Een van de grootste redenen waarom Smile zo effectief is als horrorfilm is de manier waarop regisseur en scenarioschrijver Parker Finn in het filmverhaal speelt met trauma. De bovennatuurlijke en psychologische horrorfilm onderzoekt de relatie tussen trauma en identiteit. Hierbij onderzoekt het filmverhaal de connectie tussen deze twee onderwerpen door het hoofdpersonage besmet te laten raken met een monsterlijk entiteit dat voedt op haar jeugdtrauma’s. Finn vergelijkt trauma’s (indirect) met monsters die onontkoombaar zijn en grote invloed hebben op onze identiteitsvorming. De opkomst van het monster en de terugkeer van haar jeugdtrauma’s laten beide het verlies van Rose’s controle over haar (mentale) vrijheid zien. De film speelt uitstekend met thema’s waarin Rose haar vrijheid verliest, doordat haar controle over haar gedachten net zo goed verloren gaan als haar visie op haar traumatische jeugd. Het monster beperkt haar kansen om haar trauma’s te bestrijden en te groeien als persoon. Hierdoor verliest Rose niet alleen haar vrijheid, maar ook haar menselijkheid. De horrorfilm is zo angstaanjagend doordat de filmtoeschouwers zo doeltreffend in de schoenen van Rose geplaatst worden. De film speelt met het (getraumatiseerde) brein van het hoofdpersonage waarbij het filmpubliek bewust wordt gemaakt van de perceptie van Rose en het perspectief van haar (nabije) omgeving. Hierdoor ervaart het filmpubliek haar gevoelens van machteloosheid en wanhopigheid, terwijl ze met al haar wilskracht vecht tegen het verlies van haar menselijkheid, identiteit en vrijheid. De film wordt ondersteund door gruwelijke schrikmomenten. Deze schrikmomenten spelen goed in op het feit dat Rose nergens veilig is: zelfs niet in haar eigen gedachten(-wereld). Elk moment kan er een eng figuur verschijnen of een realiteitsschending plaatsvinden. Dit schept een constant en intens gevoel van onveiligheid. Smile werkt verder briljant als horrorfilm doordat het unieke plottwists bevat waar verschillende filmscènes zijn vormgegeven als psychoses, wanen en manische episodes. Door de scherpe montage van filmmonteur Elliot Greenberg worden de filmtoeschouwers in de schoenen van Rose gezet en blijven ze zich, net zoals dit filmpersonage, continue afvragen wat echt en wat nep is.

Werewolf by Night laat de goedaardige en heldhaftige kant van monsters zien. Tegelijkertijd laat de film de monsterlijke, narcistische en kwaadaardige kant van de mensheid zien. Hierbij wordt de focus gelegd op de verschrikkelijke en barbaarse denkwijzen van jagers. In Werewolf by Night is het niet een kwestie van jagen of opgejaagd worden. De gebruikelijke opgejaagden zijn de jagers geworden om geen andere reden dan om hun egoïstische en narcistische overtuigingen in stand te houden. Werewolf by Night is een prachtig eerbetoon aan de Universal Monsters filmreeks. Dit komt grotendeels doordat de film, net als menig ander horrorfilm uit de Universal Monsters filmreeks, de vraag stelt wie de echte monsters zijn: de afschuwelijke wezens en beesten of de wrede mensen die ze opjagen. Narratieve en technische toevoegingen, zoals een verteller die de setting van het filmverhaal introduceert, laat de film nog meer lijken op een ode aan de klassieke en monsterlijke horrorfilms van Universal Pictures. Met Werewolf by Night laten regisseur Michael Giacchino en Marvel Studios zien dat er nog genoeg creatieve, onweerstaanbare en vernieuwende ideeën uit te voeren zijn in het Marvel Cinematic Universe (MCU). Naast dat Giacchino samen met de scenarioschrijvers nieuwe iconische antihelden en monsterlijke filmpersonages introduceert, brengt hij ook het spotlicht op een meer onheilspellende, mysterieuze en duistere kant van het Marvel Cinematic Universe.

”You know somethin’, Utivich? I think this just might be my masterpiece.” Op deze simpele, maar briljante manier laat filmmaker Quentin Tarantino via Brad Pitts personage Luitenant Aldo Raine het filmpubliek weten hoe hij denkt over zijn film Inglourious Basterds (2009). Het is niet absurd dat Tarantino deze film als zijn meesterwerk beschouwd. Door filmhits als Reservoir Dogs (1992), Pulp Fiction (1994), Kill Bill: Vol.1 (2003) en Kill Bill: Vol. 2 (2004) en cultklassiekers als Jackie Brown (1997) werd Tarantino voor een lange tijd gezien als een steeds legendarischer wordende filmmaker. De filmrelease van Death Proof (2007) besmeurde voor het eerst de grootse carrière en filmoeuvre van Tarantino. Ondanks dat Death Proof niet overdonderend slecht werd beoordeeld, werd de film een stuk minder goed ontvangen dan de vorige films die Tarantino hard geregisseerd. Tarantino’s reputatie als briljante filmmaker die niet mist met zijn films was nu veranderd. Met Inglourious Basterds heroverde en revolutioneerde Tarantino zijn positie als meesterlijke filmmaker. De regisseur en scenarioschrijver verlegde met deze oorlogsfilm de grenzen van zijn eigen capaciteiten als regisseur en scenarioschrijver. Zo vertelt Inglourious Basterds een verhaal waarin het verloop van de Tweede Wereldoorlog is aangepast. Tarantino speelt in deze film met fictie en non-fictie door een alternatieve geschiedenis te presenteren waarin diverse Joodse personages strijden om een einde te maken aan het leiderschap van het nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog. Inglourious Basterds zou niet de enige film blijven waarmee Tarantino heeft laten zien dat hij een meester in historische fictie is. Zo veranderde de filmmaker ook het geschiedenisverloop van het filmlandschap in zijn negende film Once Upon a Time … in Hollywood (2019). In Once Upon a Time … in Hollywood belicht Tarantino op een subtiele manier de grootse impact van kleine aanpassingen van gebeurtenissen in de filmindustrie, terwijl hij met Inglourious Basterds groter uitpakt door diverse alternatieve historische gebeurtenissen op elkaar in te laten spelen. De aangepaste historische evenementen worden zo goed door elkaar verweven en op elkaar verder gebouwd dat deze oorlogsfilm uit 2009 een uitstekende en welverdiende climax bevat. Er kan niet anders geconcludeerd worden dat Tarantino met het bijzondere verhaalverloop van een alternatieve geschiedenis een iconisch wat-als-verhaal weet te presenteren.

Terrifier 2 is als film nog bloederiger en bloeddorstiger dan zijn voorganger. Regisseur en scenarioschrijver Damien Leone laat met schrikwekkende filmmomenten zien dat voor iemand die niet praat, horrorclown Art The Clown toch veel lawaai weet te maken. Van het blijven inslaan van hoofden tot de gezichten van zijn slachtoffers niet meer herkenbaar zijn tot het onthoofden en uitpeilen van hun ogen. Met al deze gruwelijke filmscènes laat Leone zien dat dit filmvervolg met de angstaanjagende seriemoordenaar Art The Clown nog misselijkmakender en grotesker is. In verlenging bewijst de regisseur en scenarioschrijver opnieuw dat deze filmfranchise niet geschikt is voor filmliefhebbers die niet tegen gore en bloederige moordscènes kunnen. Voor horrorfans wekt Terrifier 2 niet alleen meer indruk op met het grote aantal gruwelijke en brute moorden, maar ook met het verhaal dat veel meer diepgang bevat dan het verhaal uit de eerste film. Naast dat Terrifier 2 een interessanter en meer gelaagd filmverhaal bevat, zijn de personages van dit filmvervolg een heel stuk minder eendimensionaal. Sterker nog: de meeste personages uit Terrifier 2 bevatten daadwerkelijk een onderbouwd en aangrijpend karakter. Door het gewelddadige karakter van de film zal Terrifier 2 – net zoals zijn voorganger – vooral geschikt zijn voor deze specifieke doelgroep van horrorfans en filmliefhebbers. Voor deze doelgroep valt Terrifier 2 zeker aan te raden, want dit filmvervolg is in alle opzichten een stuk beter dan zijn voorganger. Met Terrifier 2 laat Leone zien dat hij weet hoe je een verknipte film moet maken die nog steeds een verdomd goede tijd oplevert.

In Jurassic World: Fallen Kingdom is het grote themapark Jurassic World veranderd in een nieuwe vorm van The Lost World. Een soortgelijke verloren wereld was eerder te zien in The Lost World: Jurassic Park (1997) en Jurassic Park III (2001). Met Jurassic World: Fallen Kingdom krijgen filmtoeschouwers voor het eerst Isla Nublar, het eiland waar het originele park en Jurassic World zich bevinden, als een verloren wereld te zien. Regisseur J.A. Bayona en scenarioschrijvers Derek Connolly en Colin Trevorrow maken de eerste akte van de film spannend door de vulkaan die zich bevindt op Isla Nublar gevaarlijk actief te maken. De filmpersonages en dinosaurussen krijgen te maken met een tikkende tijdbom in de vorm van een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. Dat de dinosaurussen op Isla Nublar allemaal uitgeroeid kunnen worden, zorgt voor een interessant discussiepunt. Al heel vroeg in de film stellen de filmmakers de vraag of dinosaurussen dezelfde bescherming verdienen als andere bedreigde diersoorten of dat ze aan hun lot moeten worden overgelaten. Er zijn eindeloos veel rechtszaken aangespannen door overlevenden van de ramp in Jurassic World. Hierdoor is er een grote groep mensen die de dinosaurussen liever ziet uitsterven. Tegelijkertijd zijn er ook een redelijke groep activisten die opkomen voor de rechten van de dinosaurussen. Ondanks dat Bayona, Connolly en Trevorrow een interessant discussiepunt vroeg ter sprake brengen, doen ze te weinig met dit onderwerp. Uiteindelijk is het de droom en verwondering van een kind die abrupt beslist over het lot van de dinosaurussen die zijn teruggebracht na miljoenen jaren uitgestorven te zijn geweest. Hierbij komen we direct bij het grootste probleem van Jurassic World: Fallen Kingdom. Bayona’s vervolg op de succesvolle hergeboorte van de franchise (ook wel bekend als Jurassic World) brengt interessante onderwerpen ter sprake en bevat bijzondere ideeën voor hoe het verhaal vervolgd kan worden. Deze onderwerpen en ideeën zijn groots, maar worden helaas amper onderbouwd en ontwikkeld. Bayona regisseerde eerder al de indrukwekkende rampenfilm The Impossible (2012). De regisseur was dus zeker geschikt voor het regisseren van Jurassic World: Fallen Kingdom, omdat dit als een monsterlijke rampenfilm met dinosaurussen gezien kan worden. Ondanks dat Jurassic World: Fallen Kingdom geen regelrechte ramp van een film is, heeft Bayona me toch wat teleurgesteld met deze vijfde film uit de franchise. De film mag dan net zo vermakelijk zijn als de andere films uit franchise, maar doordat Jurassic World: Fallen Kingdom geen aangrijpend of sterk onderbouwd filmverhaal – vol met uitgewerkte onderwerpen en interessante personages – bevat, stelt deze film uit deze iconische franchise best teleur.

Ik ben opgegroeid met de originele drie Jurassic Park films. Ik heb de filmtrilogie zo vaak afgespeeld dat het een wonder is dat de DVD’s bijna krasvrij zijn gebleven. Om te zeggen dat ik enthousiast werd van de release van Jurassic World is nogal een understatement. Nog voordat Jurassic World was aangekondigd, zocht ik op het internet al naar aanwijzingen en nieuws over een vierde Jurassic Park film. Maar op dat moment was het beste wat ik kon vinden nieuws en geruchten over een geschrapte vierde Jurassic Park film waarin mensachtige dinosaurus hybriden zouden verschijnen. Toen het in 2015 uiteindelijk zo ver was had ik direct met mijn vrienden een afspraak gemaakt om Jurassic World zo snel mogelijk in de bioscoop te zien. Ondanks dat we kort daarna al hadden afgesproken om de film te zien, kon ik vanuit mijn enthousiasme het niet laten om te kijken of ik al gelekte scènes op YouTube terug kon vinden. Uiteraard lukte dit. Toen de film in de bioscoop uitgebracht was, duurde het niet lang voordat er uitgelekte scènes van het gevecht tussen de T-Rex en de Indominus Rex in lage kwaliteit te vinden waren op YouTube. Het nieuws dat ik de T-Rex, de originele T-Rex uit Jurassic Park (1993), zou zien vechten met een andere grote dinosaurus, zorgde er voor dat ik nog enthousiaster werd om Jurassic World te zien. Dit gevoel van enthousiasme en plezier ben ik nooit verloren bij het kijken van Jurassic World. Ondanks dat de film zeker zijn gebreken en kritiekpunten bevat, heeft Jurassic World – net zoals alle andere films uit deze franchise – een speciaal plekje in mijn hart.

Wild Heart is een familiefilm die vooral geschikt is voor paardenmeisjes en paardenliefhebbers. Regisseur Markus Dietrich weet op een magische manier de schoonheid van paarden weer te geven in deze film. Hierbij levert hij een spannend avontuur waarin het jonge hoofdpersonage en haar vrienden hun angsten leren te overwinnen. In Wild Heart hebben de jonge pubers te maken met angsten dat ze er niet bij zullen horen of begrepen zullen worden. Het jonge hoofdpersonage Anne vermomd deze onzekerheden door zichzelf passief agressief op te stellen tegen haar geliefden. Anne heeft, zachtjes uitgedrukt, nogal temperament problemen in Wild Heart. Desondanks wordt haar boosheid wel onderbouwd en uitgelegd. De filmtoeschouwers zullen haar boosheid en frustraties begrijpen, zelfs op de momenten dat ze haar woede onterecht uit richting haar geliefden. Wild Heart geeft op een theatrale manier de emoties van de personages weer. Hierbij worden gewaagde onderwerpen en woordkeuzes gebruikt om zo ook jonge pubers proberen over te halen Wild Heart te kijken. Helaas is het onduidelijk voor welke leeftijdsgroep deze kinderfilm het geschiktst is. De jonge personages gedragen zich over het algemeen meer als prepubers. Toch laten de stoere woordkeuzes en de gedurfde onderwerpen het lijken alsof de personages meer pubers dan prepubers zijn. De film mist een duidelijke regievisie. Het helpt Wild Heart ook niet dat het verhaal totaal niet origineel is. Ondanks deze kritiekpunten is Wild Heart een leuke film de bijzondere band tussen mens en paard mooi weergeeft.

Na het grootse succes van The Jungle Book (2016) en de persoonlijke artistieke film Chef (2014), leek regisseur Jon Favreau niet meer te stoppen. Met de komst van The Lion King (2019) heeft Favreau bewezen dat hij een veel minder sterke filmmaker is. In zijn bijzondere feelgoodfilm Chef (2014) leverde de regisseur commentaar op Disney, die na Favreau’s veelbelovende hit Iron Man (2008) meer van hetzelfde wilde krijgen voor het vervolg. De filmmaker moest op deze manier voor elkaar krijgen dat Iron Man 2 (2010) goed bezocht zou worden in de bioscoop. Het vervolg werd een commercieel succes, maar de recensenten en fans waren minder enthousiast te spreken over dit vervolg. De indruk die deze ervaring bij Favreau achterliet, is terug te zien in zijn feelgoodfilm Chef (2014). Het is overduidelijk dat Favreau’s ervaring met de negatieve en gemixte recensies over Iron Man 2 hebben geleid tot de creatie van Chef (2014): een film waar Favreau op een zelfbewuste manier laat zien wat het effect van de critici op creatievelingen is. In Chef krijgt de chef-kok – die trouwens briljant gespeeld wordt door Favreau – de opdracht om het populaire menu te blijven koken als een recensent langskomt. Dit zorgt ervoor dat de chef-kok een negatieve recensie ontvangt, omdat de chef-kok zijn vernieuwende en artistieke flair zou zijn kwijtgeraakt. Ondanks dat Favreau zich met Chef (2014) probeert los te breken van de grootse en spectaculaire blockbusters, valt hij met The Lion King (2019) terug in de val van commerciële films die meer van hetzelfde brengen. Favreau komt hierdoor over als een hypocriet. Mede doordat hij eerst een punt maakt over het belang van artistieke flair en vernieuwing, terwijl de regisseur daarna toch kiest voor een bak vol geld om snel een belachelijk slechte remake van The Lion King (1994) te maken. In Chef (2014) laat Favreau zien dat de creatieveling en recensent elkaar nodig hebben, omdat ze beiden streven naar artistieke vernieuwingen of verbeteringen. Na de release van The Lion King (2019) komt dit narratieve punt als ongeloofwaardig over. Als Iron Man 2 (2010) goed is geweest voor het ontstaan van de film Chef (2014), dan is The Lion King (2019) slecht geweest voor de reputatie die de feelgoodfilm, en in verlenging Favreau, hieraan hebben overgehouden.

Het is niet gek dat Sergio Leone’s Once Upon a Time in the West nog steeds wordt beschouwd als een van de beste films ooit gemaakt. Leone heeft met zijn film het genre van western films voorgoed weten te veranderen. De film uit 1968 is niet alleen een westernepos, vol revolverhelden en vuurgevechten, maar ook een somber verhaal over de gewelddadige consequenties van de Amerikaanse expansie naar het westen. Once Upon a Time in the West verandert niet alleen het soort westernfilms waar Leone bekend om stond. De film veranderde ook de manier waarop het publiek naar films en verhalen over het Wilde Westen keek. In tegenstelling tot zijn Dollarstrilogie laat Once Upon a Time in the West een meer deprimerend en donker westernverhaal zien waarin geweld willekeuriger en chaotischer overkomt. Geen enkel personage is echt veilig. Zelfs de scherpste schutters in het westen, waaronder de mysterieuze Harmonica, zijn niet onoverwinnelijk. Hun kwetsbaarheid maakt ze menselijker, ook al weten de filmtoeschouwers regelmatig maar weinig over hun verleden, motivaties of interesses. Once Upon a Time in the West is niet alleen een genre definieerde en invloedrijke western film. Sergio Leone’s spaghettiwestern film is ook een revolutionair audiovisueel meesterwerk waarin verschillende technische en narratieve aspecten een blijvende indruk weten achter te laten.

Five Nights at Freddy’s is een Amerikaanse bovennatuurlijke horrorfilm die vooral geschikt is voor de fans van de gamereeks waarop de film is gebaseerd. In de kinderlijke horrorfilm, die het meest lijkt op een rip-off van de Saw franchise, zien we namelijk ook hoe een bewaker aan zijn nieuwe baan bij Freddy Fazbear’s Pizza begint. Net zoals in de gelijknamige games begint het scherm al te haperen, terwijl de film opent met de logo’s van de filmdistributeurs. De referentie werkt niet alleen als een duidelijk eerbetoon aan de games. Zo recreëert het ook de spannende sfeer van de games. De film opent spannend, maar niet bepaald spectaculair of origineel. Gedurende film worden diverse montagetechnieken en filmische trucjes gebruikt om Five Nights at Freddy’s zoveel mogelijk te laten lijken op de gamereeks waarop het gebaseerd is. Wanneer het hoofdpersonage begint te werken bij Freddy Fazbear’s Pizza wordt er ook gebruik gemaakt van een rappe afwisseling tussen de beelden van de beveiligingscamera’s. De film weet hiermee goed de gevoelens van machteloosheid en onontkoombaarheid uit de games over te nemen. In de gameverfilming keert ook het welbekende schrikmoment terug waarin een van de animatronics op een slachtoffer afrent en in zijn gezicht schreeuwt. Wat betreft gameverfilmingen blijft Five Nights at Freddy’s dus trouw aan het bronmateriaal en de geschiedenis van de games. Fans zullen met een gerust hart, en misschien zelfs met een trots gevoel, toe kunnen kijken naar Five Nights at Freddy’s. Filmtoeschouwers die onbekend zijn met de gamereeks of geen fan zijn van de videogames, zullen de film eerder ervaren als de zoveelste mislukte horrorfilm met een identiteitscrisis. Five Nights at Freddy’s oogt namelijk regelmatig eerder als een dramafilm. Bovendien komen de schrikmomenten en de zogenaamde angstaanjagende filmscènes eerder (onbedoeld) hilarisch dan eng over. De door Blumhouse Productions en Scott Cawthon Productions geproduceerde film is net zoals de game niet bepaald een artistiek hoogstandje uit het horrorgenre.