No Way Up is een van de eerste rampenfilms die geschikt is voor mensen met vliegangst, watervrees of angst voor haaien. No Way Up is namelijk een overdreven en mislukte rampenfilm die de angsten van deze mensen zo zou kunnen wegtoveren. De rampenfilm is zo chaotisch slecht dat het enigszins humoristisch is om te aanschouwen. No Way Up levert een reeks vervelende, vreselijke en onhandige gebeurtenissen die elkaar snel opvolgen. Toch voelen deze gebeurtenissen niet verdient of oprecht aan. Bovendien zijn deze momenten niet sterk opgezet in het verhaal. De film zit ook nog eens vol met willekeurige en plotselinge traumatische achtergrondverhalen die de film alleen maar remmen, in plaats van dat ze het verhaal onderbouwen of ondersteunen. Het helpt ook niet dat No Way Up continuïteitsproblemen in zijn film heeft. Bloedvlekken verdwijnen van het ene op het andere moment en een kapsel dat in een vorige scène nat was, is in de volgende scène (onverklaarbaar) droog. Technisch zit de film ook niet sterk in elkaar. Het camerawerk van cinematograaf Andrew Rodger is belabberd. Zijn camerawerk is regelmatig te schommelig. Daarnaast zijn de kaders uit zijn camerawerk ook niet best te noemen. De kaders waarin verhaaldetails bekend worden gemaakt zijn zo slecht dat je belangrijke plotpunten gemakkelijk kunt missen: zoals een haai dat dreigend voorbij een raam van een neergestort vliegtuig zwemt. De montage van filmmonteur van Adam Recht is ook bagger. Vooral in de gevechtsscènes of filmmomenten waarin rampen gebeuren, stelt Recht in zijn montage teleur. De filmmonteur knipt en plakt de beelden zo snel achter elkaar dat de film onduidelijk te volgen is tijdens deze scènes. Het oogt te chaotisch. De computer gegenereerde beelden en praktische effecten zijn net zo slap. De nagemaakte lichamen, van de mensen die verdronken zijn, zien er nep uit. Ze bewegen en zien er uit als poppen. De computer gegenereerde beelden van de haaien zien er regelmatig nog nepper uit. Is er dan niets goed op te noemen over No Way Up? Dat wel, maar veel is het niet. De acteerprestaties van Colm Meaney en Will Attenborough zijn zo overdreven dat beide acteurs vermakelijk zijn om te aanschouwen. Daarnaast moest ik ook wel lachen om de enkele grap: “You confuse exercise with extra fries.” Voor de rest is er weinig goeds op te noemen over deze film. De film, en een groot gedeelte van de cast, neemt het verhaal zo serieus, dat er ook minder gelachen kan worden over hoe slecht No Way Up is. Terwijl, eerlijk gezegd, gelach het beste is waar deze film op kan hopen…
Mars Express is een verbluffende Franse animatiefilm. De film bevat een spannend verhaal waarin een typerende film noir (of eerder neo noir) detective een mysterieuze moord moet oplossen. Het oplossen van deze mysterieuze moord brengt de detective echter steeds dieper in een complot vol corruptie en verraad. Tegelijkertijd komt de detective steeds meer in conflict met haarzelf, en haar idealen, te staan. Deze beschrijving laat de film klinken als een veelvoorkomende thriller en mysteriefilm. Gelukkig is Mars Express veel meer dan dit. De Franse filmmakers schieten de ruimte in en gaan ze de sterren voorbij om nieuwe filmische grenzen te zoeken – en oude te verleggen. Zo worden de grenzen en overlappingen van filmgenres opgezocht. Sterker nog: Mars Express is een van de weinige animatiefilms die een filmgenre de kans geeft terug te laten keren. De Franse film staat op de voorgrond van de (weder-)geboorte van het filmgenre future noir: ook wel bekend als tech-noir of cyber noir. Deze filmterm werd eerder vooral gebruikt om Ridley Scotts sciencefiction film Blade Runner (1982) te beschrijven. Het is niet gek dat Blade Runner beschreven wordt als een future noir film, want Ridley Scott mengt in deze film elementen van sciencefiction films met film noir films. De Franse regisseur Jérémie Périn doet hetzelfde met zijn animatiefilm Mars Express. De Franse animatiefilm haalt inspiratie uit diverse filmgenres en de bijhorende filmklassiekers waar deze genres bekend om staan: van The Matrix (1999) tot Terminator 2: Judgment Day (1991). Toch is Mars Express een visueel adembenemende film die het sterkst in zijn kracht staat wanneer het losbreekt van zijn inspiratiebronnen en de grenzen voor toekomstige (future noir) animatiefilms verlegt. De film is een sterke aanrader die het best op zijn recht zal komen op het grote scherm.
Hoe cool klinkt 65? Dit is een film waarin een buitenaardse astronaut 65 miljoen jaar geleden neerstort op een, voor hem, onbekende planeet. De astronaut weet alleen niet dat hij eigenlijk is neergestort op onze planeet die nu nog bomvol zit met dinosaurussen. Met de naderende komeet die de wereld van de dinosaurussen zal laten instorten, bevindt deze astronaut zich in een strijd tegen de tijd om zo snel mogelijk een reddingsschip te bereiken. 65 klinkt met deze beschrijving als een krankzinnig coole film. Helaas is 65 niet zo geweldig geworden als het filmverhaal klinkt. 65 is het soort film dat een geweldig idee voor een filmverhaal bevat, maar dit concept niet naar een sterke film weet over te zetten. De film bevat gelukkig wel enkele positieve punten. Het acteerwerk van Adam Driver is redelijk goed. De acteur oogt betrokken bij de film. Daarnaast levert hij een zo goed mogelijke acteerprestatie met het materiaal dat hij gekregen heeft. De jonge actrices Ariana Greenblatt en Chloe Coleman leveren ook geen slecht acteerwerk in deze film, maar ze krijgen – net zoals Nika King – maar weinig te doen in 65. Het grootste pluspunt van 65 is het camerawerk van cinematograaf Salvatore Totino. De cinematograaf levert verbluffend camerawerk. Totino’s cinematografie is de grootste reden dat de tijdsgebonden filmwereld van 65 geloofwaardig overkomt. De film is overal niet verschrikkelijk slecht, maar is wel flink teleurstellend doordat de filmmakers niet de potentie van deze spannende sciencefiction thriller en actiefilm weten waar te maken.
The Dive is een spannende thriller film waarin de psychologische effecten van onder water gevangen zitten, worden onderzocht. Hierin spelen regisseur Maximilian Erlenwein en scenarioschrijver Joachim Hedén met thema’s als depressies en het terugvinden van je zusterschap, nadat je elkaar ontgroeid bent. Ondanks dat The Dive (ook) een conceptueel sterke thematische film is, weet de film vooral op zijn technische vlakken een sterke indruk achter te laten. Hierbij kan het werk van de geluidsafdeling het grootste pluspunt van deze thriller film genoemd worden. De geluidsafdeling leveren samen met de filmmuziek van componisten Volker Bertelmann en Raffael Seyfried verbluffend goed geluid af. Dat de onder water scènes zo spannend overkomen, is in The Dive grotendeels te danken aan het krakende en helse geluid. Naast het werk van de geluidsafdeling valt ook het camerawerk van cinematograaf Frank Griebe op. Griebe experimenteert in zijn camerawerk met de thematische kant van het verhaal. Hierbij laat de cinematograaf de personages onder water regelmatig opgeslokt worden in complete duisternis – net zoals dat kan gebeuren bij mensen die lijden onder een (hevige) depressie. Het is alleen wel jammer dat er in de montage regelmatig gebruik wordt gemaakt van dezelfde flashbacks en technieken om op de emoties van het filmpubliek in te spelen. De film oogt hierdoor repetitief en soms zelfs emotioneel manipulerend. Toch is The Dive een degelijk goede thriller film die zelfs op een uitstekende manier de angst voor onder water vast komen te zitten weet uit te beelden.
Wat krijg je als een Finse regisseur voor een nieuwe film inspiratie haalt uit verschillende filmgenres, spectaculaire actiefilms en waargebeurde evenementen? De historische actiethriller Sisu natuurlijk! Regisseur Jalmari Helander heeft een unieke en spectaculaire actiefilm gemaakt. Het gebruik van diverse inspiratiebronnen heeft ervoor gezorgd dat ik net wat minder problemen had met het simpele filmverhaal. Maar kan Sisu in hetzelfde lijstje genoemd worden van epische moderne actiefilms zoals Atomic Blonde, Nobody en de films uit de John Wick franchise? Naar mijn mening kan dit zeker! Sisu bevat gruwelijke, bloederige en inventieve actiescènes. De film bevat meerdere grootse spektakelstukken die een genot zijn om te aanschouwen. Het stuntwerk en de choreografie van de actiescènes zijn rommelig, maar dit voegt juist toe aan de brute sfeer van deze epische filmmomenten. De historische actiethriller heeft ook zo zijn minpunten. Het verhaal is te simpel en de filmwereld is te onderontwikkeld. De personages missen regelmatig ook diepgang. Hierdoor moet het publiek vooral genoeg nemen met de actiescènes en het bloederige spektakel. Gelukkig is dat er meer dan genoeg!
Cobweb oogt visueel interessant en duister. Het is daarom ook extra jammer dat het scenario een ongeïnspireerd en rommelig verhaal bevat. Chris Thomas Devlins scenario van Cobweb kwam in 2018 op The Black List te staan. The Black List is een jaarlijkse lijst waarop de “geliefdste” filmscenario’s die nog niet geproduceerd zijn op komen te staan. Dit zijn niet noodzakelijkerwijs de beste filmscenario’s, maar eerder de geliefdste. Dit is ook terug te zien aan de kwaliteit van het filmscenario van Cobweb. Het verhaal is nogal cliché, schiet alle kanten op en doet niets merkwaardigs met de plotwendingen die het zijn filmtoeschouwers voorschotelt. Samuel Bodins regiedebuut ziet er op visueel vlak als een prima thriller en horrorfilm uit. Bodins regievisie en het camerawerk van cinematograaf Philip Lozano leveren een visueel angstaanjagende sfeer tot de film. Cobweb is dan ook wel geschikt als je dol bent op griezelige films, waarbij je je verstand op nul kunt zetten en simpelweg kunt genieten van een spannende horrorfilm.
Christopher Nolans nieuwste film Oppenheimer is een groot succes. Zo heeft de film wereldwijd al ruim 569 miljoen Amerikaanse dollars opgebracht. Hiermee is Oppenheimer de (Amerikaanse) film over de Tweede Wereldoorlog met de hoogste bioscoopomzet aller tijden geworden. De iconische filmmaker en regisseur verslaat hiermee zijn eerder uitgekomen eigen film Dunkirk. Dunkirk was hiervoor de Tweede Wereldoorlog film met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Zo bracht die film ruim 527 miljoen Amerikaanse dollars op. Oppenheimer heeft ook al meer bioscoopomzet opgebracht dan Steven Spielbergs oorlogsfilm klassieker Saving Private Ryan. Deze Spielberg film staat met een opbrengst van ruim 482 miljoen Amerikaanse dollars op de derde plaats van Tweede Wereldoorlog films met de hoogste bioscoopomzet aller tijden. Oppenheimer is niet alleen een commercieel succes. Nolans nieuwste film wordt ook uitstekend ontvangen door recensenten. Daarnaast lijkt ook het alledaagse filmpubliek onder de indruk te zijn van Oppenheimer. Maar wat maakt Nolans nieuwste film zo’n groot succes? Is het deels te danken aan de marketing hype die het ontving samen met Greta Gerwigs Barbie film? Voor een bepaald deel zal dit zeker het geval zijn geweest. Toch heb ik zelf het gevoel dat het succes van Oppenheimer meer te danken is aan de grootse naam die Nolan voor zichzelf heeft weten te maken. Met films als The Dark Knight, Inception en Interstellar heeft de filmmaker zichzelf weten te vestigen als een gerenommeerd filmmaker. Daarnaast lijken filmtoeschouwers op zoek te zijn naar originelere genrefilms. Het afgelopen jaar heeft laten zien hoe de normaal sterk bezochte superhelden films het zwaarder verduren te hebben gekregen. De sterk bezochte superhelden films zijn omgewisseld voor een diverse reeks van sterk bezochte speelfilms. Zo lijkt het succes van films als Barbie en The Super Mario Bros. Movie te vertonen dat filmtoeschouwers op zoek zijn naar nieuwe potentiële filmfranchises. Het succes van vervolgen als Creed III en John Wick: Chapter 4 laat zien dat een groot filmpubliek zeker interesse heeft om vervolgen in een langer lopende filmfranchise te bezoeken. De wens naar kwalitatief en innovatief sterke blockbusters werkt nauw samen met de releasedata van deze films. Door films als Creed III en John Wick: Chapter 4 in rustigere maanden te plaatsen, hebben deze films de kans gehad om zo’n succes te worden. Hierbij heeft mond-tot-mondreclame ook een belangrijke rol gespeeld. Het is bizar dat Oppenheimer – een biografische thriller en dramafilm over de vader van de atoombom – het zo goed doet tijdens enkele van de drukst bezochte filmmaanden van het jaar. Het is bijna een ongekend wonder. Het succes van Oppenheimer lijkt aan meerdere redenen te danken te zijn, waarvan de grootste toch wel de kwaliteit van de film lijkt te zijn. Zo lukt het Nolan om in zijn nieuwste speelfilm om het titulaire hoofdpersonage net zo raadselachtig en mysterieus te portretteren als de massamoordwapens waarvoor hij bekend is komen te staan. Nolan laat met Oppenheimer zien dat er niet genoeg woorden – of eerder dialogen en visuele beelden – zijn die J. Robert Oppenheimers leven kunnen omvatten. Nolans nieuwste speelfilm is zeker een meesterwerk met gebreken. Dit neemt niet weg dat Oppenheimer een film is die de wereld niet snel zal vergeten – net zoals de echt gebeurde evenementen uit deze biografische film niet vergeten zijn tot op de dag van vandaag.
Marlowe bevat een nogal nietszeggend verhaal en een – zachtjes uitgedrukt – rommelige regievisie. Toch moet ik eerlijk toegeven dat ik tot op zekere hoogte wel heb genoten van het kijken van deze film. Marlowe is als film verreweg van perfect. Sterker nog, de film is niet bepaald heel goed te noemen, maar dit neemt niet weg dat ik toch wat plezier uit deze film heb kunnen halen. Dit is grotendeels te danken aan het acteerwerk van de cast en het visuele uiterlijk van deze filmwereld. Van de cast steelt hoofdrolspeler Liam Neeson uiteraard de show. Neeson is ondertussen al boven de zeventig jaar oud. De acteur benadrukt met een stuk dialoog van zijn personage Philip Marlowe dat hij te oud wordt voor dit soort zaken. Toch weet Neeson als zeventigplusser een bepaalde vorm van flexibiliteit en speelsheid te vinden. De acteur lijkt te weten dat hij op leeftijd is en gebruikt dit in Marlowe als zijn kracht. Neeson en regisseur Neil Jordan zijn ervan overtuigd dat de filmtoeschouwers weten wie de hoofdrolspeler is. Sterker nog, ze gaan ervan uit dat hij de grootste reden is dat je zult kijken en genieten van deze film. En daar hebben ze zeker een punt. Neeson is een icoon en de cast (en crew) weten van dit feit op de juiste manier gebruik te maken. Toch bevat Marlowe, zoals ik al eerder zei, een nogal slap verhaal. Of eerder: de film bevat amper een verhaal. Marlowe bevat wel elementen die uitgewerkt hadden kunnen worden tot iets groots en spectaculairs, maar in plaats daarvan eindigt de film als een soort testament en eerbetoon naar soortgelijke films die deze grootsheid wel hebben weten te bereiken.
Ah, Speak No Evil: het soort horrorfilm waarin de hoofdpersonages regelmatig zeggen of denken: “Wat is het ergste wat er kan gebeuren?” Als filmliefhebber weet je dan al snel dat deze hoofdpersonages een persoonlijke hel tegemoet zullen komen. Speak No Evil is een kwaadaardig goede horrorfilm wat de potentiële slechtheid van een mens laat zien. Echter is Speak No Evil geen sprookjesachtige, sci-fi of slasher horrorfilm. De film gaat juist over echt voorkomende thema’s en problemen in onze wereld, waardoor de angstaanjagende horrorelementen extra hard binnen komen. Er is ditmaal geen Michael Myers, Xenomorph of Jason Voorhees die onze hoofdrolspelers (of helden) opjaagt. Nee, nee, dit keer krijgen de protagonisten juist te maken met een – wacht even voor de dramatische bekendmaking – alledaags Nederlands gezin. Oh, de horror! Een Nederlands gezin klinkt niet bepaald als een angstaanjagend stel schurken voor een horrorfilm. Toch laat Speak No Evil overtuigend zien dat je niet moet onderschatten hoe kwaadaardig je medemens kan zijn…
Hot Seat komt uit hetzelfde rijtje hedendaagse B-films waar bekende acteurs een hoofdrol of (belangrijke) bijrol in hebben. Andere voorbeelden van dit soort films zijn Killing Field en Gasoline Alley. In zowel Killing Field als Gasoline Alley heeft Bruce Willis een bijrol, maar in Hot Seat is de bijrol weggelegd voor Mel Gibson. Ja, echt! De enige echte Mel Gibson van films als Mad Max, Braveheart en Lethal Weapon speelt in de B-film Hot Seat. De hoofdrol in deze nogal slappe actiethriller film is weggelegd voor Kevin Dillon. Net zoals Devon Sawa de hedendaagse B-film Gasoline Alley nog wat vermakelijk maakt om naar te kijken, weet Kevin Dillon de grootste draagkracht van Hot Seat te vormen. Het werk van regisseur James Cullen Bressack – die eerder ook Killing Field regisseerde – is er beter op geworden, maar dat is niet heel moeilijk als eerdere films uit je oeuvre uit andere B-films bestaat. Hot Seat is dus zeker niet de slechtste hedendaagse B-film die ik tot nu toe heb gezien, maar helaas wel een van de saaiste.