Het jaartal is 100 v.Chr. en we volgen een slaaf, genaamd Spartacus (Kirk Douglas). Per toeval wordt hij verkocht om als gladiator te gaan strijden voor het vermaak van de Romeinen. Nietwetend dat hem een veel groter bestaan staat op te wachten.
Spartacus (1960), geregisseerd door de legendarische Stanley Kubrick (2001: A Space Odyssey), begint op een manier die me sterk doet denken aan William Wyler’s Ben-Hur. De film opent sterk met een magnifiek orkest die een grotesque soundtrack speelt. Iets waarmee Ben-Hur uit 1959 ook begint. We zien hoe Kirk Douglas (Paths of Glory), die Spartacus speelt, is vastgeketend aan een rots. Het woord Overture verschijnt op het groots en in het wit op het scherm. Ook bij William Wyler’s prachtige film, verscheen dit woord in het groots op het scherm. Voor de mensen die mijn Ben-Hur recensie niet hebben gelezen; overture betekent letterlijk inleiding van de voorstelling. Dit is ook op de juiste manier uitgevoerd. De muziek geeft in de eerste seconde direct aan wat voor een spektakel dit zal worden. Het is groots en ambitieus. Het is bedoeld om te aan schouwen en te bewonderen. In tegenstelling tot Ben-Hur’s melo-dramatische begin van het soundtrack, begint de soundtrack van Spartacus met een meer vrolijk en sympathiek deuntje. Het is net alsof je aan het wachten bent op een introductie van een keizer. Iets wat op zichzelf een interessant verschil te noemen is. De soundtrack eindigt echter zeer dramatisch; alsof er, net zoals bij de soundtrack, een twist zal komen bij het verhaal.
Nadat we het Universal Logo te zien krijgen, verschijnen er beeldhouwwerken met daarnaast de namen van de cast en welke rollen ze spelen. Deze beeldhouwwerken vertellen elk een verhaal over een personage. Zo vertelt het beeldhouwwerk bij de naam Julius Caesar (gespeeld door John Gavin in deze film) een heel verhaal opzichzelf. We zien namelijk een mes, of een dolk, in de handen van het beeldhouwwerk. Dit symboliseert natuurlijk het feit dat Caesar ooit verraden en neergestoken zal worden. Bij Ben-Hur werden we door de filmmakers meegenomen op een ontdekkingsreis van het hoofdpersonage. We maakten mee hoe hij van een ”joodse prins” naar een ”slaaf” wordt gebracht. In deze film is dat echter niet geval. Als we Spartacus voor het eerst zien, is hij al een slaaf. Bovendien is hij sinds voor zijn dertiende al als slaaf aan het werk. Dit belooft dus opnieuw een ontdekkingsreis, maar dan het tegenovergestelde van wat ik had verwacht. Ik verwachtte een soortgelijk verhaal als Ben-Hur, oftewel het verhaal dat iemand met invloed naar de status van slaaf wordt gebracht. Echter gebeurdt het tegenovergestelde dus; iemand met de status ”slaaf”, bereikt een status met invloed.
Spartacus is een van die films met veel oog voor details. Dit bedoel ik alleen op een andere manier. Zo is er moment in de film dat Spartacus voor het vermaak van onder andere Crassus (Laurence Oliver, The Boys from Brazil) moet gaan strijden tegen zijn gladiator-kameraden. We zien hoe Spartacus in de kooi met zijn tegenstander zit te wachten op zijn beurt om te gaan strijden voor zijn leven. Tegelijkertijd zitten twee van zijn kameraden te vechten voor hun leven. We horen zwaarden tegen elkaar clashen en zien heel af en toe ook hoe er gestreden wordt. Maar wat we voornamelijk in deze nagelbijtende sequentie zien is Spartacus’ hoofd die door de houten tralies van de kooi probeert te kijken. We horen alles, maar zien niet alles. Precies de magie van film. Dit is wat ik bedoel met oog voor detail. Niet alleen heeft de film zelf detailvolle momenten, maar ook staat het open voor het brein van de kijker om deze momenten in te vullen. Geweldig!
Jezus…Wat is deze film donker. Tuurlijk is het erg donker om een verhaal van slaven mee te maken, maar het wordt nog zelfs veel donkerder dan dat. En voor mensen die niet teveel SPOILERS willen lezen, dan raad ik aan, om naar onder de volgende foto te scrollen. Wat zo donker aan deze film is, naar mijn mening, is het feit dat het verhaal van de slaven (waaronder Spartacus) wordt opgebouwd met overwinningen. Tot het trieste einde, waarbij Spartacus en de slaven verslagen geworden. Iets wat ik als kijker niet had zien aankomen, sinds voor de derde act, alles luchtiger bleef. Maar het gekke is, dat deze toonswitch goed doorgeweven is in het verhaal, waardoor je niet opeens dekt. Waarom wordt dit opeens zo donker. Het is te begrijpen waar het vandaan komt en het hele verhaal door is het eigenlijk al donker geweest.
Iets anders wat ik erg bijzonder vind voor een film, zeker uit de jaren 60, en al helemaal voor een film over gladiatoren, is dat je ziet hoe het hoofdpersonage die ondanks alle volgelingen die hij heeft, zich alleen en zwak voelt. Hij knuffelt zijn vrouw, Varinia (Jean Simmons) en smeekt om haar om hem niet zwak te maken. Deze andere kant van een man, zeker een man die als held wordt afgebeeld, zie je niet vaak. Dit is een ongelofelijk bijzondere film. Niet alleen, omdat het mannelijke hoofdpersonage daadwerkelijke angsten, zwaktes en gevoelens heeft, maar ook omdat technisch gezien niemand wint. Degene voor wie je bent, of dat nou Spartacus of Crassus is, verliest. Zo wint Spartacus niet de belangrijkste slag en (over)wint Crassus zijn wraak en angsten niet.
Uiteindelijk is Spartacus niet een soort van Ben-Hur Light, zoals ik van tevoren had verwacht. Dit is een unieke film, met sterke personages, sterke verhaallijnen en een sterke regie door meesterschepper Stanley Kubrick. Ik zal nog lang aan deze film blijven denken. Op de manier hoe beelden je bij blijven en hoe duistere films een effect op je kunnen hebben. Deze film zal in mijn ogen altijd een Wonder der Cinema blijven.