde fase van het Marvel Cinematic Universe. Na enkele hoogtepunten en dieptepunten uit de vorige fase van het MCU, lag de taak bij Ant-Man and the Wasp: Quantumania om het vertrouwen van een degelijke groep recensenten, Marvel fanaten en filmliefhebbers terug te winnen. Dit lijkt Marvel Studios helaas niet gelukt te zijn. Ant-Man and the Wasp: Quantumania behoort namelijk – naar mijn mening – niet tot de hoogtepunten van dit filmuniversum, maar eerder tot de dieptepunten.

De laatste paar jaren is er een opvallend patroon voorbij gekomen in mijn werk als (film-)recensent en filmjournalist. Dit patroon gaat over hoe alledaagse filmliefhebbers omgaan met het werk – en het beroep – van recensenten. Ik noem hierbij als voorbeeld filmrecensenten en filmliefhebbers, maar je kunt het woord (en medium) film omwisselen met elk andere mediavorm of kunstzinnige uiting. Wat me is opgevallen is dat filmrecensenten voor een groot deel van het alledaagse filmpubliek het nooit goed kunnen doen. Wanneer ze een film positief beoordelen, maar de film wordt negatiever ontvangen door gewone bioscoopontvangers, dan ontstaat er (bijna) altijd onbegrip rondom de beoordeling van de recensent. Want hoe kan een filmrecensent een artistieke film een vijf sterren beoordeling geven, terwijl de nieuwste superhelden film wordt afgekraakt. En ja, dit specifieke voorbeeld is een regelmatig terugkerend fenomeen. Het gebeurt andersom ook regelmatig genoeg. Het blijft echter ironisch dat alledaagse filmbezoekers de kritieken en beoordelingen van recensenten wel gebruiken als het hun uitkomt. Op het moment dat hun favoriete nieuwe blockbuster een goede (of zelfs geweldige) beoordeling krijgt, gebruiken ze vaak de argumenten en beoordelingen van de recensenten om te “bewijzen” dat de genoemde film ook een meesterwerk is. De vraag of filmrecensenten het altijd fout hebben is dus niet de juiste vraag, omdat filmrecensenten het alleen goed kunnen doen als de gewone filmkijker het met ze eens is.

Het werk dat met Avatar: The Way of Water verricht is, kan het best met een woord beschreven woorden – en dat woord is “passie”. Avatar: The Way of Water is een filmvervolg waar filmliefhebbers, fans en recensenten ruim dertien jaar op hebben moeten wachten. Regisseur James Cameron, de crew en de cast weten dit maar al te goed. Ze hebben hun tijd genomen om met Avatar: The Way of Water vooral een onvergetelijke filmervaring te geven. Dit is terug te zien in de visuele effecten, de nieuwe technologieën die speciaal gemaakt zijn voor de film en de verdere worldbuilding van Camerons Avatar filmuniversum. Het is Cameron opnieuw gelukt om ons naar een onbekende wereld mee te nemen. Dit komt niet alleen doordat we nieuwe gebieden, plaatsen en eilanden te zien krijgen van Pandora. Het komt ook doordat we de bekende plaatsen uit Pandora vanuit nieuwe en nostalgische perspectieven te zijn krijgen. Voor de filmliefhebbers en fans die meer geïnteresseerd zijn in of Avatar: The Way of Water de prijs van een bioscoopkaartje waard is, zal ik het nu verder kort houden. De film is honderd procent – nee, duizend procent – de prijs van een bioscoopkaartje waard! Als je Avatar: The Way of Water voor het eerst wil zien, wacht dan alsjeblieft niet tot de film te streamen is op Disney+. Dit is een film die echt bekeken moet worden op het grote scherm. Daar zul je het meest het (film-)vakmanschap en de visuele effecten tot je kunnen nemen. Ik weet dat er genoeg mensen zijn die geen (sterke) voorkeur hebben voor 3D-films, maar Avatar: The Way of Water is een film waar je het best van kunt genieten als 3D-film. Voor de lezers die benieuwd zijn waarom deze film de prijs van een bioscoopkaartje meer dan waard is, blijf vooral verder lezen. In de rest van mijn recensie bespreek ik waarom Avatar: The Way of Water een geweldige en indrukwekkende film is.

Avatar is de succesvolste film aller tijden. Tijdens zijn oorspronkelijke bioscooprelease brak de film al meerdere box office records. Zo werd Avatar niet alleen de succesvolste film aller tijden wereldwijd, maar dit ook specifiek in de Verenigde Staten van Amerika en Canada. Daarmee haalde Avatar een andere film in van regisseur James Cameron – namelijk Titanic. Avatar werd voor een korte periode ingehaald door Avengers: Endgame, maar toen de film opnieuw werd uitgebracht in China behaalde Avatar weer de titel van de best verdienende film aller tijden. Gecorrigeerd voor inflatie is Avatar na Gone with the Wind ook de best verdienende film aller tijden. Naast dat de film een commercieel succes werd, ontving Avatar ook negen nominaties bij de Oscars, waaronder die voor Beste Film en Beste Regisseur. Avatar sleepte uiteindelijk drie Oscars binnen: voor Beste Cinematografie, Beste Productie Design en Beste Visual Effects. Het is dus niet gek om te zeggen dat Avatar een groot kritisch en financieel succes is geworden. Het succes van de film leidde zelfs tot elektronicafabrikanten die 3D-televisies uit gingen brengen. Daarnaast nam de populariteit van 3D-films weer toe door de bioscooprelease van Avatar. Om de bioscooprelease van het langverwachte vervolg (Avatar: The Way of Water) te eren, werd de film eerder dit jaar opnieuw uitgebracht in de Nederlandse bioscopen. Ondanks het grote succes van de film, ontving Avatar de laatste paar jaren steeds vaker kritiek. Zo zou Avatar een te herkenbaar en voorspelbaar verhaal bevatten. Ook zou de film alleen bijzonder zijn geweest door zijn revolutionaire visuele effecten. Kort gezegd: in hun ogen zou Avatar overgewaardeerd zijn en niet het verdiend hebben om zo’n succes te zijn geworden. Ter voorbereiding van Avatar: The Way of Water besloot ik de eerste film, voor het eerst in jaren, opnieuw te bekijken. Na alle negativiteit dat ik online voorbij zag komen, was ik verbaasd om te ontdekken dat Avatar eigenlijk een film is die helemaal niet zo slecht is. Sterker nog: naar mijn mening is Avatar een geweldige film!

Black Panther: Wakanda Forever is een formidabele film dat niet alleen behoort tot de beste Marvel Studios-films tot nu toe, maar ook gezien kan worden als de beste film van Phase Four van het Marvel Cinematic Universe. Black Panther uit 2018 was al een meesterlijke film, maar Black Panther: Wakanda Forever weet dit eerste deel zelfs te overstijgen. Dat Black Panther: Wakanda Forever zo’n ongelofelijk krachtige en bijzondere film is geworden, is best verrassend. In 2020 overleed Chadwick Boseman. Hij was de acteur die in de eerdere Marvel Studios-films de rol van Black Panther speelde. Ryan Coogler had samen met zijn cast en crew nu de moeilijke taak om in iets meer dan twee jaar de oorspronkelijke plannen voor het vervolg op Black Panther aan te passen. De lat was al hoog gelegd, omdat het eerste deel zo geliefd was ontvangen door recensenten, filmliefhebbers en superhelden fans. Nu Boseman ook was overleden, kwam de lat alleen maar hoger te liggen. Coogler moest nu niet alleen een goed vervolg maken op zijn eerste Black Panther-film. Eigenlijk moest hij een nog betere film maken, om zo ook de overleden Chadwick Boseman en zijn toevoeging aan deze filmwereld te eren. Het is wonderbaarlijk te noemen hoe goed dit vervolg heeft uitgepakt voor Coogler, de crew en de cast. Niet alleen weten ze Boseman te eren en te herdenken, maar ook hebben ze een van de emotioneel uitdagendste superhelden films neergezet. Black Panther: Wakanda Forever gaat in op de schuld- en wraakgevoelens die kunnen ontstaan na het verlies van een dierbare. De film analyseert hoe rouw een persoon kan breken. Daarnaast laat Black Panther: Wakanda Forever zien dat we onze rouw kunnen gebruiken om als persoon een betere versie van onszelf te worden.

Op 1 april 2000 werd het (toen) nieuwste boek van de (overleden) befaamde filmrecensent Roger Ebert uitgebracht. De titel van dit boek was “I Hated, Hated, Hated This Movie”. Het boek bestond uit een verzameling van Roger Ebert’s recensies van films die volgens hem koste wat kost vermeden moeten worden. Het gevoel wat Roger Ebert beschreef in zijn boek komt honderd procent overeen met hoe ik het nieuwste avontuur van superheld Thor ervaarde. Het is vrij simpel. Ik haat, haat, haat Thor: Love and Thunder. Voordat jullie nu jullie vurige boze reacties onder deze recensie gaan plaatsen, wil ik graag uitleggen waarom Thor: Love and Thunder voor mij de slechtste Marvel Studios-film (tot op heden) is. Er zullen meerdere recensenten, filmliefhebbers en trouwe lezers zijn die in de mythe geloven dat kritiek – en in verlenging journalistiek – altijd (zo ver mogelijk) objectief geschreven moet zijn. Hate to break it to you, maar dat is minder het geval dan je denkt. Elke vorm van journalistiek – en zeker kritiek in de vorm van recensies, essays en opinies – is geschreven vanuit een subjectieve mindset. Wat er geschreven kan worden kan gebaseerd zijn op objectieve feiten. Maar de journalist en recensent beschrijft (on-)bewust het artikel, de recensie en dergelijke op de manier wat zijn, haar of diens mening het beste weergeeft. Wat ik met deze spoedcursus (zelf aangeleerde) journalistiek en kritiek probeer uit te leggen: het is mijn mening dat ik Thor: Love and Thunder een slechte film vind. Dat is in mijn ogen gebaseerd op technische aspecten en verhaalkeuzes die niet werken. Echter kunnen andere mensen hier over heen kijken of zelfs de overtuiging hebben dat deze kritiekpunten niet kloppen. Helaas voor de liefhebbers van Thor: Love and Thunder moet ik dus nogmaals aangeven dat dit geen positieve recensie zal worden. Echter zal ik de film eerlijk beoordelen, en ook de positieve aspecten van de film benoemen. Want ondanks dat Thor: Love and Thunder een hele, hele, hele slechte film is, bevat het ook enkele krachtige onderdelen.

The King’s Man is een film dat in de basis gaat over het ontstaan van een onafhankelijke inlichtingendienst tijdens de gruwelijke gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog. Door de beschrijving van het verhaal verwacht je een spannende race tegen de klok waarbij de helden strijden om de catastrofes van de Eerste Wereldoorlog zo goed als mogelijk te beperken. Ondanks dat The King’s Man een geweldige opzet voor een verhaal heeft, maakt het zijn spannende beloftes niet waar. Toch is The King’s Man goed te kijken zonder enige voorkennis van de eerdere uitgekomen films, en het stripboek waar de films op zijn gebaseerd. Het is echter sterk aan te raden om The King’s Man niet als eerste film van deze franchise te kijken. Vooral niet als je een goed beeld wil krijgen van hoe krachtig of spectaculair de films uit deze franchise kunnen zijn. The King’s Man is op dit moment namelijk de zwakste schakel van deze franchise.