Black Adam (2022) – Filmrecensie

In 2007 werd er al bekendgemaakt dat Dwayne “The Rock” Johnson de rol van Black Adam op zich zou gaan nemen. Het heeft ruim vijftien jaar geduurd voordat de acteur en (WWE-)worstelaar als deze antiheld op het grote scherm te zien was. Oorspronkelijk was het plan om Johnson een schurk te laten spelen in de film over Shazam!, maar later werd besloten de acteur zijn eigen film als antiheld te geven. Johnson is over de jaren betrokken en gedreven geweest om van Black Adam een zo’n goed en vermakelijk mogelijke film te maken. De acteur vertelde in veel van zijn interviews, ter promotie van Black Adam, dat hij vooral de fans blij wilde maken met zijn film. Over het algemeen lijken het alledaagse publiek en de fans meer genoten te hebben van Black Adam dan de recensenten. Zelf ben ik hier een uitzondering van. Begrijp me niet verkeerd: Black Adam is zeker geen uitstekende of geweldige film, maar slecht zou ik de film niet noemen. Deze DCEU – of DCU – film is een degelijke film die vooral vermakelijk is. Black Adam is een typische actiekomedie superhelden film en de filmmakers weten dit. Ze spelen bewust in op de clichés en overdreven visuele keuzes van hedendaagse superhelden films, waardoor Black Adam als een film hilarisch, vermakelijk en (vooral) cool is.

Tomb Raider uit 2018 zou de film zijn die de gameverfilmingen vloek zou hebben verbroken. In ieder geval veel filmbezoekers waren het daar over eens. Nu moet ik vooraf zeggen dat ik niet alle gameverfilmingen heb gezien. Ik mag dan een liefhebber zijn van gamen, maar ik ben niet bepaald een fan te noemen van gameverfilmingen. De twee vorige Tomb Raider films, waarin Angelina Jolie de hoofdrol speelt, heb ik echter wel gezien. Zeven jaar na de verdwijning van haar vader, gaat de jongvolwassene Lara Croft (Alicia Vikander) op zoek naar antwoorden. Ze reist naar zijn laatst bekende plaats. Een zogenaamd onbewoond eiland, ergens voor de kust van Japan. Onwetend gaat Lara een groots en gevaarlijk avontuur tegemoet.