”You know somethin’, Utivich? I think this just might be my masterpiece.” Op deze simpele, maar briljante manier laat filmmaker Quentin Tarantino via Brad Pitts personage Luitenant Aldo Raine het filmpubliek weten hoe hij denkt over zijn film Inglourious Basterds (2009). Het is niet absurd dat Tarantino deze film als zijn meesterwerk beschouwd. Door filmhits als Reservoir Dogs (1992), Pulp Fiction (1994), Kill Bill: Vol.1 (2003) en Kill Bill: Vol. 2 (2004) en cultklassiekers als Jackie Brown (1997) werd Tarantino voor een lange tijd gezien als een steeds legendarischer wordende filmmaker. De filmrelease van Death Proof (2007) besmeurde voor het eerst de grootse carrière en filmoeuvre van Tarantino. Ondanks dat Death Proof niet overdonderend slecht werd beoordeeld, werd de film een stuk minder goed ontvangen dan de vorige films die Tarantino hard geregisseerd. Tarantino’s reputatie als briljante filmmaker die niet mist met zijn films was nu veranderd. Met Inglourious Basterds heroverde en revolutioneerde Tarantino zijn positie als meesterlijke filmmaker. De regisseur en scenarioschrijver verlegde met deze oorlogsfilm de grenzen van zijn eigen capaciteiten als regisseur en scenarioschrijver. Zo vertelt Inglourious Basterds een verhaal waarin het verloop van de Tweede Wereldoorlog is aangepast. Tarantino speelt in deze film met fictie en non-fictie door een alternatieve geschiedenis te presenteren waarin diverse Joodse personages strijden om een einde te maken aan het leiderschap van het nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog. Inglourious Basterds zou niet de enige film blijven waarmee Tarantino heeft laten zien dat hij een meester in historische fictie is. Zo veranderde de filmmaker ook het geschiedenisverloop van het filmlandschap in zijn negende film Once Upon a Time … in Hollywood (2019). In Once Upon a Time … in Hollywood belicht Tarantino op een subtiele manier de grootse impact van kleine aanpassingen van gebeurtenissen in de filmindustrie, terwijl hij met Inglourious Basterds groter uitpakt door diverse alternatieve historische gebeurtenissen op elkaar in te laten spelen. De aangepaste historische evenementen worden zo goed door elkaar verweven en op elkaar verder gebouwd dat deze oorlogsfilm uit 2009 een uitstekende en welverdiende climax bevat. Er kan niet anders geconcludeerd worden dat Tarantino met het bijzondere verhaalverloop van een alternatieve geschiedenis een iconisch wat-als-verhaal weet te presenteren.
Abigail is een simpele, maar uiterst effectieve en grappige horrorfilm waarin niemand elkaar kan vertrouwen. In de film wordt er op een sterke manier gebruik gemaakt van metaforen. Een van de leukste en creatiefste metaforen vindt plaats tijdens de scène waarin Kathryn Newtons personage Sammy een oude Woody Woodpecker cartoon kijkt. In de cartoon zien we hoe een spook zich angstaanjagend opstelt tegenover Woody Woodpecker. In plaats van dat het kleurrijke tekenfilmfiguurtje bang wordt, doet Woody Woodpecker het spook na. Hierbij komt Woody Woodpecker enger, monsterlijker en gevaarlijker over dan het spook. Het onverwachte gevaarlijke karakter van Woody Woodpecker is een mooi metafoor voor het personage Abigail in deze film. De criminelen denken in deze film, net zoals het spook uit de cartoon, het echte gevaar te vormen. In werkelijkheid horen deze groep tweederangs criminelen bang te zijn voor Abigail, net zoals het spook uit de cartoon bang hoort te zijn voor Woody Woodpecker. In Abigail spelen de regisseurs Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillet op een fantasierijke manier met de verwachtingen van het filmpubliek waarbij ze tegelijkertijd een eigen bloederige kijk leveren op de vampierenfilm.
Five Nights at Freddy’s is een Amerikaanse bovennatuurlijke horrorfilm die vooral geschikt is voor de fans van de gamereeks waarop de film is gebaseerd. In de kinderlijke horrorfilm, die het meest lijkt op een rip-off van de Saw franchise, zien we namelijk ook hoe een bewaker aan zijn nieuwe baan bij Freddy Fazbear’s Pizza begint. Net zoals in de gelijknamige games begint het scherm al te haperen, terwijl de film opent met de logo’s van de filmdistributeurs. De referentie werkt niet alleen als een duidelijk eerbetoon aan de games. Zo recreëert het ook de spannende sfeer van de games. De film opent spannend, maar niet bepaald spectaculair of origineel. Gedurende film worden diverse montagetechnieken en filmische trucjes gebruikt om Five Nights at Freddy’s zoveel mogelijk te laten lijken op de gamereeks waarop het gebaseerd is. Wanneer het hoofdpersonage begint te werken bij Freddy Fazbear’s Pizza wordt er ook gebruik gemaakt van een rappe afwisseling tussen de beelden van de beveiligingscamera’s. De film weet hiermee goed de gevoelens van machteloosheid en onontkoombaarheid uit de games over te nemen. In de gameverfilming keert ook het welbekende schrikmoment terug waarin een van de animatronics op een slachtoffer afrent en in zijn gezicht schreeuwt. Wat betreft gameverfilmingen blijft Five Nights at Freddy’s dus trouw aan het bronmateriaal en de geschiedenis van de games. Fans zullen met een gerust hart, en misschien zelfs met een trots gevoel, toe kunnen kijken naar Five Nights at Freddy’s. Filmtoeschouwers die onbekend zijn met de gamereeks of geen fan zijn van de videogames, zullen de film eerder ervaren als de zoveelste mislukte horrorfilm met een identiteitscrisis. Five Nights at Freddy’s oogt namelijk regelmatig eerder als een dramafilm. Bovendien komen de schrikmomenten en de zogenaamde angstaanjagende filmscènes eerder (onbedoeld) hilarisch dan eng over. De door Blumhouse Productions en Scott Cawthon Productions geproduceerde film is net zoals de game niet bepaald een artistiek hoogstandje uit het horrorgenre.
In 2014 kwam de korte film Night Swim uit. De regisseurs van deze korte horrorfilm, Bryce McGuire en Rod Blackhurst, hebben het verhaal later uitgewerkt tot een speelfilm. Begin dit jaar kwam de gelijknamige speelfilm uit in de Nederlandse bioscopen. Waar de korte film geregisseerd werd door McGuire en Blackhurst, is de speelfilm alleen geregisseerd door McGuire. Blackhurst heeft als scenarioschrijver van Night Swim (2024) alsnog een belangrijk aandeel gehad bij het maken van de speelfilm. De filmmakers komen met een interessant en leuk idee in Night Swim. Een bezeten zwembad komt niet regelmatig voor in horrorfilms. Het concept dat het zwembad tegelijkertijd levens kan redden, door wensen uit te brengen, en levens kan nemen, is ook een geniale zet. Toch weet deze Amerikaanse bovennatuurlijke thriller en horrorfilm grotendeels niet te overtuigen. Ondanks dat de film wel degelijk schrikmomenten heeft, is Night Swim over het algemeen niet eng. De schrikmomenten zijn effectief door twee redenen. Allereerst worden de geluiden tijdens deze schrikmomenten luider gemaakt. Hierdoor schrik je eerder van het geluid dan van dat het moment of de scène echt eng is. Ten tweede vinden de schrikmomenten ook tijdens de willekeurigste gebeurtenissen plaats, waardoor de filmmakers het filmpubliek toch te pakken weten te krijgen. Bovendien betekent te grazen worden genomen door slappe schrikmomenten niet meteen dat de film ook daadwerkelijk angstaanjagend goed is. Sterker nog: als de korte film net zo belabberd als de speelfilm is, dan heb ik weinig hoop voor de toekomstige filmcarrières van McGuire en Blackhurst.
Jurassic Park III is naar mijn mening de zwakste film uit de originele filmtrilogie. De film bevat interessante ideeën en thema’s, maar onderbouwt ze amper. Jurassic Park III bevat daardoor een magertjes verhaal. De korte speeltijd van de film is hierdoor – over het algemeen – een pluspunt. De film is kort, waardoor die ook sneller is afgelopen. Aan de andere kant is de korte speeltijd van de film ook een nadeel. Het verhaal gaat te snel door de gebeurtenissen heen. Bovendien zijn deze gebeurtenissen onderontwikkeld. Dit komt doordat Jurassic Park III niet alleen een korte speeltijd heeft, maar ook een rap tempo in zijn verhaalverloop bevat. Zelfs de filmmuziek van de legendarische componist John Williams valt tegen. De componist brengt weinig nieuwe bijzondere muzikale thema’s tot de franchise – iets wat hij wel deed in The Lost World: Jurassic Park. Toch zorgt Williams bij de eerste echte verschijningen van dinosaurussen met zijn filmmuziek voor een ontroerend moment. Tijdens deze scène realiseerde ik me dat het kijken van deze films me nooit zal vervelen. Toch kan ik nog steeds kritisch op de films zijn, want – boy, oh boy – bevat Jurassic Park III veel stommiteiten, rommeligheden en problemen. De lastige en verschrikkelijke productie van Jurassic Park III is daar grotendeels voor te danken. Toen de film in productie ging, waren de scenarioschrijvers nog steeds bezig met het werken aan het verhaal. Er is nooit een definitieve versie van het scenario voltooid tijdens de productie van Jurassic Park III. Het middelste gedeelte van het scenario was niet compleet en het einde moest nog geschreven worden. Dit zorgde voor een, zachtjes uitgedrukt, hectische productie. Het is niet gek dat de scenarioschrijvers en regisseur Joe Johnston keuzes hebben moeten maken, die gemaakt zijn met de best intenties, maar nog steeds tot een belabberd en redelijk tam filmverhaal hebben gezorgd. Sam Neill’s personage Dr. Alan Grant zegt het zelf het beste: “Some of the worst things imaginable are being done with the best intentions.”
Met Asteroid City laat regisseur Wes Anderson de kunst van de ervaringsfilm zien. Een absurdistisch – en regelmatig onlogisch – verhaal zet goed de toon voor Andersons speelfilm neer. De filmmaker benadrukt dat het doel van creativiteit is om te voelen – niet om het te begrijpen of overanalyseren. Anderson gaat nog een stapje verder door indirect te zeggen dat het doel van creatievelingen is om hun verhaal zelfs te vertellen als ze het niet begrijpen. “Don’t try to understand it. Feel it,” zegt een van de bijpersonages in Christopher Nolans film Tenet. Hiermee lijkt de regisseur duidelijk in te spelen op de verwarring die filmtoeschouwers kunnen ervaren tijdens het kijken van de film. Andersons nieuwste speelfilm Asteroid City behoort – net zoals Tenet – tot het rijtje films die je beter kunt proberen te ervaren dan te begrijpen. Anderson speelt net zoals Nolan sterk in op het subgenre van de ervaringsfilm. Waar Nolan dit vooral deed op een audiovisueel gebied, pakt Anderson dit anders aan. In Asteroid City wordt het belang van de ervaringsfilm op zowel een audiovisueel als narratief gebied belicht. Op de voorgrond lijkt Asteroid City een absurdistische tragikomedie met veel glorieuze en humoristische onzin te zijn. Toch vertelt de film meer dan in eerste instantie overkomt. In zijn film laat Anderson zien dat creativiteit verbonden is aan sterfelijkheid. Niemand is onsterfelijk, maar de verhalen die we vertellen en onthouden, blijven bestaan. De regisseur gaat naar het basisdoel van alle creaties: het vertellen van verhalen. Anderson benadrukt hierbij dat het belangrijker is om een verhaal te kunnen voelen, dan te begrijpen. Asteroid City laat daarmee dualiteit van creativiteit zien, want om creatief te zijn moet je zowel beschikken over verbeeldingskracht als kritisch, reflecterend en analytisch vermogen. Creatief zijn is net zo lastig als het leven zelf. De regisseur lijkt dit te belichten door op meerdere aspecten te willen inspelen op thema’s rondom levenservaring(-en). In Asteroid City wordt richting het einde van de film meerdere malen gezegd: “You can’t wake up, if you don’t fall asleep.” Dit metafoor staat – naar mijn gevoel – voor het idee dat je gebeurtenissen in je leven eerst zal moeten voelen of ervaren. Op een later moment zul je pas begrijpen wat deze levenservaringen en gebeurtenissen voor je betekenen. Het accepteren van het niet altijd rooskleurige leven, vol ongemakkelijke levenservaringen en moeilijke emoties, zorgt ervoor dat je je eigen blauwdruk beter leert begrijpen. Eerst zul je moeten gaan verwerken en ervaren wie je bent. In Asteroid City hebben meerdere personages te maken met onzekerheden, identiteitsproblemen en onverwerkte trauma’s. Jason Schwartzmans Augie Steenbeck is emotioneel niet beschikbaar nadat hij zijn vrouw – en moeder van zijn vier kinderen – heeft verloren. Scarlett Johanssons Midge Campbell ziet haarzelf als een slechte moeder. Ze heeft haar kinderen niet als prioriteit heeft. Daar ervaart ze geen schuldgevoelens over. Sterker nog: deze heeft ze nooit gehad, maar wel gespeeld als actrice. Dit klein stukje dialoog is snel voorbij, maar het zegt zoveel over haar personage en de ware aard van Asteroid City als film. Anderson lijkt met Asteroid City het turbulente leven te willen onderzoeken. Wat zorgt ervoor dat we verhalen willen vertellen als het leven zo regelmatig verschrikkelijk en onbegrijpelijk is? De regisseur speelt op een wat rommelige, maar uitzonderlijke manier met al deze bovengenoemde thema’s. Dit heeft er toegeleid dat Asteroid City een toekomstige filmklassieker is die je minimaal een keer in je leven gezien moet hebben.
Jurassic Park is een epische film vol gruwelijk spektakel en adembenemende visuele beelden. De film oogt zowel oprecht als tijdloos. Jurassic Park is een fantastische filmrit die ook inspeelt op thema’s als familie en vriendschap. Ondanks het gebruik van grootse en spectaculaire filmscènes vol dinosaurussen, weet Jurassic Park het gevoel van authenticiteit te scheppen als een humane (familie-)film. De film bespreekt menselijke onderwerpen als hebzucht, kapitalisme, jaloezie, ouderschap, consumentisme en (technologische) vernieuwingen. In de film zijn de dinosaurussen voor een korte speeltijd op het scherm te zien. Dit is een groot onderdeel geworden van de mythische en mysterieuze filmmagie van Jurassic Park. Er kan geconcludeerd worden dat Jurassic Park om meerdere redenen ooit de succesvolste film ter wereld is geweest. Toen de film in 1993 in de bioscopen werd uitgebracht, veranderde het filmlandschap voor altijd. Sindsdien is de internationale filmwereld ook nooit meer hetzelfde geweest. Jurassic Park is – en blijft – een van de beste films aller tijden. Het is moeilijk om samen te vatten waarom deze film zo briljant is. Het is nog lastiger om met enkele woorden te omvatten wat deze film voor mij als persoon betekent en heeft betekend. Jurassic Park en de eerste twee vervolgen – The Lost World: Jurassic Park uit 1997 en Jurassic Park III uit 2001 – waren de eerste liveaction films die als jong kind echt een grootse indruk op me achter lieten. Jurassic Park is simpelweg een adembenemende film die mijn verbeelding en liefde voor film nog steeds in de ban heeft.
Cocaine Bear is het perfecte voorbeeld van een film die niet goed zijn voeting weet te vinden gedurende zijn speeltijd. Regisseur Elizabeth Banks lijkt moeite te hebben gehad met het uitvogelen van het verhaal dat ze met haar komedie horrorfilm wilde vertellen. Het resultaat is een rommelige film bestaande uit willekeurige verhaallijnen en gebeurtenissen die magertjes verbonden aan elkaar zijn. Toch mag er zeker gezegd worden dat Cocaine Bear regelmatig potentie toonde om een goede horrorfilm te kunnen zijn geworden. De humor en grappen uit deze komedie horrorfilm halen vooral de kracht van Cocaine Bear naar beneden. Helaas zijn er nog veel meer kritiekpunten op te noemen over deze film. Zo zorgen Banks en scenarioschrijver Jimmy Warden voor een slap verhaal waarbij de toon alle kanten op schiet. De film bevat ook nog te veel slaapverwekkende personages. Gelukkig weten de acteurs Alden Ehrenreich en O’Shea Jackson Jr. samen nog enig vermaak te brengen met hun personages. Cocaine Bear is niet een verschrikkelijk slechte film, maar het is wel een van de teleurstellendste die ik in een lange tijd heb gezien. De film had een goede horrorfilm kunnen zijn geworden. Helaas zijn Banks en Warden met Cocaine Bear een andere richting opgegaan. Een richting waarbij het verhaal volgepropt zit met domme grappen, onnodige verhaallijnen en saaie personages.
Om maar direct met de deur in huis te vallen: Halloween Ends is geen beste film. Dit afsluitende deel van David Gordon Greens Halloween trilogie is zelfs een belabberd slechte film. Heb ik me vermaakt met de film? Enigszins wel ja! Maakt dit de film direct goed? Nee, tuurlijk niet. Een film kan tegelijkertijd belabberd slecht en vermakelijk zijn. Dit lijkt voor sommige bioscoopgangers geen bekend fenomeen te zijn, maar films als The Room en nu ook Halloween Ends bewijzen het tegendeel. Halloween Ends oogt als een romantische, maar wraakzuchtige slasher en horrorfilm. Dit klinkt misschien als een aparte combinatie van filmgenres. En in dit geval is dat het ook zeker. David Gordon Green weet zijn trilogie en deze franchise helaas niet met een knal of groots spektakel te laten eindigen. In plaats daarvan heeft hij de laatste spijker in grafkist van deze franchise (zachtjes) geslagen. In ieder geval, totdat er weer een nieuwe remake of reboot komt, want laten we eerlijk zijn: die gaat er gegarandeerd komen.
Downton Abbey: A New Era is een leuke film dat niet de hoogtes van de eerste film weet te bereiken, maar wel het verhaal in nieuwe richtingen stuurt. Zo is het bijzonder om te zien hoe de filmmakers hebben gekozen om een prachtig eerbetoon aan de opkomst van de geluidsfilm in hun film te stoppen. Als een liefhebber van filmgeschiedenis en filmjournalist is dat een goede manier om me direct geïnteresseerd te krijgen in het verhaal van een film. Ondanks dat Downton Abbey: A New Era niet ongelofelijk memorabel of uniek is, weten de cast en crew van de film je wel mee te nemen naar een andere wereld. Voor een speeltijd van iets meer dan 2 uur, wisten ze me de volledige tijd van hun filmlengte geboeid te laten kijken. Wil dit zeggen dat het verhaal een van de beste aspecten van de film is? Ja, in de eerste twee aktes van de film zeker. Wanneer we bij de derde akte aankomen, raakt het plot overvol met extra verhaallijnen en personages die vechten om een zo lang mogelijke aanwezigheid op het grote scherm. Downton Abbey: A New Era begint dan niet te vervelen, maar het is wel frustrerend om te zien hoe erg de film in kwaliteit dan daalt…