Na het grootse succes van The Jungle Book (2016) en de persoonlijke artistieke film Chef (2014), leek regisseur Jon Favreau niet meer te stoppen. Met de komst van The Lion King (2019) heeft Favreau bewezen dat hij een veel minder sterke filmmaker is. In zijn bijzondere feelgoodfilm Chef (2014) leverde de regisseur commentaar op Disney, die na Favreau’s veelbelovende hit Iron Man (2008) meer van hetzelfde wilde krijgen voor het vervolg. De filmmaker moest op deze manier voor elkaar krijgen dat Iron Man 2 (2010) goed bezocht zou worden in de bioscoop.
Het vervolg werd een commercieel succes, maar de recensenten en fans waren minder enthousiast te spreken over dit vervolg. De indruk die deze ervaring bij Favreau achterliet, is terug te zien in zijn feelgoodfilm Chef (2014). Het is overduidelijk dat Favreau’s ervaring met de negatieve en gemixte recensies over Iron Man 2 hebben geleid tot de creatie van Chef (2014): een film waar Favreau op een zelfbewuste manier laat zien wat het effect van de critici op creatievelingen is.
In Chef krijgt de chef-kok – die trouwens briljant gespeeld wordt door Favreau – de opdracht om het populaire menu te blijven koken als een recensent langskomt. Dit zorgt ervoor dat de chef-kok een negatieve recensie ontvangt, omdat de chef-kok zijn vernieuwende en artistieke flair zou zijn kwijtgeraakt. Ondanks dat Favreau zich met Chef (2014) probeert los te breken van de grootse en spectaculaire blockbusters, valt hij met The Lion King (2019) terug in de val van commerciële films die meer van hetzelfde brengen. Favreau komt hierdoor over als een hypocriet.
Mede doordat hij eerst een punt maakt over het belang van artistieke flair en vernieuwing, terwijl de regisseur daarna toch kiest voor een bak vol geld om snel een belachelijk slechte remake van The Lion King (1994) te maken. In Chef (2014) laat Favreau zien dat de creatieveling en recensent elkaar nodig hebben, omdat ze beiden streven naar artistieke vernieuwingen of verbeteringen. Na de release van The Lion King (2019) komt dit narratieve punt als ongeloofwaardig over. Als Iron Man 2 (2010) goed is geweest voor het ontstaan van de film Chef (2014), dan is The Lion King (2019) slecht geweest voor de reputatie die de feelgoodfilm, en in verlenging Favreau, hieraan hebben overgehouden.
Over The Lion King (2019)
The Lion King (2019) is een Amerikaanse muzikale dramafilm die een fotorealistische geanimeerde remake is van de traditioneel geanimeerde film The Lion King (1994). De film is geregisseerd door Jon Favreau. Het scenario van de film is geschreven door Jeff Nathanson. The Lion King (2019) is geproduceerd door Walt Disney Pictures en Fairview Entertainment. De originele stemmencast van de film bestaat uit Donald Glover, Seth Rogen, Chiwetel Ejiofor, Alfre Woodard, Billy Eichner, John Kani, John Oliver, Florence Kasumba, Eric André, Keegan-Michael Key, JD McCrary, Shahadi Wright Joseph, James Earl Jones en Beyoncé Knowles-Carter.
James Earl Jones spreekt opnieuw de stem in van de iconische en wijze leeuwenkoning Mufasa. The Lion King (2019) beleefde zijn wereldpremière in Hollywood op 9 juli 2019. De film werd daarna in de Amerikaanse bioscopen uitgebracht op 19 juli 2019. The Lion King (2019) werd in de Nederlandse en Belgische bioscopen uitgebracht op 17 juli 2019. Een prequel film genaamd Mufasa: The Lion King staat gepland om op 18 december 2024 uit te komen in de Nederlandse bioscopen. The Lion King (2019) vertelt het verhaal van de jonge leeuw Simba. Hij kan niet op kan wachten om koning van de Pride Lands te worden, maar daarvoor staat er een onvergetelijk en gevaarlijk avontuur hem op te wachten.
Fotorealisme en het gemis aan originaliteit
The Lion King (2019) is vanaf zijn openingsscène al een mislukte recreatie van de originele animatiefilm uit 1994. De film opent op bijna de exact zelfde manier als het origineel – wat al laat zien dat er in deze film niet veel creatieve vernieuwende ideeën zijn toegevoegd. De filmmakers weet niet hoe ze met The Lion King (2019) een origineel verhaal moeten vertellen, dus proberen ze de filmtoeschouwers voor de gek te houden door kleine veranderingen te maken aan het (audiovisuele) uiterlijk waar de film om bekend staat.
De grootse verandering hierbij is het gebruik van fotorealisme. De visuele effecten die gebruikt werden in de cinematografie van The Jungle Book (2016), zijn in grotere mate gebruikt tijdens het filmen van The Lion King (2019). Hierbij zijn computer gegenereerde beelden gebruikt om de dieren te animeren. Het probleem van het gebruik van fotorealisme in The Lion King (2019) is dat het totaal niet past bij het epische en theatrale verhaal van de animatiefilm dat het opnieuw aan het vertellen is. Dit is al terug te zien bij de openingsscène waarin de film opent met het nummer “The Circle of Life”.
Voordat dit nummer bombastisch begint af te spelen krijgen we beelden te zien en geluiden te horen die ons laten denken dat we naar een natuurdocumentaire over Afrikaanse dieren zitten te kijken. Vanaf wanneer worden natuurdocumentaires abrupt onderbroken door grootse openingsliedjes? Nooit is het antwoord. De filmmakers hebben bij The Lion King (2019) de focus gelegd om de film er zo fotorealistisch mogelijk eruit te laten zien. De reden hiervoor lijkt te zijn geweest dat regisseur Jon Favreau verder niets anders of vernieuwends kon verzinnen voor deze remake. De computer gegenereerde beelden zelf zien er niet per se slecht uit.
Toch passen deze fotorealistische beelden totaal niet bij de toon waar de film voorging. Hierdoor komen zelfs de meest fotorealistische beelden minder indrukwekkende over. De toon van de film blijft bijna volledig identiek aan de animatiefilm uit 1994, terwijl dat niet passend is voor deze remake. In animatiefilms kunnen personages, figuren en dieren zich expressiever vertonen. Emoties kunnen door middel van animatie overdreven worden uitgebeeld – waardoor ze ook sterker overkomen. Er zijn geen emoties bij The Lion King (2019) te zien, omdat – guess what – echte leeuwen niet bepaald een koning zijn in het tonen van menselijke expressieve emoties.
Bij geanimeerde figuren kun je menselijke eigenschappen doorgeven aan niet-menselijke wezens. Bij fotorealistische leeuwen en andere dieren wordt dit moeilijker, omdat deze dieren (in eerste instantie) er niet meer levensecht zouden uitzien als ze mensachtige expressies zouden gaan vertonen. Desondanks is dit niet onmogelijk. Disney heeft eerder laten zien met de films The Chronicles of Narnia: The Lion, The Witch and the Wardrobe (2005) en The Chronicles of Narnia: Prince Caspian (2008) dat ze wel weten hoe ze computergeanimeerde leeuwen meer emotie kunnen laten tonen.
Het is best ironisch dat Aslan de leeuw meer emotie weten te tonen, in de door Disney geproduceerde Narnia films, dan de leeuwen uit The Lion King (2019). Met The Lion King (2019) laat Favreau zien dat niet elke traditioneel geanimeerde Disneyfilm hermaakt hoeft te worden. The Lion King (2019) is het perfecte voorbeeld van een “cash grab” waarbij Disney in speelt op de wens van het filmpubliek om te blijven zien waar ze mee bekend zijn en hun jeugd te herleven.
Kapitalisme en Disney
De fotorealistische remake van deze Disneyklassieker mist ook levendige kleuren, dynamische bewegingen en spectaculaire muzikale nummers. De muzikale nummers voelen meer aan als een punt van een checklist. Muziek was een belangrijk onderdeel in de traditionele animatiefilm om het plot te bevorderen. In The Lion King (2019) zijn dezelfde muzieknummers puur aanwezig, omdat ze in de originele film waren – en dus van de checklist afgevinkt moeten kunnen worden. De toevoeging van een enkel nieuw nummer (genaamd “Spirit”) maakt dit niet goed.
Hierbij maakt het niet uit dat “Spirit” gezongen is door de talentvolle zangeres en actrice Beyoncé Knowles-Carter. Het komt over alsof Beyoncé puur een nieuw nummer voor deze versie van The Lion King heeft gemaakt om gemakkelijk en snel geld te verdienen met de naamsbekendheid van deze Disney franchise. Na het zien van The Lion King (2019) ben ik me meer zorgen gaan maken voor de groeiende kapitalistische kant van Disney. Er is door de jaren heen nog nooit zo’n kapitalistische remake geweest als The Lion King (2019).
Een film die zo enorm aanvoelt als een kapitalistische strategie voor het zo gemakkelijk en snel mogelijk verdienen van een hoop geld. De studio toont dit door getalenteerde artiesten en filmmakers in te zetten, zonder gebruik te maken van hun creatieve talenten bij het maken van deze film. De filmmakers en hun artiesten lijken geen complete creatieve vrijheid gekregen te hebben om het verhaal van de leeuwenkoning te veranderen of te vernieuwen. Bovendien lijkt dit deze creatievelingen niet veel uit te maken. Er wordt namelijk weinig moeite ingestoken door zowel de studio als de filmmakers zelf om van The Lion King (2019) een geweldige remake te maken.
Stemmenwerk en muziek
Helaas bevat The Lion King (2019) nog meer minpunten. Zo is het stemmenwerk van de cast niet bepaald sterk te noemen. Er zijn enkele uitzonderingen. Met name Chiwetel Ejiofor weet als Scar te overtuigen. Ejiofor is niet zo goed als Jeremy Irons was als deze schurk, maar zijn stemmenwerk behoort tot de betere stemprestaties uit The Lion King (2019). Desondanks weet de acteur niet te overtuigen in het muzieknummer “Be Prepared”. Bij dit muzikale nummer klinkt het net alsof de acteur droog zijn tekst opleest, in plaats van dat hij dit nummer duivels en charismatisch zingt.
Seth Rogen en Billy Eichner zijn enigszins vermakelijk als Pumbaa en Timon – ook al zijn ze verreweg van het iconische stemmenwerk van Ernie Sabella en Nathan Lane: de Pumbaa en Timon uit de originele animatiefilm. James Earl Jones is voor The Lion King (2019) teruggekeerd om opnieuw de stem van Mufasa in te spreken. Toch klinkt het alsof de acteur minder goed is geworden in het vertolken van dit personage – wat best apart en teleurstellend is. De acteur heeft een memorabele stem, maar in The Lion King (2019) klinkt hij levenloos en zielloos als Mufasa.
Daarnaast is John Oliver ongelofelijk girritant als Zazu. Niet op een charmante manier zoals Rowan Atkinson was in The Lion King (1994). Uiteindelijk zijn Donald Glover als Simba en Beyoncé Knowles-Carter als Nala de stemacteurs die het teleurstellendst zijn. Wat was het pijnlijk om deze twee enorm getalenteerde personen zo te zien falen met hun stemmenwerk. Ze zijn overduidelijk niet goed gecast. Ze leveren ordinair stemmenwerk. Er is niets speciaals aan hun stemmenwerk in The Lion King (2019), waardoor het duo meer klinkt als hunzelf dan als de twee filmpersonages.
Wanneer ze beginnen te zingen gaat het allang niet meer over The Lion King (2019) en de (respectievelijke) personages. Tijdens hun muzieknummers gaat het puur om de verheerlijking van het zangtalent van Donald Glover (ook wel bekend onder zijn artiestennaam Childish Gambino) en Beyoncé Knowles-Carter. Ze zijn zeker getalenteerde artiesten, maar bij een remake van The Lion King gaat het er niet om dat je als getalenteerde zanger(es) de hoogste noot kan halen. Het gaat erom dat je de personages tot leven laat komen door stemmenwerk en zang.
Het is zowel Donald Glover als Beyoncé Knowles-Carter niet gelukt dit voor elkaar te krijgen. De filmmuziek van de beroemde componist Hans Zimmer valt pok zwaar tegen, terwijl zijn filmmuziek voor de originele animatiefilm behoort tot zijn beste werken. Zimmers filmmuziek voor The Lion King (2019) klinkt als een belabberde imitatie. Daarbovenop komt dat de componist aparte veranderingen maakt aan de welbekende muzikale thema’s van belangrijke filmscènes. Zo worden heroïsche muzikale thema’s op momenten gebruikt waarin juist angstaanjagende filmmuziek afgespeeld hoort te worden.
Conclusie
The Lion King (2019) is een van de teleurstellendste en slechtste remakes die ik ooit heb gezien. Sterker nog: deze remake heeft mij beschadigd, want als ik nu The Lion King (1994) wil kijken, dan bestaat er grote kans dat ik herinnerd zal worden aan de gruweldaad genaamd The Lion King (2019). De grootste zonde die Disney met deze remake is begaan, is dat The Lion King (2019) ervoor zorgt dat de magie van de originele animatiefilm verslapt. De paar veranderingen in het verhaal zijn onnodig en bestaan vooral uit uitgerekte scènes die verder niets (vernieuwends) toe voegen aan het filmverhaal.
De thema’s uit de basis van het verhaal mogen dan grotendeels overeenkomen met die van de geanimeerde filmklassieker, maar deze thema’s zijn niet genoeg om het filmpubliek van deze belabberde kijkervaring te redden. Het stemmenwerk van de cast is grotendeels slecht. Enkele grote namen, zoals Donald Glover en Beyoncé Knowles-Carter, zijn niet goed gecast in hun rollen. Chiwetel Ejiofor weet als enige nog met zijn stemmenwerk wat te overtuigen. Toch stelt ook deze acteur teleur als het op zijn zangwerk aan komt.
De film mist originaliteit. Regisseur Jon Favreau probeert dit gemis te vervangen met een hevige focus op fotorealisme: een concept dat slechter uitgepakt dan hij waarschijnlijk op had gehoopt. Er is geen enkel aspect dat in deze remake beter uitpakt dan dat het deed in de originele animatiefilm uit 1994. Daarnaast is de remake op geen enkel vlak even goed als de film die hij probeert te hermaken. Mijn aanrader is dan ook om dit gedrocht te allen tijde te vermijden als de plaag. In plaats daarvan kun je beter The Lion King (1994) streamen om jezelf een hoop nachtmerries van fotorealistische Disney remakes te besparen. The Lion King (2019) is nu te kijken op streamingdienst Disney+.